Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Amendement van het lid Michon-Derkzen ter vervanging van nr. 9 over het strafbaar stellen van doxing
35 564 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met versterking van de strafrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit (versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit)
Nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID MICHON-DERKZEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 91
Ontvangen 27 mei 2021
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel I, onderdeel B, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
C
Na artikel 285c wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 285d
Hij die zich identificerende persoonlijke gegevens van een ander of een derde verschaft,
deze gegevens verspreidt of anderszins ter beschikking stelt met het oogmerk om die
ander vrees aan te jagen dan wel hem door anderen vrees aan te doen jagen, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Toelichting
Met dit amendement beoogt de indiener doxing strafbaar te stellen. Bij doxing gaat
het om het verschaffen, verspreiden of anderszins ter beschikking stellen van identificerende
persoonsgegevens met het oogmerk die ander vrees aan te jagen dan wel hem door anderen
vrees aan te doen jagen. Dat kan in de openbaarheid, maar ook in meer besloten kring
gebeuren. De afgelopen tijd is sprake van een sterke toename van intimidatie en bedreiging
tegen hulpverleners, journalisten, bestuurders, wetenschappers en politici. Zo blijkt
uit jaarcijfers van de politie alleen al een toename van het aantal incidenten van
online intimidatie van 58 gevallen in 2019 naar 108 gevallen in 2020. Ook worden hulpverleners,
journalisten, bestuurders en politici vaker aan de deur bedreigd. De adressen van
deze personen worden veelal online verkregen, bijvoorbeeld via sociale media zoals
Twitter en Telegram.
De indiener is van mening dat sprake is van een zeer zorgelijke ontwikkeling, waarbij
personen die vanwege hun (publieke)taak- of functie-uitoefening handelen of zich uitspreken
in persoon bedreigd worden door individuen of groepen die dit handelen of deze uitspraken
in strijd met hun gedachten of belangen vinden. Mede door de opkomst van diverse online
communicatiemiddelen is het relatief eenvoudig om bijvoorbeeld te achterhalen welke
agent te zien is op een filmpje bij een demonstratie. Door online uiting te geven
aan de boosheid over het handelen van de agent en hierbij te vragen waar deze persoon
woont, ontstaat voor deze agent en zijn naasten al een dreigende situatie. De indiener
wil daarom deze fase – waarin nog geen sprake is van een rechtstreekse bedreiging
maar wel sprake is van een indirecte dreiging – strafbaar stellen. Hierbij moet de
dader bij het (zichzelf) verschaffen, verspreiden of anderszins ter beschikking stellen
van gegevens van het individu – zoals een huisadres, school van een kind, bedrijf
van de partner – de intentie hebben om het slachtoffer vrees aan te jagen dan wel
aan te doen jagen. Deze strafbaarstelling draagt bij aan het palet aan mogelijkheden
om tot vervolging over te gaan om deze ontwikkeling een halt toe te roepen. Eveneens
zorgt deze aparte strafbaarstelling ervoor dat er een extra normerende werking van
uitgaat dat dit gedrag, dat grote implicaties heeft voor het (privé)leven van het
slachtoffer, onacceptabel is.
Michon-Derkzen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ingrid Michon-Derkzen, Tweede Kamerlid