E-mailprocedure : [E-mailprocedure] - Voorstel van het lid Bruins (CU) tot het stellen van feitelijke vragen over het rapport ‘Ongekend Onrecht’

De vergadering is geweest

23 december 2020
12:00 uur
Commissie: Financiën
Van: Commissie Financiën <cie.fin@tweedekamer.nl>
Verzonden: woensdag 23 december 2020 13:35
Aan: GC-Commissie-FIN <GC-Commissie-FIN@tweedekamer.nl>
CC: Commissie Financiën <cie.fin@tweedekamer.nl>
Onderwerp: [ UITKOMST E-MAILPROCEDURE ] - Voorstel van het lid Bruins (CU) tot het stellen van feitelijke vragen over het rapport ‘Ongekend Onrecht’
 
Aan de (plv.) leden van de commissie Financiën
 
Geachte leden,
 
Op het voorstel van het lid Bruins (ChristenUnie) tot het stellen van feitelijke vragen aan het kabinet over het verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag ‘Ongekend Onrecht’ hebben de volgende, in de commissie Financiën vertegenwoordigde fracties gereageerd:
 
                VVD, PVV, CDA, D66, GroenLinks, SP, PvdA, PvdD, SGP, DENK en 50PLUS
 
Van de fractie van FvD is geen reactie ontvangen.
 
De fracties die hebben gereageerd, steunen het voorstel om een feitelijke-vragenronde te houden over het verslag van de ondervragingscommissie. Het voorstel is derhalve aangenomen. Overigens heeft ook het lid Krol in reactie op de e-mailprocedure zijn instemming met het voorstel uitgesproken. Nu de heer Krol evenwel geen lid is van de commissie Financiën, telt zijn reactie op grond van art. 36 van het Reglement van Orde niet mee voor het resultaat.
 
In de reacties zijn opmerkingen gemaakt over het moment van uiterste aanlevering van uw feitelijke vragen en het moment waarop beantwoording daarvan door de staatssecretaris wenselijk wordt geacht.
Enkele leden hebben uitgesproken de inbrengtermijn in verband met het reces te willen vaststellen op maandag 4 januari 2021. Desgevraagd heeft de heer Bruins mij laten weten zich daarin te kunnen vinden. Wat betreft de termijn waarop de beantwoording zou moeten worden ontvangen, heeft hij uitgesproken te willen vasthouden aan de in het voorstel opgenomen datum van (uiterlijk) maandag 11 januari 2021.
 
Het voorstel van de heer Bruins tot het stellen van feitelijke vragen had betrekking op het verslag van de ondervragingscommissie (Kamerstuk 35510, nr. 2). In zijn reactie op deze e-mailprocedure heeft de heer Omtzigt opgemerkt ook feitelijke vragen over de bijlage bij het verslag te willen stellen. Die bijlage bestaat uit de verslagen van openbare verhoren (Kamerstuk 35510, nr. 3; bestaande uit 1640 pagina’s).
Indien u feitelijke vragen over de verhoorverslagen wenst te stellen, verzoek ik u dat te doen in de context van het verslag van de ondervragingscommissie (met verwijzing naar het desbetreffende paginanummer van het hoofddocument, zijnde het verslag van de commissie).
 
Een convocatie voor het aanleveren van uw feitelijke vragen ontvangt u op een later moment.
 
Met vriendelijke groet,
Sander Weeber
Griffier van de vaste commissie voor Financiën

----
Aan de (plv.) leden van de commissie Financiën


Geachte leden,
 
Het lid Bruins (ChristenUnie) stelt uw commissie voor om een feitelijke-vragenronde te houden over het donderdag gepresenteerde verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. Ik verwijs naar zijn hieronder opgenomen bericht.
Na overleg met de heer Bruins over de door hem genoemde data heeft hij mij verzocht zijn voorstel als volgt te formuleren:
 
Voorgesteld wordt om te besluiten tot het stellen van feitelijke vragen aan het kabinet over het genoemde verslag en de inbrengtermijn daarvoor vast te stellen op maandag 28 december 2020, 14.00 uur, waarbij aan het kabinet zal worden verzocht de te stellen vragen uiterlijk op maandag 11 januari 2021 om 14.00 uur te beantwoorden.
 
Mede namens de voorzitter van uw commissie verzoek ik u mij uiterlijk morgen, woensdag 23 december 2020 om 12.00 uur, te laten weten of u kunt instemmen met dit voorstel (graag een Allen beantwoorden op dit e-mailbericht). Spoedig daarna zal ik u informeren of het voorstel is aangenomen.*
 
Wellicht ten overvloede breng ik in herinnering dat, vooruitlopend op de presentatie van het verslag door de ondervragingscommissie, de Kamer bij de Regeling van werkzaamheden van 15 december jl. reeds heeft uitgesproken dat over dat verslag in de week van 18 dan wel 25 januari een plenair debat zou moeten worden ingepland.
 
 
*Toelichting
De e-mailprocedure is geregeld in artikel 36, vierde lid, van het Reglement van Orde, luidende:
4. Indien een voorstel eenvoudig en spoedeisend van aard is, kunnen de leden van de commissie langs schriftelijke weg over dat voorstel besluiten. De voorzitter van de commissie beslist of een voorstel eenvoudig en spoedeisend van aard is. Het besluit, bedoeld in de eerste volzin, wordt genomen als ware de Kamer in voltallige samenstelling bijeen en zou zij stemmen als bedoeld in artikel 69, derde lid.
Dit betekent dat in een e-mailprocedure een voorstel is aangenomen indien het door een absolute Kamermeerderheid wordt gesteund.

 
 
Met vriendelijke groet,
Sander Weeber
Griffier van de vaste commissie voor Financiën

 
Van: Bruins, E. 
Verzonden: maandag 21 december 2020 16:32
Aan: Commissie Financiën ; Weeber, S. 
Onderwerp: Verzoek feitelijke vragenronde ‘Ongekend Onrecht’
 
Beste Sander,
 
Ik wil graag per email-procedure een feitelijke vragenronde voorstellen van de Commisie Financiën over het vorige week gepresenteerde rapport ‘Ongekend Onrecht’ van de Parlementaire Ondervragingscommissie o.l.v. Chris van Dam). Wil jij dat svp voorleggen aan de Commissie?
 
Mijn voorstel voor inbrengdatum is a.s. woensdag laat/donderochtend vroeg. Beantwoording van de regering graag aan het einde van het kerstreces, dus zo rond 8 à 10 januari.
 
Met hartelijke groet,
Eppo Bruins
 
Woordvoerder Financiën | Sociale Zaken & Werkgelegenheid | Economische Zaken | Onderwijs & Wetenschap | Luchtvaart
 
ChristenUnie fractie | Tweede Kamer der Staten Generaal |

Agendapunten

  1. 1

    Voorstel van het lid Bruins (CU) tot het stellen van feitelijke vragen over het rapport ‘Ongekend Onrecht’

    Te behandelen:

    Loading data