Amendement : Amendement van de leden Van den Hil en Palland over een wetsevaluatie
36 393 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een structurele regeling voor meertalige dagopvang
Nr. 9 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DEN HIL EN PALLAND
Ontvangen 16 oktober 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
D
Na artikel 3.5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3.5a
Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wet van ... tot
wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een structurele regeling voor meertalige
dagopvang (Stb. ..., ...), aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid
en de effecten van die wet in de praktijk. In het verslag wordt in ieder geval aandacht
besteed aan:
a. de werking in de praktijk van het maximumpercentage van 50% per dag;
b. de effecten op het aanbod en de kwaliteit van de kinderopvang;
c. de effecten op de werkzaamheden van de beroepskrachten meertalige kinderopvang en
de pedagogische beleidsmedewerkers werkzaam bij de meertalige kinderopvang.
Daarbij dient rekening te worden gehouden met alle talen, bedoeld in artikel 1.55,
derde lid.
Toelichting
De memorie van toelichting stelt dat, gezien internationaal wetenschappelijk onderzoek,
alsook Nederlands onderzoek, de Minister niet voornemens is om een evaluatiebepaling
op te nemen. Uit verschillende uitvoeringstoetsen blijkt echter dat er wel behoefte
is aan een evaluatiebepaling. Tevens heeft de Universiteit van Amsterdam enkele aanbevelingen
gedaan om nader onderzoek te doen naar meertalige dagopvang in Nederland. Het tot
op heden uitgevoerde Nederlandse onderzoek kent immers enkele beperkingen. Zo hebben
er geen experimenten plaatsgevonden in het Frans of Duits en is er in de resultaten
sprake van een oververtegenwoordiging van kinderen met hoogopgeleide ouders. Indien
de wetswijziging doorgevoerd wordt zal meertalige dagopvang op een veel grotere schaal
toegepast worden. De indieners vinden dat een gelimiteerd experiment vooraf een evaluatie
achteraf niet vervangt, zeker gezien het verschil in schaal. Zodoende achten de indieners
dat een evaluatie van de wetswijziging op zijn plaats is. Dit wordt onderschreven
door het adviescollege toetsing regeldruk (ATR), dat stelt dat een evaluatiebepaling
in algemene zin van belang is bij nieuwe wet- en regelgeving.
Van den Hil
Palland
Indieners
-
Indiener
J. van den Hil, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
H.M. Palland, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Niet deelgenomen |
---|---|---|---|
VVD | 34 | Voor | |
D66 | 23 | Voor | |
PVV | 16 | Tegen | |
CDA | 14 | Voor | |
PvdA | 9 | Voor | |
SP | 9 | Voor | |
GroenLinks | 8 | Voor | |
PvdD | 6 | Voor | |
ChristenUnie | 5 | Voor | |
FVD | 5 | Tegen | |
BBB | 4 | Voor | |
DENK | 3 | Voor | |
SGP | 3 | Voor | |
Groep Van Haga | 2 | Voor | |
Volt | 2 | Voor | |
BIJ1 | 1 | Niet deelgenomen | |
Ephraim | 1 | Niet deelgenomen | |
Fractie Den Haan | 1 | Voor | |
Gündogan | 1 | Voor | |
JA21 | 1 | Voor | |
Omtzigt | 1 | Voor |