Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Futselaar, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 27 maart 2019, over het bericht dat de Vereniging Hogescholen per direct stopt met de nationale studentenenquête
31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Nr. 775 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2019
Zoals afgelopen dinsdag in het mondelinge vragenuurtje is aangekondigd door de Minister
van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (Handelingen II 2018/19, nr. 100, mondelingen
vragen van het lid Futselaar over de laatste lijmpoging van het ministerie voor de
Nationale Studenten Enquête), ontvangt u hierbij de brief over de stand van zaken
omtrent de Nationale Studentenenquête (NSE). In deze brief ga ik graag in op wat er
zich de afgelopen tijd heeft afgespeeld omtrent de huidige NSE (2018–2019) en de gesprekken
die met betrokken partijen hebben plaatsgevonden over de toekomstige inrichting van
de NSE. Met deze brief doe ik het verzoek van het lid Futselaar gestand om een brief
te ontvangen over wat zich de afgelopen tijd omtrent de NSE heeft afgespeeld. Dit
verzoek kwam naar aanleiding van het besluit van de Vereniging Hogescholen (VH) om
af te zien van deelname aan de NSE voor dit jaar (NSE 2018–2019).1 Tevens heb ik in reactie op de Kamervragen van het lid Tielen over de NSE dit jaar,
aangegeven uw Kamer voor de zomer te informeren over de uitkomsten van het CBS-onderzoek
naar de reparatiemogelijkheden van de huidige NSE.2 Ook deze toezegging doe ik gestand met deze brief. De uitkomsten van het CBS-onderzoek
stuur ik ter informatie mee met deze brief3.
Huidige NSE (2018–2019)
In de beantwoording van de vragen van het lid Tielen, ben ik ingegaan op de situatie
omtrent de NSE 2018–2019.4 Hogescholen en universiteiten zagen zich dit jaar genoodzaakt minder informatie dan
voorheen aan te leveren bij Studiekeuze123 voor de uitvoering van de NSE. Hierdoor
moest Studiekeuze123 de student deze informatie zelf laten invullen gedurende de enquête.
Hiervoor zijn extra vragen in de enquête geprogrammeerd. Dit bleek foutgevoelig te
zijn, zowel wat betreft het programmeren als het laten invullen van deze vragen door
studenten. Hierdoor zijn er fouten ontstaan in de NSE-data, waardoor de NSE-gegevens
niet gepubliceerd konden worden. Studiekeuze123 heeft het Centraal Bureau voor de
Statistiek (CBS) gevraagd de omvang van de problemen te onderzoeken en te kijken welke
reparatiemogelijkheden er zijn. Dit onderzoek is op 17 juni jongstleden gepubliceerd
en als bijlage toegevoegd aan deze brief. De bijlagen van dit rapport voeren inhoudelijk
te ver om met deze brief mee te sturen en staan gepubliceerd op de website van het
CBS.5 Uit het onderzoek blijkt dat de respons van de NSE 2019 onvoldoende betrouwbaar is
om studenttevredenheidsscores per opleiding te kunnen publiceren. Het is echter mogelijk
om bepaalde reparaties uit te voeren om dit voor een groot deel van de instellingen
te herstellen. Het CBS geeft aan dat het verrijken van de respons met inschrijfgegevens
op studentniveau de meest efficiënte en kwalitatief beste manier is om de respons
te corrigeren. Zo kan namelijk worden nagegaan of de door de student beoordeelde opleiding
overeenkomt met de opleiding waarvoor de student staat ingeschreven. Op deze manier
kunnen de data waarschijnlijk grotendeels hersteld worden. Studiekeuze123 heeft daarom
instellingen verzocht deze gegevens alsnog aan te leveren.
Instellingen hebben zelf de verantwoordelijkheid om te bepalen of zij de benodigde
gegevens kunnen aanleveren. De hogescholen hebben eerder aangegeven dat zij op grond
van de AVG geen mogelijkheid zien om de benodigde gegevens voor de NSE aan te leveren.
Zonder deze gegevens is reparatie van de NSE-gegevens niet mogelijk. De universiteiten
en het niet-bekostigde onderwijs hebben besloten wel de benodigde gegevens bij Studiekeuze123
aan te leveren. Als de gegevens van deze instellingen binnen zijn, wordt de reparatie
uitgevoerd. Daarna vindt een tweede review plaats door het CBS om te bezien of de
reparatie betrouwbare resultaten heeft opgeleverd die geschikt zijn voor publicatie.
Als dit lukt, geldt dat voor de universiteiten en het niet-bekostigde onderwijs na
de zomer de NSE-gegevens gepubliceerd worden op de website van Studiekeuze123. Voor
de hogescholen zullen de NSE-resultaten over afgelopen jaar ontbreken. Ik betreur
het dat hierdoor een deel van de NSE-resultaten voor dit jaar verloren gaat en beschouw
dit verder aan als een vaststaand gegeven.
Toekomst NSE
Het afgelopen halfjaar heb ik gesprekken gevoerd met de VH, VSNU, ISO en LSVb over
de toekomstige inrichting van de NSE en het voorkomen van de problemen die dit jaar
omtrent de NSE zijn ontstaan. Op verzoek van de het bekostigde onderwijs is daarbij
ook de optie verkend dat instellingen zelf de NSE zouden organiseren. Het doel van
de gesprekken was te komen tot een principeovereenkomst, zoals ik aan uw Kamer heb
laten weten in de brief van december 2018.6 Deze overeenkomst zou de uitvoering van de NSE in de toekomst veilig moeten stellen.
Onderdeel van het voorstel was onder andere dat OCW een wettelijke grondslag zou creëren
voor de benodigde dataleveringen van instellingen. In mijn optiek mag het namelijk
niet zo zijn dat alle hogescholen op grond van de AVG zeggen iets niet te kunnen leveren,
terwijl de bekostigde universiteiten en NRTO leden dat wel zeggen te kunnen. Het is
echter helaas niet gelukt om tot een akkoord met alle partijen te komen. De meningen
over de toekomstige inrichting van de NSE lopen blijkbaar te sterk uiteen. Ik kan
uw Kamer helaas dus geen vastgesteld principeovereenkomst sturen, zoals door de Kamercommissie
OCW is verzocht.7 Wel stuur ik het voorstel voor de principeovereenkomst, zoals ik dat heb gedaan richting
de partijen, mee als bijlage met deze brief8.
De VH en VSNU konden niet instemmen met het voorstel dat het Ministerie van OCW op
basis van de gesprekken had voorgelegd. Zij hebben aangegeven dat instellingen werken
aan een alternatief voorstel. Voor de NSE 2019–2020 is het tijdsbestek echter te krap
om dit voorstel af te wachten en te bepalen of het voldoende rekening houdt met de
privacy van studenten en de voorlichtingsfunctie van de enquête. Voor dit laatste
dienen de gegevens objectief en onderling vergelijkbaar te zijn. Voor het voortbestaan
van de NSE in de toekomst en zie ik mij daarom genoodzaakt de regie in handen te nemen.
NSE wettelijk verankeren
De NSE is een belangrijk instrument in de voorlichting richting (aankomend) studenten.
Het onderzoek dat jaarlijks door Studiekeuze123 wordt gehouden biedt studenten de
mogelijkheid om opleidingen en instellingen op verschillende aspecten te kunnen vergelijken
en dit te laten meewegen in hun studiekeuze. Daarnaast kunnen instellingen de inzichten
uit de NSE gebruiken voor hun kwaliteitszorg en gebruiken het Ministerie van OCW en
de Inspectie van het Onderwijs de gegevens voor het monitoren van de studenttevredenheid.
Met oog op dit brede maatschappelijk belang zou ik het voortbestaan van een objectieve,
landelijke en vergelijkbare studenttevredenheidenquête dan ook juridisch willen borgen.
Een wettelijke basis zou daarbij de AVG-problemen omtrent de gegevensuitwisseling
tussen Studiekeuze123 en de instellingen verhelpen. Het juridisch verankeren van de
NSE in de WHW, vergt een wetswijziging.
Krap tijdspad voor de NSE 2019–2020
Het tijdsbestek om deze wetswijziging nog op tijd te laten zijn voor de eerstvolgende
NSE (2019–2020) is zeer krap. Niet alleen dient het wetsvoorstel goed te worden gekeurd
door de Eerste en Tweede Kamer, het zal daarvoor ook nog moeten worden voorgelegd
aan andere partijen, waaronder de Autoriteit Persoonsgegevens en de Raad van State.
De voorbereidingen voor een wetsvoorstel zijn daarom reeds gestart, met als planning
dat het wetsvoorstel nog deze zomer uitgaat voor internetconsultatie. Mijn inspanningen
zijn erop gericht om het wetsvoorstel op 1 april 2020 in werking te laten treden.
Zoals gezegd ben ik daarbij afhankelijk van zowel het parlementaire proces, als van
de toetsing van het wetsvoorstel door andere partijen. Als dit lukt voor 1 april,
dan is dit nog net op tijd voor de eerstvolgende NSE. Het uitvoeren van de NSE, dat
normaal in januari – maart plaatsvindt, zal volgend jaar daarmee verschuiven naar
april – juni. Indien het alternatieve voorstel dat de instellingen maken, goed aansluit
op de wensen van studenten, instellingen en het Ministerie van OCW, kan gedurende
het wetstraject nog worden besloten het wetsvoorstel hier op aan te passen.
Uitvoering NSE
De (technische) uitvoering van de NSE vindt plaats door een derde partij, die wordt
ingeschakeld door Studiekeuze123. Het contract met de huidige leverancier van de NSE
loopt af. Studiekeuze123 zal voor de uitvoering van de volgende NSE’s een aanbestedingsprocedure
starten en een nieuwe leverancier aanstellen. Ik heb Studiekeuze123 gevraagd deze
aanbestedingsprocedure met onmiddellijke ingang te starten, zodoende zij op tijd een
partij gereed hebben voor de eerstvolgende NSE (2019–2020). Indien de wettelijke grondslag
op tijd daarvoor komt, zal Studiekeuze123 er alles aan doen om in ieder geval de NSE-gegevens
die nodig zijn voor de voorlichting te verzamelen en publiceren. Voor wat betreft
de gegevens die instellingen gebruiken voor kwaliteitsdoeleinden is Studiekeuze123
afhankelijk van wat instellingen gaan doen ten aanzien van hun nog te ontwikkelen
alternatief. Binnen de, inmiddels zeer beperkte, mogelijkheden die er nog zijn ten
aanzien van de aanbesteding en uitvoering van de NSE 2019–2020 zal Studiekeuze123
bezien welke vragen gericht op de kwaliteitszorg van instellingen in de NSE nog wel
en niet meegenomen kunnen worden. De krappe tijdsplanning zal voor de aankomende NSE
leidend zijn om een verantwoord onderzoeksproces te kunnen inrichten.
Ruimte voor herziening inhoudelijke vragenlijst
Verschillende bekostigde onderwijsinstellingen hebben aangegeven behoefte te hebben
aan een herziening van de inhoudelijke vragenlijst van de NSE. Onderdeel van het voorstel
dat ik hen had voorgelegd, is dat hier inderdaad kritisch naar gekeken wordt. Inmiddels
heb ik begrepen van Studiekeuze123 dat de tijd om inhoudelijke wijzigingen nog een
plek aan te geven in de komende NSE 2019–2020 zo goed als verstreken is. Wel zal Studiekeuze123
na de zomer het gesprek starten met instellingen en studentenbonden over welke inhoudelijke
herzieningen wenselijk zijn, zodoende deze meegenomen kunnen worden in de NSE’s die
op de NSE 2019–2020 nog zullen volgen. Daarbij zal voor instellingen ook de mogelijkheid
blijven bestaan zelf vragen aan de volgende NSE’s toe te kunnen voegen, die specifiek
betrekking hebben op hun eigen instelling.
Tot slot
Naast alle inhoudelijke stappen die ik onderneem om de toekomst van de NSE te waarborgen,
wil ik ook het samenwerkingsproces omtrent de NSE tussen Studiekeuze123 en het bekostigde
onderwijs verbeteren. Verschillende bekostigde hogescholen, universiteiten en ook
Studiekeuze123 hebben hun onvrede geuit over het samenwerkingsproces en de wijze van
besluitvorming omtrent de afgelopen NSE. Na de zomer zal er daarom een evaluatie plaatsvinden
in opdracht van het Ministerie van OCW, op basis waarvan verbeteringen in de samenwerking
tussen alle betrokken partijen en governance omtrent de NSE worden doorgevoerd.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
Indieners
-
Indiener
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap