Brief regering : Voortgangsrapportage Innovatie & Zorgvernieuwing
27 529 Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) in de Zorg
Nr. 184 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VOOR MEDISCHE ZORG
EN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juni 2019
Inleiding
Innovatie door slimme toepassing van gezondheidstechnologie voegt steeds meer waarde
toe aan de zorg in Nederland. Patiënten kunnen steeds meer zorg ontvangen in hun eigen
omgeving en op momenten dat het hen past, met behulp van telemonitoring via beeldbellen
of app-contact, vanuit een geïntegreerd netwerk dat over traditionele domeinen heen
gaat. Met deze technologie kunnen mensen veel vaker de zorg thuis ontvangen. Daardoor
is de zorg altijd dichtbij. Net zo van belang is dat veel onnodige verplaatsingen,
dubbel werk en miscommunicatie worden voorkomen: de juiste zorg op het juist moment
met de juiste informatie op de juiste plek.
Dat is niet alleen een positieve, maar ook een noodzakelijke ontwikkeling, want de
zorg in Nederland staat voor een grote opgave. De zorgkosten stijgen, de bevolking
vergrijst en de beroepsbevolking krimpt. Voor krimpregio’s in Nederland is het vinden
van voldoende personeel nu al een groot probleem. Als wij de zorg in zijn huidige
vorm zouden continueren, dan zou over 20 jaar 1 op de 4 mensen in de zorg moeten gaan
werken. Dat kan niet. Om dat tij te keren hebben daarom een groot aantal acties in
gang gezet, verankerd in hoofdlijnenakkoorden en programma’s. Daarbij is opschaling
van innovatieve zorg een belangrijke randvoorwaarde. Willen wij de kwaliteit, toegankelijkheid
en organiseerbaarheid in de zorg behouden, dan is volle kracht vooruit vereist in
de opschaling van innovatieve zorg.
Met deze brief doen wij verslag van wat er het afgelopen jaar is gerealiseerd en wordt
uitgevoerd binnen de bestaande activiteiten in deze transitie. Daarnaast blikken we
vooruit op wat aanvullend nog nodig is om nieuwe manieren van zorg verlenen daadwerkelijk
gemeengoed te laten zijn. De boodschap van deze brief is dan ook: er gaat veel goed,
maar het kan en moet nog veel beter om innovatieve zorg ook daadwerkelijk de zorg
van nu te laten zijn.
Samenvatting
• Opschaling van innovatieve toepassingen van gezondheidstechnologie is verankerd in
hoofdlijnenakkoorden en programma’s. Die ondersteunen wij voluit, met de bedoeling
om verder te versnellen, met een breed scala aan activiteiten dat gaandeweg effect
gaat sorteren, zoals vergroten van digitale vaardigheden van zorgprofessionals en
patiënten en bewustwordingscampagnes als Zorg van nu.
• Wij zien, na een fase van onderzoeken en uitproberen, dat steeds meer vormen van technologie
succesvol geïmplementeerd en opgeschaald worden. Het thema digitale vaardigheden is
enorm gaan leven, de eerste Persoonlijke Gezondheidsomgevingen hebben het MedMij-label
verworven, steeds meer verzekeraars sluiten meerjarige contracten om de digitale transformatie
te begeleiden. Veel technologieën met low tech, high impact zoals contact op afstand, gebruik van slimme sensoren en zelfmetingen, zijn ook steeds
meer zichtbaar in de zorg. Het gaat dus de goede kant op.
• Tegelijkertijd blijkt, o.a. uit cijfers uit de e-healthmonitor dat het gebruik nog
achter blijft bij wat mogelijk en noodzakelijk is.
Er ligt dus nog een aanzienlijke opgave. De komende periode moeten dan ook de mouwen
worden opgestroopt, door de partijen in het veld en door VWS. De rol van VWS verbreedt
daarbij van stimuleren en enthousiasmeren naar ook in de praktijk ondersteunen en
helpen.
Zorg op afstand biedt meerwaarde in de GGZ
Zorg op afstand wordt in toenemende mate gebruikt. Cliënten kunnen contact hebben
met hun behandelaar op het moment dat zij klachten of angsten ervaren. De behandelaar
kan dan ook optreden op het moment dat de cliënt dit het hardste nodig heeft. Daarnaast
biedt e-health patiënten de mogelijkheid om met hun psychische gezondheid bezig te
zijn als ze niet bij de behandelaar zitten, bijv. door oefeningen tussen de behandelsessies
te doen of een dagboek-app bij te houden waardoor je inzicht krijgt in wanneer je
neerslachtige gevoelens krijgt. Verschillende GGZ instellingen werken al met deze
methode. Zo biedt PsyQ een online behandeling om angst- of stemmingsklachten te volgen.
Contact tussen behandelaar en patiënt vindt plaats via beeldbellen en/of een chatfunctie.
Patiënten van GGZ Noord Holland Noord geven aan zij zich online vaak makkelijker kunnen
uiten dan bij face-to-face gesprekken. Ook Parnassia Groep heeft veel online behandelingen.
Er zijn online-programma's zonder en met begeleiding van een hulpverlener. Een psycholoog
bij PsyQ: «Ik had met een patiënt die kampt met een angststoornis afgesproken dat
zij met de bus naar haar werk zou gaan en dat ik stand-by zou staan om haar te steunen
als ze in paniek zou raken. Tijdens de busrit stuurde ze een chatbericht dat ze in
paniek dreigde te raken. Ik herinnerde haar aan de ontspanningsoefeningen die wij
eerder met elkaar hadden geoefend en vertelde haar dat ik ervan overtuigd was het
haar zou lukken. Even later ontving ik een chatberichtje met een spierballen-emoji
van een trotse en blije patiënt vanaf haar werk.»
Belang van innovatie wordt breed gedeeld
Opschaling van innovatie, zowel in het zorgproces als technologisch, is een belangrijke
pijler van de programma’s die deze kabinetsperiode in gang zijn gezet, en van de hoofdlijnenakkoorden
die met het veld zijn gesloten.
Ook uw Kamer wijst met regelmaat, onder andere met de motie van het lid Arno Rutte1, op het belang van snelle opschaling van slimme, innovatieve zorg voor mensen met
hartfalen, COPD en andere chronische aandoeningen.
De transformatie van zorg komt op stoom
Het goede nieuws is dat er in de zorgpraktijk steeds meer mooie voorbeelden te zien
zijn van innovaties die ook daadwerkelijk opschalen en tot verbetering leiden.
Veel technologieën met low tech, high impact zoals contact op afstand, gebruik van slimme sensoren en zelfmetingen, beginnen langzamerhand
terrein te winnen in de zorg, maar zijn nog geen gemeengoed.
Wij zien tal van initiatieven om medisch specialistische zorg vanuit het ziekenhuis
meer thuis (of dichterbij, of op het werk) te bieden, waardoor patiënten onnodig ziekenhuisbezoek
wordt bespaard en zorgpersoneel wordt ontlast.
Zo maken 500 mensen met hartklachten, verzekerd bij Zilveren Kruis, gebruik van telemonitoring.
Na een volledig gebruiksjaar zijn de eerste resultaten daarvan bekend: het aantal
verpleegdagen is met 40% afgenomen en het aantal ambulanceritten met 30%. Het aantal
SEH bezoeken is zelfs met 70% gedaald.
Zorgverzekeraars maken monitoring op afstand ook steeds vaker onderdeel van de reguliere
contractering. Virtual reality toepassingen en «blended care» maken behandeltrajecten
in de GGZ effectiever én efficiënter. Communicatieplatforms vereenvoudigen en versterken
de interactie tussen cliënten, professionals en mantelzorgers en vergroten zo de zelfredzaamheid
en eigen regie. Slim incontinentiemateriaal vindt zijn weg naar steeds meer zorginstellingen,
en sensoren zorgen voor een veiliger leefomgeving.
Telemonitoring met beeldbellen voor COPD patiënten
Steeds meer COPD-patiënten kunnen hun metingen thuis verrichten in plaats van hiervoor
naar het ziekenhuis te gaan. De introductie van thuismetingen moet leiden tot minder
spoed- en heropnames en lagere zorgkosten. Verzekeraar Menzis heeft het voortouw genomen
bij het maken van meerjarige afspraken met ziekenhuizen die deze vorm van zorg aanbieden.
Ook andere verzekeraars haken steeds meer aan. Zo zag het Slingeland het aantal heropnames
met 28% afnemen sinds de introductie van COPD In Beeld, een dienst van zorgorganisatie
Sensire en Slingeland waarin de thuismeetapp van zorginnovatiebedrijf FocusCura al
langer wordt ingezet. Om ziekenhuizen te stimuleren tot kostenbesparingen heeft verzekeraar
Menzis voor de vergoeding van deze nieuwe vorm van COPD-zorg een meerjarencontract
op basis van shared savings ontwikkeld. Om in aanmerking te komen voor een dergelijke
financieringsconstructie moeten de ziekenhuizen het thuismeten eerst volledig hebben
geïmplementeerd.
Sinds dit jaar maakt Menzis met alle ziekenhuizen die zij onder contract hebben afspraken over implementatie van telemonitoring.
Technologie is een middel, innovatie is mensenwerk
Het besef dat transformatie van zorg niet klaar is bij de introductie van technologie,
maar ook daadwerkelijk een verandering van de organisatie van zorg vraagt, wordt inmiddels
breed gedeeld. Het is goed om te zien dat op dat terrein steeds meer de samenwerking
wordt gezocht en gevonden om het proces van opschaling ook landelijk te faciliteren.
Zo is in de Vliegwielcoalitie – een initiatief van de Patiëntenfederatie – een groot
aantal zorgpartijen verenigd om inkooparrangementen voor e-health te ontwikkelen waar
alle grotere verzekeraars (pre-concurrentieel) gebruik van maken. En de brede Coalitie
Digivaardig in de Zorg, waarbij meer dan 40 partijen zijn aangesloten, ontwikkelt
en ontsluit lesmateriaal onder het motto «delen is vermenigvuldigen». Ook in bredere
zin vinden zorgpartijen, patiëntenvertegenwoordigers, bedrijfsleven, onderzoeks- en
onderwijsinstellingen en financiers elkaar gaandeweg makkelijker en slaan de handen
ineen om samen een zorg- en ondersteuningsaanbod te ontwikkelen dat optimaal aansluit
bij de huidige en toekomstige behoeften van de inwoners in de regio.
Daarbij pakken zorgverzekeraars ook steeds meer hun regierol, door in de vorm van
shared savings en meerjarencontracten zorgaanbieders de ruimte te geven om hun zorgprocessen
te transformeren, zonder dat de zorg die nu geleverd wordt in gevaar komt en zorgaanbieders
de tijd krijgen hun organisatie opnieuw in te richten. In de afgelopen 3 jaar zijn
er 70 van dergelijke meerjarencontracten gesloten. Dit zijn allemaal resultaten en
ontwikkelingen waar de zorg trots op mag zijn en ook moet zijn.
Het glas is halfvol, maar nog niet vol
Ondanks dat er dus veel is gerealiseerd, zijn wij er nog niet. Uit de e-healthmonitor
van 2018, uitgevoerd door Nictiz en Nivel, blijkt immers dat nog niet iedereen even
voortvarend aan de slag is met e-health. De meeste beweging is te zien bij toepassingen
die worden ingezet voor en door zorgverleners, zoals het gebruik van elektronische
patiëntendossiers en uitwisseling van medische gegevens tussen zorgverleners. Verpleegkundigen
in de huisartsenzorg geven aan dat 94% van de gegevensuitwisseling nu digitaal plaatsvindt.
In 2014 was dat nog 78%. Uitwisselingen tussen zorgverlener en patiënt of cliënt komen
tot nog toe minder tot stand. De rapportage laat zien dat patiënten, cliënten, verpleegkundigen
en medisch specialisten steeds meer waarde hechten aan online inzage en dat ook steeds
meer gebruiken. De huisartsenzorg blijft hierin nog achter.
88% van de huisartsen biedt mogelijkheid tot online contact, maar slechts 15% van
de patiënten weet dat die mogelijkheid bestaat.
Beeldbellen wordt vooral in de ziekenhuiszorg (21% in 2018, een verdubbeling ten opzichte
van 2017) ingezet. Daar zien we ook dat naast beeldbellen ook andere manieren van
contact op afstand, zoals app-contact (zie onderstaand kader), mail of telefonisch,
steeds meer worden ingezet en deels ook in de plaats komen van beeldbellen. De huisartsenzorg
en ouderenzorg blijven daarin achter. Tegelijkertijd blijkt ook dat degenen die werken
met nieuwe vormen van digitaal ondersteunde zorg, hier enthousiast over zijn.
Dus ook in de komende periode blijven opschaling, implementatie en delen van kennis
onverminderd noodzakelijk.
Communicatie tussen arts en patiënt met Beter dichtbij
BeterDichtbij laat zien dat het mogelijk is om met relatief eenvoudige technologie
een grote impact te creëren. Deze mobiele dienst maakt digitaal contact tussen zorgverleners
en hun patiënten mogelijk; makkelijk en veilig. Communicatie (via berichtenuitwisseling)
staat centraal maar het is ook mogelijk om als patiënt eigen verzamelde data eenvoudig
en veilig te sturen naar de eigen zorgverlener. Voor patiënten is het een extra service
en geruststellend om de dokter «in de broekzak» te hebben. Zorgverleners besparen
zo tijd. Ziekenhuizen en ook huisartsenpraktijken kunnen hiermee op een laagdrempelige
manier zorg steeds meer thuis aanbieden.
18 ziekenhuizen in Nederland nemen inmiddels deel aan BeterDichtbij en in 3 regio’s
zijn ook de huisartsen al aangesloten. BeterDichtbij streeft naar landelijke dekking.
Het oude blijft bestaan naast het nieuwe
Bijkomend probleem is dat nieuwe manieren van werken, naast oude werkwijzen blijven
bestaan. Door een combinatie van gebrek aan bewijs en gebrek aan procesinnovatie wordt
onvoldoende ruimte gemaakt om innovaties of bestaande (kosten)effectieve innovaties
slim in het zorgproces op te nemen (opschaling) en om verouderde technologie/methoden
niet meer te gebruiken (de-implementatie). Het transformatieproces stopt dan bij de
creatie van het nieuwe, zonder dat het oude verdwijnt. Het gevolg is stapeling. Door
het gebrek aan kennis over de effectiviteit van een bepaald hulpmiddel voor een specifieke
patiënt, kan het gepast gebruik of maatwerk voor de patiënt ook niet worden bevorderd.
Vruchtbare grond en gunstig klimaat
Voor een succesvolle transitie naar meer digitale zorg moet sprake zijn van twee componenten:
een vruchtbare grond en een gunstig klimaat. Met vruchtbare grond bedoelen wij een
digitale infrastructuur, waarmee de noodzakelijke «patiëntvolgendheid» van informatie
mogelijk wordt gemaakt. Er zijn versnellingsprogramma’s2 gestart in de Care (InZicht), ziekenhuizen, zelfstandige behandelcentra, GGZ (VIPP),
in de geboortezorg (BabyConnect) en in de huisartsenzorg (OPEN)3. Specifiek voor de VIPP GGZ is ook een stimulering opgenomen voor e-health toepassingen.
Uw Kamer is door de Minister voor Medische Zorg en Sport met verschillende brieven
(20 december 20184 en 9 april jl.5) geïnformeerd over de voortgang en het voornemen om via wetgeving elektronische gegevensuitwisseling
te verplichten. Voor de zomer ontvangt uw Kamer een brief over de contouren van deze
wet.
In deze brief zullen wij voornamelijk stilstaan bij de acties die het ministerie onderneemt
om een gunstig innovatieklimaat te realiseren.
Bereikte resultaten in het afgelopen jaar
Om goed te kunnen beoordelen waar extra inzet nodig is, moet eerst worden teruggeblikt
op wat in het afgelopen jaar is bereikt. Hieronder worden de resultaten op digitale
vaardigheden, digitaal zelfmanagement, bewustwording van de mogelijkheden van innovaties
en zorginkoop uitgelicht. In de bijlage6 bij deze brief zullen een aantal andere resultaten over het voetlicht worden gebracht.
Resultaat: innovatie is verankerd in programma’s en akkoorden
In programma’s en hoofdlijnenakkoorden is de noodzaak van een voortvarende transformatie
naar de juiste zorg op de juist plek door alle partijen onderschreven. Een toegenomen
sense of urgency heeft zich daarmee vertaald in het afscheid nemen van vrijblijvendheid.
De schaarste aan personeel, zoals nu ervaren en voorzien voor later, geeft extra stimulansen
om het proces naar slimme, gepaste, digitaal ondersteunde zorg te versnellen. En ook
het flankeren van de beweging met bijpassende financiële kaders, zoals een afnemende
volumegroei in de medisch-specialistische zorg (van 0,8% in 2019 naar 0,0% in 2022)
en een toenemende groei in de eerste lijn (2,5% in 2019/2020 resp. 3% in 2021/2022)
onderstreept dat het menens is met de in gang gezette beweging.
In een aantal programma’s en hoofdlijnenakkoorden stelt VWS financiële middelen beschikbaar
om innovatie te stimuleren (SET regeling, transformatiegelden). Dit draagt bij aan
een klimaatverandering in de zorg. Daarnaast worden verschillende vormen van kennisdeling
georganiseerd, in de vorm van bijeenkomsten, het uitwisselen van goede voorbeelden
of het verbinden van verschillende (regionale) partijen. In de voortgangrapportages
van deze programma’s en akkoorden, wordt u specifiek geïnformeerd over de voortgang.
In de volgende programma’s heeft dit een plek:
– Hoofdlijnakkoord Medisch-Specialistische Zorg
– Hoofdlijnakkoord Wijkverpleging
– Hoofdlijnakkoord huisartsenzorg
– Hoofdlijnenakkoord GGZ
– Programma Een tegen eenzaamheid
– Programma Thuis in het Verpleeghuis/Waardigheid en Trots (op locatie). Over de voortgang
binnen dit programma, onder meer op het gebied van innovatie, heeft uw Kamer recentelijk
een brief ontvangen7. In de bijlage bij deze rapportage lichten we nog een aantal resultaten toe.
– Programma Volwaardig Leven
– Programma Uitkomstgerichte zorg
– Programma Werken in de Zorg
– Programma Langer Thuis
– Preventieakkoord
– Beweging de Juiste Zorg op de Juiste Plek
Resultaten Digitaal zelfmanagement en Persoonlijke Gezondheidsomgevingen (PGO)
• Toegankelijke en duidelijke informatie over gezondheid is cruciaal. Thuisarts.nl voorziet
daar in, voor een groeiende schare gebruikers. Per maand
• heeft Thuisarts inmiddels 1.7 mln unieke bezoekers. In samenwerking met de Federatie
Medisch Specialisten en de Patiëntenfederatie is er steeds meer informatie over aandoeningen
via thuisarts te vinden. Ook is er een mediatheek toegevoegd met meer dan 60 afbeeldingen
en 140 video’s, die onder andere bij het consult kunnen worden gebruikt. Hiermee wordt
het «samen beslissen» concreet ondersteund.
• Daarnaast is inzage in je eigen gezondheid cruciaal om je gezondheid ook goed te kunnen
managen. Het afsprakenstelsel MedMij voor Persoonlijke Gezondheidsomgevingen en de
bijbehorende informatiestandaarden zijn op 27 september 2018 vastgesteld. Uw Kamer
is hier eerder per brief 8 over geïnformeerd.
• In juli 2018 is een impulsfinanciering opengesteld voor leveranciers van PGO’s voor
de aanpassing van een PGO aan het MedMij-stelsel. In totaal is aan vijfentwintig leveranciers
een impulssubsidie toegekend. Uw Kamer is hier in bovengenoemde brief over geïnformeerd.
• Op dinsdag 16 april jl. is het eerste MedMij-certificaat aan twee leveranciers uitgereikt,
nadat zij alle testen met goed gevolg hadden doorlopen.
Het programma MedMij
Dit initiatief van Patiëntenfederatie Nederland met partners in de zorg, gaat ervoor
zorgen dat iedereen die dat wil kan beschikken over zijn gezondheidsgegevens in één
persoonlijke gezondheidsomgeving. MedMij bouwt zelf geen persoonlijke gezondheidsomgevingen,
maar stelt spelregels op waaraan beschikbare persoonlijke gezondheidsomgevingen moeten
voldoen om met alle andere op het afsprakenstelsel van MedMij aangesloten partijen
gegevens te kunnen uitwisselen. De kerntaak van MedMij is het mogelijk maken en stimuleren
van de digitale uitwisseling van gezondheidsgegevens tussen inwoners van Nederland
en hun zorgverleners en het creëren van vertrouwen dat dit op een veilige, gebruikersvriendelijke,
toekomstvaste manier gebeurt. Het beschikken over de eigen gezondheidsinformatie is
belangrijk om patiënten in staat te stellen het juiste gesprek te voeren met hun zorgverlener.
Vooruitblik activiteiten digitaal zelfmanagement en PGO’s
• Om mensen te helpen met het scheiden van betrouwbare van onbetrouwbare informatie,
verkennen momenteel diverse partijen, patiëntvertegenwoordigers, zorgverleners, zorgverzekeraars,
VNO-NCW, het National eHealth Living Lab (NeLL) en GGD’s hoe beschikbaarheid en gebruik
van onafhankelijke, betrouwbare gezondheidsinformatie door een bundeling van krachten
kan worden bevorderd.
• VWS ondersteunt dit vanuit de € 10 mln. aan innovatiemiddelen die bij regeerakkoord
beschikbaar zijn gesteld.
• Vanaf oktober 2019 kunnen burgers op grond van een subsidieregeling kosteloos een
PGO kiezen dat voldoet aan de MedMij-eisen. Rondom de openstelling van deze regeling
worden communicatie-activiteiten over het belang en de mogelijkheden van het gebruik
van een PGO gestart.
Resultaten Digitale en innovatieve vaardigheden
• VWS participeert in de Coalitie Digivaardig in de Zorg9. De coalitie heeft als missie: iedereen in de zorg voldoende digitaal vaardig om
goede zorg te kunnen leveren. Zij richt zich op vijf doelgroepen: de patiënt, de zorgprofessional,
de bestuurder, de ICT-er in de zorg en de zorgopleider. De coalitie vormt een actief
netwerk met werkconferenties en werkgroepen waar tips en ervaringen worden uitgewisseld
en samenwerkingen worden gestart. Ook ontwikkelt de coalitie materiaal zoals bijvoorbeeld
de digitale zelftestvoor verpleegkundigen en een handreiking voor digicoaches. Omdat de coalitie zich
op verschillende doelgroepen in de zorg richt en bottom-up georganiseerd is, wordt
alle kennis en het ontwikkelde materiaal meegenomen naar de zorgpraktijk. De komende
tijd zal er ook meer worden gefocust op de vragen die opkomen bij de opschaling van
digitale vaardigheden in de zorg.
• Vanuit de coalitie is samen met het zorg- en onderwijsveld ook de kennissite voor
digitale vaardigheden www.digivaardigindezorg.nl doorontwikkeld en landelijk beschikbaar gesteld. Op deze kennissite, ontwikkeld door
’s Heeren Loo, zijn de leermiddelen nu geschikt gemaakt voor de gehele gehandicaptenzorg
en ouderenzorg. De nieuwe website levert enthousiaste reacties van bezoekers op. Het
bezoekersaantal van de website is ook flink gestegen sinds de lancering: van 1 april
t/m 21 mei: 56.451.
• Inmiddels zijn ook verschillende regio’s met de kenniswebsite aan de slag.
o Utrechtzorg was de eerste regio die de handschoen oppakte en voert sinds 1 januari
2019 het programma uit bij 14 organisaties in de VVT-sector met financiering van het
Zilveren Kruis.
o De nevenregio Gooi en Vechtstreek gaat dit najaar ook aan de slag met een groep organisaties
uit deze sector vanuit dezelfde ontwikkelgelden.
o Transvorm Brabant gaat een aanvraag doen bij de provincie en de aanwezige zorgorganisaties
van de inspiratiesessie waren zeer enthousiast over het programma.
o Bestuurders van Care2Care Zuid Holland hebben ja gezegd tegen het onderwerp en gaan
gezamenlijk aan de slag.
o Twente is een start aan het voorbereiden, evenals Zorgplein Noord.
o Rotterdam en Amsterdam gaan met diverse partijen aan de slag.
• De directie van Regioplus heeft zich hierin een belangrijke aanjager betoond. De ervaringen
van Regioplus worden gedeeld op de website en met de coalitie. De kennissite dient
daarmee als een plek om kennis te halen en te delen zodat iedereen uit de zorgpraktijk
de kans heeft zijn/haar digitale vaardigheden te verbeteren.
• VWS heeft zich aangesloten bij de Alliantie Nederland Digivaardig, opgezet onder verantwoordelijkheid
van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De alliantie is een samenwerking van publieke
en private partijen die gezamenlijk willen bijdragen aan een inclusieve digitale samenleving.
Dat wil zeggen dat iedereen zo veel mogelijk kan meedoen in de digitaliserende samenleving.
Zorg is één van de vier pijlers van dit traject. De alliantie is op dit moment in
de opstartfase. Binnen de actielijn zorg wordt nu met private en publieke partijen
en ervaringsdeskundigen samen besloten welke acties het meest urgent zijn en daadwerkelijk
voor het verschil kunnen zorgen. Bij deze challenges wordt met verschillende partijen
samengewerkt aan hetzelfde doel, iedereen vanuit zijn eigen expertise en altijd samen
met de mensen die het betreft. Voorbeelden van partijen die zijn aangesloten bij de
Alliantie zijn Samsung, Vodafone Ziggo, Zorgverzekeraars Nederland, Pharos, Koninklijke
Bibliotheek, Stichting Lezen en Schrijven, Tilburg University, VUMC en nog vele andere.
• VWS steunt het programma eHealth4All van Pharos – het expertisecentrum gezondheidsverschillen.
Grote groepen Nederlanders staan op achterstand bij het gebruik van eHealth. Digitale
toepassingen zijn te ingewikkeld en te weinig gebruiksvriendelijk. Er ligt een stevige
opgave om hier verandering in te brengen want anders is de kans groot dat gezondheidsverschillen
alleen maar toenemen. In het programma eHealth4All werkt Pharos samen met ontwikkelaars
en een groot aantal zorgpartijen aan toegankelijke e-health waar iedereen mee uit
de voeten kan: ook laaggeletterden en mensen met beperkte digitale en/of gezondheidsvaardigheden.
• Eén van de activiteiten van het programma is het toegankelijk maken van patiëntportalen
(online patiëntomgevingen) van ziekenhuizen. Samen met ziekenhuizen is onderzocht
wat daarbij komt kijken, zowel vanuit het perspectief van patiënten, zorgverleners
als de organisatie. Een testpanel van taalambassadeurs doet concrete verbetervoorstellen.
Er wordt nu een actieonderzoek opgestart om de bevindingen verder uit te diepen en
te vertalen naar een praktisch kader met handvatten voor patiëntportalen die echt
voor iedereen toegankelijk zijn.
• Via het kennisnet van de NVZ wordt deze kennis breed beschikbaar gesteld aan alle
ziekenhuizen waarmee zij kunnen zorgen voor meer toegankelijke portalen en daarmee
tot meer zelfregie van patiënten over hun eigen gezondheid en zorg.
• Inmiddels is door de LHV, NHG en InEen eenzelfde traject met Pharos gestart voor de
eerste lijn: OPEN (Online Patiëntinzage in de Eerstelijnszorg).
Vooruitblik activiteiten digitale vaardigheden
• De kennissite www.digivaardigindezorg.nl wordt doorontwikkeld voor het onderwijs zodat ook studenten en docenten van zorgopleidingen
leermiddelen kunnen vinden en delen op het gebied van digitale zorg. Het is namelijk
van belang dat ook de toekomstige zorgprofessionals al starten met voldoende digitale
vaardigheden. Daarom wordt met Mbo- en Hbo-instellingen gesproken om digitale vaardigheden
en e-health meer in het onderwijs te integreren.
• Na de zomer organiseert het programma Zorg van Nu (zie onder) samen met de ouderenbond
KBO-PCOB zogenaamde tea-health bijeenkomsten. Hier worden circa 300 tabletcoaches
getraind in het digitaal vaardiger maken van ouderen en kunnen zij tevens kennis opdoen
van slimme zorgoplossingen.
Resultaten Zorg van Nu, bewustwordingscampagne
• Het programma Zorg van Nu is in 2018 van start gegaan met een bewustwordingscampagne
over de beschikbare mogelijkheden van innovatieve zorg. Deze activiteiten worden de
komende tijd voortgezet. Via website, twitter en facebook worden professionals en
burgers geïnformeerd over deze mogelijkheden.
• De facebookpagina @Zorgvannu heeft zich in korte tijd ontwikkeld tot de grootste community
op het gebied van e-health in Nederland. In het eerste kwartaal van 2019 zijn er meer
dan 4.000 volgers bij gekomen, de teller staat nu boven de 8.500.
• De berichten van Zorg van Nu worden niet alleen gelezen, maar ook actief gedeeld en
geliket. Deze pagina wordt vaker dan gemiddeld bezocht.
• De teams van Zorg van Nu zijn in 2018 op 66 plekken in het land ingezet met stands,
voorlichtings- en demonstratiemateriaal en gesprekken met bezoekers. Zo werden beurzen,
onderwijsinstellingen, winkelcentra, zorginstellingen, bibliotheken en gemeentehuizen
aangedaan. In het eerste kwartaal van 2019 zijn er 41 inzetten van het team geweest,
waarbij het zwaartepunt heeft gelegen op ziekenhuizen en zorginstellingen. Het team
heeft in het eerste kwartaal van 2019 11.434 gesprekken gevoerd. Dat brengt het totaal
sinds het begin van de campagne in september 2018 op 32.576 gesprekken.
• Mensen geven aan na een gesprek met het team meer te weten over nieuwe zorgoplossingen,
staan hier positiever tegenover en zijn van plan om er vaker informatie over te zoeken
– bijvoorbeeld via zorgvannu.nl.
• Op de website van Zorg van Nu is een regelingenwaaier te vinden met alle zestien tijdelijke financiële regelingen die beschikbaar zijn
om de transitie naar digitale zorg te ondersteunen.
Slimme luiers van Abena
De slimme luier, onder meer toegepast door Evean en Philadelphia, wordt steeds vaker
ingezet. Abena, de fabrikant van het incontinentiemateriaal, heeft deze voorzien van
nauwkeurige sensoren, die door een klein clipje aan het materiaal te bevestigen draadloos
verbonden zijn met de app van de zorgmedewerker. Deze sensoren monitoren continu het
verzadigingsniveau van het incontinentiemateriaal. Dit stelt medewerkers in staat
om het incontinentiemateriaal van cliënten precies op het juiste moment te verschonen
en dit is inzicht is gewenst want op veel zorgafdelingen is veelal 80% van de cliënten
incontinent. Bewoners hoeven door dit product niet meer in een nat bed te liggen,
terwijl het aantal onnodige verschoningen tot het minimum kan worden beperkt. Dit
leidt in de praktijk ook echt tot betere resultaten. Abena geeft aan dat er 73% minder
natte bedden zijn op afdelingen die het gebruiken. Ook rapporteren zij een 28% tijdsbesparing
van de zorg, 20% afname van totale kosten en 30% minder verschoningen (vooral voorkomen
van onnodige verschoningen). Deze cijfers komen uit de eindrapportage die is opgesteld
bij de Challenge Verpleeghuizen in 2018. Inmiddels wordt bij 15 zorginstellingen (in
de gehandicaptensector en de ouderenzorg) het slimme incontinentiemateriaal ingezet,
met ca. 300 gebruikers. Abena geeft aan dat zij kunnen opschalen naar 10.000 cliënten,
maar dat dit veelal afhangt van het draagvlak binnen de zorginstelling. Onlangs heeft
Abena de Europese «Kate Granger award for compassionate care» gewonnen.
Resultaten stimuleren van innovatieve zorginkoop
• In de zorgcontractering komt het belang van meerjarige afspraken waarmee de transformatie
wordt ondersteund steeds meer naar voren.
• Zorgverzekeraars Nederland (ZN) start dit jaar met het (geanonimiseerd) zichtbaar
maken van goede voorbeelden van contracten die innovatieve zorgconcepten/e-health
bevorderen.
• Verzekeraars zoeken ook steeds vaker naar nieuwe contracteervormen. Zo blijkt uit
een inventarisatie van het RIVM in oktober 2018 dat verzekeraars steeds vaker meerjarencontracten
afsluiten, met name in de Medisch-Specialistische Zorg. In de afgelopen 3 jaar zijn
er 70 meerjarencontracten gesloten door zorgverzekeraars.
• ZN en VWS organiseerden op 16 mei 2019 een masterclass «Inkoop innovatieve zorg met
inzet technologie» voor zorgkantoren. Bij deze bijeenkomst waren circa 70 medewerkers
van zorgkantoren aanwezig. Tijdens de masterclass werd het belang van innovatie gedeeld.
Belangrijkste resultaat is dat de dialoog met aanbieders over innovatie een plek krijgt
in de contractering voor 2020. Bij de inkoop voor 2021 zijn concrete afspraken over
innovatie onderdeel van elk contract.
In de bijlage wordt10 daarnaast gemeld wat er op het gebied van bekostiging, kwaliteitstoezicht en wegwijzen
in het zorgstelsel is bereikt. Daarnaast besteden wij in de bijlage11 ook aandacht aan de activiteiten die we hebben gedaan op het terrein van het verbinden
en versterken van stakeholders: health deals, vliegwielcoalitie, juiste zorg op de
juiste plek, gezonde mening (panel),
e-healthweek, health impact bonds, het bevorderen van samenwerking tussen zorg en
het bedrijfsleven, de e-healthmeetlat en dwarsdenkbijeenkomsten. Ook besteden we aandacht
aan de activiteiten op het gebied van het ontwikkelen van innovaties: actieonderzoek
innovatieve zorg, Seed capital regeling en Dutch Hacking Health.
Vooruitblik: intensivering ondersteuning
Bovenstaande activiteiten laten zien dat er op onderdelen mooie resultaten zijn geboekt.
Tegelijkertijd zien wij dat ook op alle onderdelen blijvende inzet of intensivering
nodig is.
Wij zien daarnaast dat een accentverschuiving nodig is in de rolinvulling van VWS.
Waar wij aanvankelijk op dit terrein vooral een agenderende, informerende en stimulerende
rol hadden is nu ook een ondersteunende en helpende rol nodig. De prioriteit zal daarbij
liggen bij initiatieven en ontwikkelingen
o die aansluiten bij de behoeften van patiënten en cliënten
o met een regionale component
o die (mede) gericht zijn op arbeidsbesparing (zodat tijd vrijkomt voor persoonlijke
zorg)
o en die domein overstijgend zijn (de ontwikkeling van silo’s naar netwerken).
Betrokkenheid van patiënten en cliënten en gerichte aandacht voor mensen met beperkte
digitale en gezondheidsvaardigheden blijven daarbij belangrijke speerpunten.
Hoe ziet die ondersteuning eruit?
Vanuit de verschillende programma’s zijn al de nodige ondersteuningsactiviteiten vormgegeven.
Zo kunnen vanuit de Stimuleringsregeling e-health thuis
12 (verwijzing naar Kamerbrief + website) en de voucherregeling de Juiste Zorg op de Juiste Plek samenwerkende partijen en regionale coalities procesondersteuning
ter beschikking krijgen.
VWS vaker op locatie
Samenhangend met een sterkere oriëntatie op «de regio» – waar opschaling van innovatie
gerealiseerd moet worden – zijn ambtenaren van VWS ook meer dan voorheen aanwezig
«op locatie». Om voeling te houden met de ontwikkelingen, waar nodig en gewenst de
helpende hand te bieden bij het leggen van verbindingen en het duiden van regelgeving
of het geven van advies. Daarbij hoort ook het – op verzoek – bij elkaar brengen van
partijen om te helpen een vastgelopen of te traag verlopend proces vlot te trekken.
Daarnaast zullen vanuit het programma Werken in de Zorg regionale steunpunten worden
vormgegeven die behulpzaam zijn bij het versnellen van innovaties met impact op de
arbeidsmarkt.
Hulpmiddelen beter beschikbaar
Op 26 april jl. is de aangekondigde visiebrief over Medische Technologie aan uw Kamer
verzonden13. Met de visie wordt beoogd zo goed mogelijk in te spelen op de snelle technologische
ontwikkelingen, zodat zij optimaal bijdragen aan oplossingen voor maatschappelijke
vraagstukken. Daarbij willen we geen duizend bloemen laten bloeien, maar het systeem
zó inrichten dat de juiste slimme MedTech oplossingen beschikbaar komen.
Hiertoe zal VWS o.a. het Health Innovation Initiative (Hii) Holland ondersteunen.
Hii Holland gaat zich richten op begeleiding van veelbelovende innovaties naar de
patiënt, pakket en adoptie in de praktijk.
De in de visie geschetste ambities zullen in de komende tijd samen met veldpartijen
worden uitgewerkt in een Nationale Agenda MedTech 2020–2024.
Beter ondersteunen bij innovatievraagstukken
Daarnaast kunnen VWS-beleid en -regelgeving nog beter verduidelijkt en verhelderd
worden. Vaak blijken ervaren belemmeringen te berusten op onvoldoende kennis van of
onvoldoende duidelijke regelgeving.
Onbekendheid met de regelgeving leidt tot het verkleinen van de gevoelde oplossingsruimte
en tot handelingsverlegenheid.
Wij zullen daarom de huidige samenwerking tussen Nederlandse Zorgautoriteit, Zorginstituut
Nederland, ZonMw en Ministerie VWS in Zorgvoorinnoveren intensiveren. De ondersteuning richting innovatoren wordt uitgebreid, enerzijds door
de «eerstelijns» vraagbaakfunctie te versterken, anderzijds door specialisten in de
«moederorganisaties» eerder en directer te betrekken bij de beantwoording van meer
complexe vragen.
Doorontwikkeling communicatieprogramma Zorg van nu
Ook gaat VWS de informatieteams van het programma «Zorg van nu» verder ontwikkelen,
zodat inhoudelijk nog sterkere teams naar zorgaanbieders gaan en daar op maat voorlichting
geven. Bestuurders van zorginstellingen hebben een grote invloed op het succesvol
implementeren van innovaties. Bij de doorontwikkeling van de teams zal dan ook worden
gekeken naar het goed adviseren en informeren van bestuurders. Zo kan het team een
instelling voor verpleeghuiszorg voorlichten over innovaties die een waardevolle bijdrage
kunnen leveren aan de instelling. Zorg van nu krijgt ook een rol bij de voorlichting
over het gebruik van Persoonlijke Gezondheidsomgevingen (PGO’s).
Bevorderen sociale innovatie via bekostiging
Als beloning voor nieuwe vormen van zorg en ondersteuning ten opzichte van bestaande
lager uitvalt, kunnen met de invoering daarvan gewenste kostenbesparingen worden bereikt.
Tegelijkertijd is in die situatie de prikkel om te veranderen of mee te werken aan
verandering vanuit financieel oogpunt negatief, en komen innovaties pas van de grond
als het water aan de lippen staat (bijvoorbeeld in de vorm van het arbeidsmarktvraagstuk).
In de komende periode verkennen we daarom met de NZa de mogelijkheden om digitaal
ondersteunde sociale innovatie vanuit bekostigingsperspectief aantrekkelijker te maken.
Daarbij kan gedacht worden aan prikkels voor preventie, het bekostigen van netwerkzorg
en vormen van beloning van resultaten.
Tot slot
Zoals bij alles in de zorg, komt het ook bij innovatie aan op de bereidheid tot samenwerken.
Wij kunnen en mogen met elkaar geen tijd verliezen bij het slimmer organiseren van
onze zorg, en in straf tempo van digitaal het nieuwe normaal maken. Wij roepen het
veld op om die samenwerking te zoeken, binnen uw organisatie en daarbuiten, om de
zorg ook voor toekomstig generaties beschikbaar en betaalbaar te houden. Geen tijd
dus om op onze lauweren te rusten, maar een tijd om door te pakken.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Medeindiener
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Medeindiener
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg