Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Ouwehand, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 5 maart 2019, over het bericht dat de wereldvoedselvoorziening in gevaar is door het verlies aan biodiversiteit
26 407 Biodiversiteit
Nr. 126 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT EN VOOR BUITENLANDSE
HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 april 2019
Het lid Ouwehand heeft in de Regeling van werkzaamheden van 5 maart 2019 (Handelingen II
2018/19, nr. 58, item 27) gevraagd om een brief over de inzet op biodiversiteit en voedselzekerheid. Hierbij
ontvangt u deze brief.
Het wordt steeds duidelijker dat het wereldwijde verlies aan biodiversiteit problemen
voor de mensheid oplevert, zoals ook vermeld in diverse rapporten van de Verenigde
Naties. Recent publiceerde de Food and Agriculture Organisation (FAO) van de Verenigde
Naties een rapport over de staat van de biodiversiteit voor voedsel en landbouw in
de wereld. Het kabinet heeft tot doel substantieel bij te dragen aan het uitbannen
van honger en ondervoeding in 2030. Zo kan Nederland helpen om in één generatie de
honger in de wereld uitbannen en een gezonde basis leggen om in 2050 negen miljard
mensen op duurzame wijze te voeden.
Met deze brief geven wij aan wat de belangrijkste conclusies van het FAO-rapport zijn
en informeren wij u over de Nederlandse bijdragen aan het tegengaan van het wereldwijde
verlies aan biodiversiteit in samenhang met het behoud van voedselzekerheid.
De belangrijkste conclusies van het FAO-rapport zijn:
• Biodiversiteit is onmisbaar voor voedselzekerheid, duurzame economische ontwikkeling
en de voorziening van vele essentiële ecosysteemdiensten. Biodiversiteit maakt systemen
weerbaarder tegen plotselinge veranderingen.
• Bestaande kaders voor duurzaam gebruik en behoud van biodiversiteit zijn onvoldoende
en er is wereldwijd een gebrek aan bewustzijn over deze problematiek.
• Biodiversiteit voor voedsel en landbouw neemt af, op niveau van genetica, soorten
en ecosystemen. Lokale voedselgewassen sterven uit. Een derde van de zeeën is overbevist
en een derde van de zoetwatervissen is bedreigd. Vitale ecosysteemdiensten verdwijnen.
Voorbeelden daarvan zijn bestuiving van voedselgewassen, natuurlijke vijanden voor
pesten en plagen, organismen die de bodem vruchtbaar houden en wilde voedselbronnen.
• Belangrijke ecosystemen voor voedselvoorziening verdwijnen in hoog tempo. Denk bijvoorbeeld
aan systemen die ons zoetwater leveren en systemen die ons beschermen tegen de invloeden
van orkanen.
Nederland erkent dat biodiversiteit en voedselzekerheid een samenhangend geheel vormen.
Wij zijn een groot voorstander van het nauwer en slimmer verbinden van voedsel(productie)
en natuur. Dat komt tot uiting in de visie «Landbouw, Natuur en Voedsel, waardevol
en verbonden» die het kabinet ook internationaal uitdraagt.
In 2020 moet een nieuw strategisch plan voor het Biodiversiteitsverdrag (CBD) worden
overeengekomen, ook wel de «new deal for nature» genoemd. Nederland zet in op een
sterke samenhang van landbouw en natuur in dat nieuwe strategisch plan. Bovendien
zetten wij ons actief in voor een versteviging van het verdrag met de nadruk op betere
implementatie. Op die manier hopen we bij te dragen aan een beter raamwerk voor wereldwijd
duurzaam gebruik -en behoud van biodiversiteit. U bent over deze inzet geïnformeerd
in twee brieven over het Biodiversiteitsverdrag (Kamerstuk 26 407, nrs. 112 en 113).
Nederland verleent daarnaast financiële ondersteuning aan de ontwikkeling van biodiversiteitsgerelateerde
programma’s en initiatieven van de FAO, zoals de Biodiversiteitsstrategie en het Bestuivers
initiatief voor het behoud van bestuivers voor voedselproductie.
Het realiseren van ecologisch duurzame voedselproductiesystemen is één van de drie
hoofddoelstellingen van onze internationale voedselzekerheidsinzet. Dit is in lijn
met de duurzame ontwikkelingsdoelen 2.4 over duurzame voedselproductie en 2.5 over
het behoud van genetische diversiteit in de landbouw. In dit kader wordt duurzame
ontwikkeling van de landbouw door kleinschalige boeren en boerinnen ondersteund met
als inzet het verhogen van hun productiviteit. Hierdoor vermindert ook de noodzaak
tot ontginning van bos. Bovendien gaan we met deze inzet landdegradatie en milieuvervuiling
tegen. Deze interventies dragen bij aan het behoud van biodiversiteit.
Nederland maakt zich sterk voor het behoud van genetische diversiteit, het beschikbaar
stellen van genetische bronnen aan (kleine) boeren en het eerlijk delen van de baten
van genetische bronnen. In het bijzonder doen we dat via ondersteuning van het wereldwijde
onderzoeks-partnership, the Consultative Group for International Agricultural Research
(CGIAR).
Via de Internationale Waterstrategie werkt Nederland aan de samenhang tussen biodiversiteit
en water. Die inzet is gericht op «building with nature» in delta’s wereldwijd. Op
die manier wordt op natuurlijke wijze vruchtbaar sediment opgebouwd, erosie in de
kuststreken verminderd en verzakking van delta’s ten gevolge van het oppompen van
zoet water voorkomen.
De belangrijkste voorbeelden van Nederlandse projecten en programma’s op het gebied
van biodiversiteit en voedselzekerheid zijn:
• Het Drylands development Programma werkt in de Sahel en de Hoorn van Afrika aan geïntegreerd
land- en waterbeheer ten behoeve van de regenafhankelijke landbouw, kleinschalige
irrigatie voor groenteverbouw, veehouderij en energievoorziening. Zorgvuldig beheer
van landbouw-, bos- en weidegronden moet landdegradatie tegengaan en zorgvuldig gebruik
van landbouwhulpmiddelen moet de bodemvruchtbaarheid op peil houden en vervuiling
door pesticiden tegengaan.
• Nederland financiert mede het Centre for Agriculture and Bioscience International
(CABI) Plant Wise programma, dat zorgt voor advisering van boeren door middel van
Plant Clinics. Zo helpen we de boeren om de landbouwopbrengst te verhogen en tegelijkertijd
de negatieve effecten van pesticiden te verminderen.
• Nederland steunt het Organic Markets for Development programma van IFOAM (Organics
International Action Group). In vier Afrikaanse landen wordt gewerkt aan verbeterde
markttoegang voor biologische landbouwproducenten, zowel nationaal als internationaal.
IFOAM streeft naar multifunctionele agro-ecosystemen die geen (industriële) agro-chemicaliën
gebruiken.
• We stimuleren bedrijven om ontbossingsvrij te produceren en in te kopen, bijvoorbeeld
via het Sustainable Trade Initiative (IDH) en Solidaridad. Als huidige voorzitter
van het «Amsterdam Verklaringen Partnerschap« werkt Nederland, samen met zeven andere
Europese landen, aan EU-beleid tegen ontbossing.
• Het Landschapsprogramma van IDH ontwikkelt in zes landen een aanpak om vanuit internationale
waardeketens (zoals cacao, koffie, specerijen, palmolie) te komen tot ecologisch en
sociaal duurzaam beheer van productiegebieden. Door steun aan dit programma dragen
we bij aan beter waterbeheer, bosbehoud en het voorkomen van landdegradatie en milieuvervuiling.
• Nederland ondersteunt de Crop Trust. Dat is een internationaal samenwerkingsverband
van landen, kennisinstellingen en instituten dat streeft naar het behoud van genetische
bronnen voor landbouw.
• Nederland is initiator van de internationale «Coalition of the Willing on Pollinators»,
die samenwerking en kennisdeling tussen de twintig lid-landen bevordert over het behoud
van bestuivers voor voedselproductie.
Zoals blijkt uit dit overzicht heeft het kabinet oog voor de nauwe relatie tussen
biodiversiteit en de wereldwijde voedselzekerheid. Het bevorderen van voedselzekerheid
zullen wij daarom altijd doen met zorg voor het behoud van de natuurlijke hulpbronnen
waarvan de mensheid afhankelijk is. Onze inzet voor het behoud van natuur plegen we
omdat we daarmee niet alleen voor planten, dieren en ecosystemen zorgen, maar ook
omdat de aarde daardoor beter leefbaar blijft voor mensen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag
Indieners
-
Indiener
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Medeindiener
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking