Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Ephraim ter vervanging van nr. 75 over een zogenaamd risk chapter
36 067 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)
Nr. 79 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID EPHRAIM TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 75
Ontvangen 10 november 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Na artikel I, onderdeel F, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Fa
Na artikel 10e wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 10f. Opheffing van de leenrestrictie
De pensioenuitvoerder legt de opheffing van de leenrestrictie voor bepaalde leeftijdscohorten
vast. De opheffing van de leenrestrictie is onderdeel van het beleggingsbeleid en
wordt vastgelegd in het strategisch beleggingsbeleid en het beleggingsplan. Bij de
vastlegging van de opheffing wordt in ieder geval het volgende onderbouwd:
a. de kwantificatie van de blootstelling aan meer dan 100% beleggingsrisico met een maximum
van 150%;
b. een nauwkeurige omschrijving van de instrumenten, waaronder een limitatieve lijst
van financiële instrumenten, die ten aanzien van opheffing van de leenrestrictie worden
gebruikt;
c. de risicobeheersmaatregelen die in verband met opheffing van de leenrestrictie worden
getroffen met betrekking tot kwalitatief personeel, rekenkundige modellen, operationele
en IT-risico’s; en
d. dat de opheffing van de leenrestrictie onderdeel is van de rapportage van de houders
van de risicobeheerfunctie en interne auditfunctie.
II
In artikel I, onderdeel SSS, wordt «artikelen 10a, 10b, 10c, 10d, 10e, 17, 21» vervangen
door «artikelen 10a, 10b, 10c, 10d, 10e, 10f, 17, 21».
III
Na artikel VII, onderdeel J, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ja
Na artikel 28e wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 28f. Opheffing van de leenrestrictie
De pensioenuitvoerder legt de opheffing van de leenrestrictie voor bepaalde leeftijdscohorten
vast. De opheffing van de leenrestrictie is onderdeel van het beleggingsbeleid en
wordt vastgelegd in het strategisch beleggingsbeleid en het beleggingsplan. Bij de
vastlegging van de opheffing wordt in ieder geval het volgende onderbouwd:
a. de kwantificatie van de blootstelling aan meer dan 100% beleggingsrisico met een maximum
van 150%;
b. een nauwkeurige omschrijving van de instrumenten, waaronder een limitatieve lijst
van financiële instrumenten, die ten aanzien van opheffing van de leenrestrictie worden
gebruikt;
c. de risicobeheersmaatregelen die in verband met opheffing van de leenrestrictie worden
getroffen met betrekking tot kwalitatief personeel, rekenkundige modellen, operationele
en IT-risico’s; en
d. dat de opheffing van de leenrestrictie onderdeel is van de rapportage van de houders
van de risicobeheerfunctie en interne auditfunctie.
IV
In artikel VII, onderdeel OOO, wordt «26, 28a, 28b, 28c, 28d, 28e, 35» vervangen door
«26, 28a, 28b, 28c, 28d, 28e, 28f, 35».
Toelichting
Dit amendement regelt dat beleggen met geleend geld, dat wil zeggen gebruik te maken
van financial leverage, pas zal worden toegestaan indien een onder toezicht staand
pensioenfonds, dan wel een andere commerciële aanbieder van een oudedagsvoorziening,
een zogenaamd risk chapter heeft ingeleverd waarin:
1. de aanvrager zijn risk management adequaat heeft beschreven met betrekking tot personeel,
modellen, ICT, operationele optuiging en risicoberekeningen waaronder value at risk;
2. de maximale leverage is gekwantificeerd;
3. de instrumenten die ten aanzien van leverage gebruikt zullen worden, exact omschreven
zijn;
4. tweedelijns controles en rapportages (IAD, compliance, Risk Management) in orde zijn;
5. er een limitatieve lijst is van toegestane en te gebruiken financiële instrumenten
met speciale nadruk op derivaten;
6. de gevolgen voor de liquiditeit van het fonds in kaart gebracht zijn;
7. het collateral management proces inclusief het soort onderpand dat door het fonds
verstrekt- en geaccepteerd zal worden.
Dit risk chapter moet goedgekeurd worden door de relevante toezichthouder (DNB, EIOPA)
en jaarlijks herzien en besproken worden met de toezichthouder. Dit gegeven de extra
risico’s die beleggen met geleend geld, dus leverage, met zich mee brengt.
Ephraim
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.R. Ephraim, Tweede Kamerlid