Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Omtzigt over fiscale facilitering
36 067 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)
Nr. 172 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID OMTZIGT TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 95
Ontvangen 19 december 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel QQQ, wordt in artikel 150c na het tweede lid een lid ingevoegd,
luidende:
2a. De pensioenovereenkomst is uiterlijk op 1 januari 2027 gewijzigd. Voor zover de pensioenovereenkomst
niet voor deze datum is gewijzigd omdat er geen overeenstemming is bereikt en de gerechtelijke
procedure over de wijziging van de pensioenovereenkomst nog niet is afgerond, wordt
de termijn verlengd tot de procedure is afgerond. Dit lid is van overeenkomstige toepassing
op artikel 220i.
II
Artikel III, onderdeel T, vervalt.
Toelichting
Dit amendement regelt dat het nieuwe artikel 38q, dat de eerbiedigende werking van
het fiscale regime voor de oude pensioenregelingen bevat, niet vervalt op een bij
koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Zonder dit amendement zou het artikel per
1 januari 2027 komen te vervallen, aldus de Memorie van Toelichting. Werknemers van
wie de pensioenovereenkomst niet voor die datum gewijzigd is, zouden dan, vanwege
het vervallen van de omkeerregel, direct hun opgebouwde pensioenaanspraken belast
zien worden in box 1 (tot wel 49,50%), vermeerderd met een revisierente van 20%, waarna
dit opgebouwde pensioen tevens tot het box 3 vermogen gerekend zou worden. Voor dit
risico heeft De Raad voor de Rechtspraak expliciet gewaarschuwd, omdat er in redelijkheid
discussie mogelijk is over kwesties verband houdend met het doorvoeren van wijzigingen
in de pensioensfeer, en de hierover te voeren procedures lang kunnen duren. Indien
nu al vast zou komen te staan dat de fiscale facilitering per 1 januari 2027 zou komen
te vervallen, zouden werknemers zich mogelijk tegengehouden voelen om de rechtsgang
te volgen, ondanks soms zeer legitieme redenen daartoe. De indiener stelt dan ook
voor dat het vervallen van deze fiscale regeling, gezien haar ingrijpende gevolgen,
expliciet aan de Kamer moet worden voorgelegd op het moment dat dit ook mogelijk is
in de praktijk. Dit kan bijvoorbeeld door het in het pakket Belastingplan voor enig
jaar op te nemen.
Omtzigt
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Pieter Omtzigt, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Verworpen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 34 | Tegen |
D66 | 24 | Tegen |
PVV | 17 | Voor |
CDA | 14 | Tegen |
PvdA | 9 | Voor |
SP | 9 | Voor |
GroenLinks | 8 | Voor |
PvdD | 6 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Tegen |
FVD | 5 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
Groep Van Haga | 3 | Tegen |
JA21 | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
BBB | 1 | Voor |
BIJ1 | 1 | Voor |
Fractie Den Haan | 1 | Voor |
Gündogan | 1 | Tegen |
Omtzigt | 1 | Voor |