Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van de leden Hijink en Van den Berg ter vervanging van nr. 7 over een afwegingskader ten behoeve van de toetsing van de proportionaliteit van de maatregelen
36 194 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met de bestrijding van een epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1, of een directe dreiging daarvan
Nr. 24 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN HIJINK EN VAN DEN BERG TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT
ONDER NR. 7
Ontvangen 12 december 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel H, wordt het voorgestelde artikel 58b als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt een «1.» geplaatst.
2. In het eerste lid, onder c, (nieuw) wordt na «maatschappelijk welzijn» ingevoegd
«, waaronder ten minste de sociale, financieel-economische, maatschappelijke en andere
gezondheidsbelangen, zo beperkt mogelijk zijn en tevens».
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Ten behoeve van de toetsing, bedoeld in het eerste lid, onder c en d, ontwikkelt
Onze Minister een afwegingskader voor de beoordeling van een voorgenomen maatregel
voor de bestrijding van een epidemie van een infectieziekte behorend tot groep A1
in het licht van de andere op grond van dat lid te beschermen belangen.
II
In artikel I, onderdeel H, wordt in het voorgestelde artikel 58c, derde en vijfde
lid, «artikel 58b» steeds vervangen door «artikel 58b, eerste lid,».
III
In artikel I, onderdeel H, wordt in het voorgestelde artikel 58d, eerste en derde
lid, «artikel 58b, aanhef,» steeds vervangen door «artikel 58b, eerste lid, aanhef,».
Toelichting
Dit amendement regelt dat de proportionaliteit van de inzet van een pakket van maatregelen
getoetst wordt op basis van een breed algemeen afwegingskader. Dat betekent dat het
Ministerie als onderdeel van de pandemische paraatheid al voor de uitbraak van een
pandemie zo’n algemeen afwegingskader klaar dient te hebben liggen. Indieners achten
het namelijk wenselijk dat de weging over de inzet van een maatregelenpakket niet
alleen wordt gebaseerd op de bestrijding van de ziekteverwekker maar ook op andere
aspecten, zoals de maatschappelijke, sociale en financieel-economische gevolgen van
het pakket aan maatregelen. Het wetsvoorstel lijkt namelijk vooral gericht te zijn
op toetsing op proportionaliteit aangaande de afweging tussen de bestrijding van de
ziekteverwekker en de beperking van grondrechten en zeer algemeen het maatschappelijk
welzijn. Deze toetsing op proportionaliteit hoort volgens de indieners echter breder
plaats te vinden. Bij de bestrijding van Covid-19 zijn immers ook maatregelen genomen
die proportioneel leken in het kader van de virusbestrijding, maar die toch grote
negatieve neveneffecten hadden, zoals het afgrendelen van de verpleeghuizen en het
verbieden van de uitoefening van amateursport. Indieners willen het meewegen van deze
neveneffecten sterker en explicieter in de wet opnemen dan het geval zou zijn indien
enkel «maatschappelijk welzijn» in de wetstekst wordt opgenomen.
Hijink
Van den Berg
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Hijink, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
J.A.M.J. van den Berg, Tweede Kamerlid