Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Van Weerdenburg, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 19 juni 2019, over openbaarmaking van de drie vertrouwelijke brieven die de Kamer heeft ontvangen van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over Mali
35 000 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2019
Nr. 71 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juni 2019
Tijdens de Regeling van Werkzaamheden op 19 juni 2019 (Handelingen II 2018/19, nr.
95, Regeling van werkzaamheden) heeft het lid Van Weerdenburg (PVV) verzocht om openbaarmaking
van de drie vertrouwelijke brieven die uw Kamer heeft ontvangen over Mali (brieven
d.d. resp. 11 maart 2019 (Kamerstuk 35 000 XVII, nr. 62), 13 mei 2019 (Kamerstuk 35 000 XVII, nr. 66) en 18 juni 2019 (Kamerstuk 35 000 XVII, nr. 69)).
In de brieven staat vermeld waarom uw Kamer deze informatie vooralsnog vertrouwelijk
ontvangt. Artikel 68 van de Grondwet geeft het kabinet de ruimte voor vertrouwelijke
informatieverstrekking, bijvoorbeeld wanneer openbaarmaking de noodzakelijke vertrouwelijkheid
en effectiviteit van het onderhandelingsproces en (de informatie-uitwisseling in)
het diplomatieke verkeer ondermijnt (Kamerbrief over de reikwijdte van artikel 68
Grondwet: Kamerstuk 28 362, nr. 8).
Als het traject is voltooid zal ik alle relevante informatie uiteraard openbaar maken.
Ik ga ervan uit dat dit uiterlijk eind juli van dit jaar het geval zal zijn.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
Indieners
-
Indiener
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking