Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Amendement van het lid Westerveld ter vervanging van nr. 39 over een overbruggingsregeling voor de tegemoetkoming in de reiskosten
36 410 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024
Nr. 40
AMENDEMENT VAN HET LID WESTERVELD TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 391
Ontvangen 15 januari 2024
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 03 Voortgezet onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 1.000 (x € 1.000).
II
In artikel 03 Voortgezet onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 1.000 (x € 1.000).
Toelichting
Reiskosten mogen wat betreft de indiener nooit een belemmering zijn voor het volgen
van onderwijs. Vanuit het onderwijsveld en leerlingenorganisaties zijn signalen ontvangen
dat reiskosten voor bepaalde groepen op dit moment wel een belemmering vormen. Sommige
leerlingen uit het praktijkonderwijs (pro) kiezen voor een entreeopleiding aan een
mbo-instelling omdat ze dan recht hebben op het studentenreis-product. Een entreeopleiding
binnen het praktijkonderwijs past soms beter bij de capaciteiten van sommige leerlingen,
maar dit geeft geen recht op het studentenreisproduct. Uit onderzoek is bekend dat
de route via het praktijkonderwijs een zeer positief effect heeft op sommige leerlingen
voor het halen van een entree-diploma, maar een nog groter effect heeft op het halen
van een startkwalificatie. Het is daarom belangrijk dat leerlingen voor wie deze route
passend zou zijn, niet worden tegengehouden door reiskosten.
In de Voorjaarsnota is geld vrijgemaakt om deze praktijkonderwijs leerlingen tegemoet
te komen in de reiskosten. Dit geld is echter pas beschikbaar vanaf 2026 omdat er
dan een wettelijke basis is om dit geld uit te keren. De indiener vindt het onwenselijk
dat leerlingen in het praktijkonderwijs en hun ouders dit geld nog twee jaar zelf
moeten betalen, en daardoor dus mogelijk afzien van een passende opleiding, terwijl
er al een politiek besluit is genomen om dit vanaf 2026 te vergoeden. Met name omdat
deze groep kwetsbare leerlingen al vaker de dupe zijn geworden van ingewikkelde regelgeving.
De indiener pleit voor een overbruggingsregeling voor 2024 en 2025 zoals ook is voorgesteld
door het demissionaire kabinet in de vorm van een subsidieregeling waarbij het scholen
voor praktijkonderwijs zelf het geld verstrekken aan de leerlingen die het nodig hebben.
Deze overbruggingsregeling kost 1 miljoen euro voor 2024 en 1 miljoen euro voor 2025.
De dekking voor 2024 (1 miljoen) en 2025 (1 miljoen) wordt gevonden binnen het instrument
subsidies op de regel maatschappelijke diensttijd. Het betreft de niet-juridisch verplichte
middelen van het budget voor de Maatschappelijk Diensttijd. Het ambitieniveau van
de maatschappelijke diensttijd kan in stand blijven, door te herprioriteren binnen
de overige subsidies.
Westerveld
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Lisa Westerveld, Tweede Kamerlid