Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Omtzigt c.s. ter vervanging van nr. 14 over een zware voorhangbepaling
35 594 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers
Nr. 50 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID OMTZIGT C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 14
Ontvangen 31 januari 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel E, onderdeel 2, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «twee leden» vervangen door «drie leden»:
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Het ontwerp van een krachtens dit artikel vast te stellen algemene maatregel van
bestuur wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. De voordracht voor
de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan worden gedaan nadat vier weken
na de overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der
kamers of door ten minste een derde van het grondwettelijk aantal leden van een der
kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel
van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel
van wet zo spoedig mogelijk ingediend.
Toelichting
De hoogte van de redelijke vergoeding voor kleinverbruikers voor de door hen op het
net ingevoede elektriciteit is momenteel niet wettelijk gespecificeerd. Met het voorliggende
wetsvoorstel wordt het mogelijk om een ondergrens voor deze redelijke vergoeding in
lagere regelgeving op te nemen. Het is belangrijk dat inwoners, gezien hun zwakke
onderhandelingspositie richting grote bedrijven, worden beschermd en kunnen rekenen
op een redelijke vergoeding voor de door hen op het net ingevoede elektriciteit. Een
redelijke vergoeding is ook van cruciaal belang om draagvlak voor de verdere verduurzaming
van ons elektriciteitsnet te kunnen blijven behouden. Een redelijke terugverdientijd
van de investering in zonnepanelen moet namelijk gegarandeerd blijven.
Het goed functioneren van voorliggend wetsvoorstel valt of staat dan ook met de invulling
die de AMvB zal geven aan wat een «redelijke vergoeding» is.
De regels moeten begrijpelijk zijn.
Een aantal zaken zal klip en klaar moeten zijn in de AMvB, zoals
• Voor de overgangsjaren (tot 2031) zal duidelijk moeten zijn welke teruggeleverde stroom
gesaldeerd wordt en welke niet. Indien in verschillende tijdvakken verschillende stroomprijzen
of verschillende teruglevertarieven van toepassing zijn, maakt deze berekeningswijze
een groot verschil uit voor wat de kleinverbruiker ontvangt.
• De AMvB zal duidelijk moeten maken welke vormen van beprijzing mogelijk zijn. Natuurlijk
een vast tarief, maar ook onder welke omstandigheden een variabel invoertarief van
toepassing kan zijn en onder welke contractvormen dat niet mogelijk is.
Daarom voorziet dit amendement in een zware voorhangbepaling, waardoor de Kamer betrokken
blijft bij de invulling van die «redelijke vergoeding».
Omtzigt
Leijten
Van Haga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Pieter Omtzigt, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Verworpen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 34 | Tegen |
D66 | 24 | Tegen |
PVV | 17 | Voor |
CDA | 14 | Tegen |
PvdA | 9 | Voor |
SP | 9 | Voor |
GroenLinks | 8 | Voor |
PvdD | 6 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Tegen |
FVD | 5 | Tegen |
DENK | 3 | Voor |
Groep Van Haga | 3 | Voor |
JA21 | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
BBB | 1 | Voor |
BIJ1 | 1 | Voor |
Fractie Den Haan | 1 | Voor |
Gündogan | 1 | Voor |
Omtzigt | 1 | Voor |