J&V en Europa
1. Subsidiariteitstoetsing
In januari 2016 voerde de commissie V&J een subsidiariteitstoets uit op het voorstel van de Europese Commissie voor het oprichten van een Europese grens- en kustwacht. Een meerderheid van de commissie concludeerde dat het voorstel voldeed aan het subsidiariteitsbeginsel. Wel hadden verschillende fracties vragen en opmerkingen over de inhoud en de proportionaliteit van het voorstel. Op 18 februari 2016 stuurde de commissie V&J daarom een brief aan de Europese Commissie in het kader van een politieke dialoog (zie hierna). De Europese Commissie antwoordde op 2 juni 2016. Dit antwoord is aan de orde geweest tijdens een overleg met de staatssecretaris over de JBZ-Raad op 8 juni 2016.
naar boven2. Parlementair behandelvoorbehoud
Het behandelvoorbehoud is een specifiek Nederlands instrument. Hiermee kan de Tweede Kamer de inzet van de regering in de Europese onderhandelingen extra controleren. Soms is de Kamer van mening dat een Europees wetgevend voorstel van groot politiek belang is. Dan wil de Tweede Kamer nauw betrokken blijven bij de stappen die in de onderhandeling over het voorstel gezet worden. De Tweede Kamer heeft dan de mogelijkheid van het parlementair behandelvoorbehoud.
Behandelvoorbehouden op het terrein van de commissie voor Veiligheid en Justitie
In de afgelopen jaren heeft de Kamer op V&J gebied voorbehouden gemaakt bij Europese voorstellen over onder andere migratie, privacy en het Europees Openbaar Ministerie. Hieronder vindt u een actueel overzicht van behandelvoorbehouden.
Op 7 juli 2017 heeft de Tweede Kamer een behandelvoorbehoud gemaakt bij twee EU-voorstellen over interoperabiliteit van databanken. Het ging specifiek om het Europees strafregister en om het Europees agentschap voor grootschalige IT-systemen op justitieel gebied en een rapport van de Europese Commissie over toekomstige ontwikkelingen. De Kamer heeft vragen gesteld over de voorgenomen gedeeltelijke integratie van bestaande systemen en de ontwikkeling van een aantal nieuwe systemen. De vragen gingen onder meer over de effectiviteit van de maatregelen en de gevolgen voor de privacy van burgers.
In 2017 en 2018 heeft de Tweede Kamer twee maal behandelvoorbehouden gemaakt bij EU-voorstellen over interoperabiliteit van databanken. De Kamer heeft vragen gesteld over de voorgenomen gedeeltelijke integratie van bestaande systemen en de ontwikkeling van een aantal nieuwe systemen. De vragen gingen onder meer over de effectiviteit van de maatregelen en de gevolgen voor de privacy van burgers en migranten.
Op 24 januari 2017 plaatste de Kamer op advies van de commissie V&J een behandelvoorbehoud op het EU-voorstel voor een Europees reisinformatie- en autorisatiesysteem (ETIAS). Dit voorstel regelt dat personen uit niet-EU-landen voortaan vooraf digitaal een autorisatie moeten aanvragen om naar de EU te reizen. Op 25 januari 2017 besprak de commissie V&J het voorstel met de staatssecretaris van V&J. Daarbij maakte de commissie afspraken over de informatievoorziening aan de Kamer over de onderhandelingen tussen de EU-lidstaten.
Op 2 november 2016 plaatste de Kamer op advies van de commissie V&J een behandelvoorbehoud op het tweede hervormingspakket Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS). Dit pakket bestaat uit een herziening van de huidige Opvangrichtlijn, de vervanging van de huidige Kwalificatierichtlijn en Procedurerichtlijn door verordeningen en een nieuwe verordening inzake een gemeenschappelijk EU-hervestigingskader. Op 17 november 2016 besprak de commissie V&J het behandelvoorbehoud met de staatssecretaris van V&J. Daarbij werden informatieafspraken gemaakt met de staatssecretaris over de onderhandelingen in Brussel.
Op 7 juni 2016 plaatste de Kamer op voorstel van de commissie V&J een behandelvoorbehoud op de voorstellen van de Europese Commissie voor herziening van het Gemeenschappelijke Europese Asielstelsel (GEAS). Ook werd een behandelvoorbehoud geplaatst op de voorstellen inzake visumliberalisatie voor Oekraïne, Turkije en Kosovo en de aanpassing van het opschortingsmechanisme visumvrijstelling. Op 8 juni 2016 voerde de commissie V&J overleg over beide behandelvoorbehouden met de staatssecretaris van V&J, waarbij afspraken over de regeringsinzet in Brussel en het informeren van de Kamer over nieuwe ontwikkelingen werden gemaakt. De afspraken over het GEAS en over visumliberalisatie werden op 14 juni 2016 door de Kamer vastgesteld.
Op 6 oktober 2015 plaatste de Kamer op voorstel van de commissie V&J een behandelvoorbehoud op onderdelen van het op 9 september 2015 door de Europese Commissie gepubliceerde migratiepakket. Het behandelvoorbehoud betrof het herplaatsingsmechanisme in crisissituaties en de lijst van veilige landen van herkomst. Op 7 oktober 2015 voerde de commissie V&J hierover een overleg met de staatssecretaris van V&J. Hierbij zijn informatieafspraken gemaakt, die op 13 oktober 2015 door de Kamer zijn vastgesteld.
naar boven3. Politieke dialoog met de Europese Commissie
De commissie V&J stuurde op 5 juli 2016 een brief aan de Europese Commissie in het kader van een politieke dialoog over de voorstellen rondom visumliberalisatie voor Oekraïne, Turkije en Kosovo. Verschillende fracties hadden uiteenlopende vragen en opmerkingen over dit thema. Alle deelnemende fracties riepen de Europese Commissie op om pas over te gaan tot visumliberalisatie voor Oekraïne, Turkije en Kosovo als deze landen aan alle criteria voor visumliberalisatie hebben voldaan. Op 9 december 2016 antwoordde de Europese Commissie op de vragen van de Tweede Kamer.
Op 18 februari 2016 stuurde de commissie V&J een brief aan de Europese Commissie inzake een politieke dialoog over het voorstel voor het oprichten van een Europese grens- en kustwacht. Een meerderheid van de commissie V&J concludeerde dat het voorstel voldeed aan het subsidiariteitsbeginsel, maar verschillende fracties hadden vragen en opmerkingen over de inhoud en de proportionaliteit van het voorstel. De Europese Commissie antwoordde op 2 juni 2016.
naar boven4. Parlementair instemmingsrecht
Op 20 juni 2016 deed de minister van V&J het verzoek om instemming met de toetreding van Peru, Zuid-Korea en Kazachstan tot het Haags Kindontvoeringsverdrag, waarover op EU-niveau wordt besloten. De commissie besloot de stilzwijgende instemmingsprocedure te volgen, waardoor de instemming op 5 juli 2016 werd verleend. Omdat de definitieve tekst van de voorstellen nog werd aangepast, deed de minister een nieuw verzoek om instemming met deze voorstellen. De commissie volgde opnieuw de stilzwijgende procedure, waarmee de instemming werd verleend op 12 november 2016.
Op 30 mei 2016 verzocht de minister van V&J om instemming met betrekking tot twee voorstellen voor nauwere samenwerking op het terrein van huwelijksvermogensrecht en geregistreerd partnerschap. De voorgestelde regelingen waren inhoudelijk gelijkluidend aan de voorstellen die voorlagen in december 2015. De commissie voerde op 8 juni 2016 overleg met de minister over deze voorstellen, waarna de Kamer op voorstel van de commissie besloot de gevraagde instemming te verlenen.
Op 30 november 2015 verzocht de minister van V&J om instemming met twee EU-voorstellen op het terrein van huwelijksvermogensrecht en geregistreerd partnerschap. Ook werd instemming gevraagd voor de toetreding van vijf landen tot het Haags Kindontvoeringsverdrag. De commissie V&J besloot tijdens een extra procedurevergadering versneld de uitdrukkelijke instemmingsprocedure te volgen en voerde op 2 december 2015 overleg met de minister van V&J. Vervolgende verleende de Kamer de gevraagde instemmingen (zie ook hier). Naar aanleiding van de gang van zaken rondom dit instemmingsverzoek maakte de commissies Europese Zaken en V&J samen met de betrokken commissies in de Eerste Kamer nieuwe werkafspraken met de regering.
naar boven5. Rapporteurs
Van april 2015 tot juli 2016 was Jeroen Recourt (PvdA) rapporteur Europees Openbaar Ministerie voor de commissie V&J. Hij kwam in de plaats van Ard van der Steur (VVD), die in maart 2015 minister van V&J is geworden. Van der Steur was rapporteur sinds 20 februari 2014. Het rapporteurschap had tot doel zo veel mogelijk informatie in te winnen over de onderhandelingen omtrent dit Europese voorstel, dat in juli 2013 door de Europese Commissie werd gepresenteerd. De Tweede Kamer sprak zich uit tegen dat voorstel, omdat zij van mening was dat een dergelijk Europees Openbaar Ministerie de bevoegdheden van Europa te veel oprekt.
Van maart 2015 tot april 2016 was Attje Kuiken (PvdA) rapporteur Slimme Grenzen voor de commissie V&J, nadat zij in maart 2015 een interparlementaire conferentie over Slimme Grenzen in het Europees Parlement had bijgewoond namens de commissie. ‘Slimme Grenzen’ is de titel van een wetgevingspakket met maatregelen die het beheer van de Europese buitengrenzen moesten verbeteren, zoals met nieuwe ICT-systemen. Reizigers uit niet-EU-landen die vaak naar Europa reizen, zouden dankzij nieuwe technologieën bijvoorbeeld sneller de grens kunnen passeren. Ook zouden de maatregelen illegale immigratie helpen tegengaan.
naar boven6. Over de EU-instrumenten
Subsidiariteitstoets
De Europese Unie is alleen bevoegd wetgeving te maken als dat efficiënter is dan als de lidstaten het betreffende onderwerp zelf regelen. Dit wordt het beginsel van subsidiariteit genoemd en is neergelegd in het Verdrag van Lissabon. Met de subsidiariteitstoets wordt bepaald op welk niveau een onderwerp waarover de Europese Commissie wetgeving heeft voorgesteld, behandeld moet worden. Als een nationaal parlement een negatief oordeel velt over de subsidiariteit van een EU-voorstel, dan wordt dit kenbaar gemaakt met een brief aan de Europese Commissie. Ook het Europees Parlement, de Raad en de Nederlandse regering worden hierover geïnformeerd. Als een derde van de parlementen van de EU-lidstaten vindt dat het onderwerp niet op Europees niveau geregeld moet worden, dan is sprake van een ‘gele kaart’. De Europese Commissie moet het voorstel dan heroverwegen.
Parlementair behandelvoorbehoud
Met een parlementair behandelvoorbehoud verzoekt de Tweede Kamer de regering om in Brussel een voorbehoud te plaatsen totdat de Kamer nader is geïnformeerd over een nieuw Europees voorstel, als de Kamer het voorstel van groot politiek belang acht en nauw bij de onderhandelingen betrokken wil zijn. Vervolgens maakt de Kamer afspraken met de regering over de informatieverstrekking en over de verdere betrokkenheid van de Kamer bij het onderhandelingsproces. Het plaatsen van een parlementair behandelvoorbehoud is een wettelijk recht van beide Kamers. De Tweede Kamer heeft hiervoor een procedureregeling vastgesteld.
Politieke dialoog met de Europese Commissie
Sinds 2006 kunnen nationale parlementen rechtstreeks corresponderen met de Europese Commissie over Europese voorstellen via de ‘politieke dialoog’. Parlementen kunnen met dit instrument vragen stellen en hun standpunten overbrengen. Indirect oefent de Kamer hiermee ook invloed uit op de regering, de Raad en het Europees Parlement, die een kopie van de brief ontvangen.
Parlementair instemmingsrecht
Bij Europese wetgeving op het terrein van paspoorten en identiteitsbewijzen, politiesamenwerking en het familierecht dient de regering de finale tekst van een voorstel vooraf ter goedkeuring voor te leggen aan de Tweede en Eerste Kamer. Alleen wanneer beide Kamers hun instemming verlenen, kan de regering namens Nederland akkoord gaan in Brussel. Deze bijzondere parlementaire instemming kan uitdrukkelijk of stilzwijgend plaatsvinden. De Tweede Kamer heeft hiervoor een procedureregeling vastgesteld. In 2016 heeft de commissie V&J bovendien aanvullende werkafspraken gemaakt met de regering over deze procedure.
Rapporteurs
Kamercommissies kunnen uit hun midden rapporteurs aanwijzen voor een specifiek onderwerp of project, waaronder EU-dossiers. De taken kunnen per rapporteur verschillen. Doorgaans krijgt de rapporteur de opdracht om zich te verdiepen in het onderwerp en de commissie erover te adviseren. Uitvoerige informatie over de activiteiten van de rapporteurs van de commissie V&J vindt u op deze pagina.
Meer informatie over deze instrumenten vindt u op de website van de commissie Europese Zaken.
naar boven