Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Beckerman en Laçin over het bericht dat er gevaarlijke stoffen zijn gelekt bij twee chemiebedrijven in Delfzijl
Vragen van de leden Beckerman en Laçin (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht dat er gevaarlijke stoffen zijn gelekt bij twee chemiebedrijven in Delfzijl (ingezonden 24 juni 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat)
(ontvangen 25 juli 2019).
Inleiding:
De milieuverantwoordelijkheid voor de grote industrie is decentraal belegd. Voor de
beantwoording van deze vragen heb ik dan ook informatie verkregen van het bevoegd
gezag. De provincie Groningen is in dit geval het Wabo-bevoegd gezag. Vergunningverlening,
toezicht en handhaving worden namens de provincie uitgevoerd door de Omgevingsdienst
Groningen.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het bericht van RTV-Noord dat er giftige stoffen zijn gelekt
bij twee chemiebedrijven in Delfzijl?1 Wat is daarop uw reactie?
Antwoord 1
Ja.
Bedrijven zijn zelf primair verantwoordelijk voor de veiligheid en moeten alle maatregelen
nemen om de veiligheid te borgen en ongevallen te voorkomen. Overheden zien erop toe
dat bedrijven de wet- en regelgeving naleven. Daarnaast richt ik me in het programma
Duurzame Veiligheid 2030 samen met overheden, wetenschap en industrie op het voorkomen
van dit soort ongevallen. Het kan echter nooit uitgesloten worden dat ongewone voorvallen
of incidenten zich voordoen.
Vraag 2
Deelt u de mening dat, ondanks dat de veiligheidsregio zegt dat er voor de omgeving
geen gevaar is, omwonenden zich wel erg onveilig moeten voelen na het zoveelste incident
bij het chemiepark? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u er aan doen om de zorgen
te verminderen of weg te halen?
Antwoord 2
Ik begrijp dat omwonenden zich zorgen maken wanneer zich incidenten voordoen op het
chemiepark. Als de omwonenden goed geïnformeerd worden en de incidenten adequaat door
bedrijven en hulpdiensten worden afgehandeld, waardoor er geen gevaar voor de omgeving
is, kan dat naar mijn mening zorgen wegnemen. Volgens gegevens van de omgevingsdienst
Groningen en de Veiligheidsregio ging het in deze twee gevallen om interne incidenten
waarbij er geen gevaar voor omwonenden was. Ook heeft het chemiepark via haar website informatie over deze incidenten gedeeld. Op de website wordt gecommuniceerd over
bijzondere voorvallen die kunnen leiden tot zorgen bij omwonenden.
Vraag 3
Kunt u een overzicht maken van de incidenten met gevaarlijke stoffen in het chemiepark
Delfzijl? Bij hoeveel van die incidenten is er gevaar geweest voor de omgeving?
Antwoord 3
In de bijlage2 is een overzicht van de omgevingsdienst Groningen opgenomen van de ongewone voorvallen
met gevaarlijke stoffen van de bedrijven op het Chemiepark Delfzijl in 20193, welke gemeld zijn bij de omgevingsdienst. Uit de gemelde ongewone voorvallen worden
voorvallen, waarbij een duidelijk hoorbaar alarm uitgaat, de bedrijfsbrandweer wordt
gealarmeerd en aanvullende maatregelen4 kunnen worden genomen, bestempeld als bijzonder voorval. Deze voorvallen worden op
de website van het Chemiepark vermeld, omdat het alarm duidelijk hoorbaar is in de
omgeving en aanleiding zou kunnen zijn voor vragen of opmerkingen. De omgevingsdienst
of chemiepark zelf plaatsen over het algemeen zo snel mogelijk na de alarmering een
bericht op social media en naderhand (binnen 24 uur) verschijnt een uitvoeriger bericht
op de website.
Bij geen van de ongewone voorvallen in 2019 is sprake geweest van gevaar voor de omgeving.
De effecten van de voorvallen waren in twee gevallen merkbaar buiten de inrichting:
de incidenten op 7 en 11 maart bij BioMCN. Dit betrof in beide gevallen het in werking
treden van veiligheden van de fabriek waarbij stoffen via een fakkel worden verbrand.
Dit is een onderdeel van een aanwezige veiligheidsvoorzieningen en heeft naar behoren
gewerkt.
Vraag 4
Wie houdt er toezicht bij welk Lubrizol? Wie houdt er toezicht bij Teijin Aramid?
Wie is de toezichthouder bij overige chemisch bedrijven in dat chemiepark? Kunt u
dit ook weergeven in het overzicht van vraag drie?
Antwoord 4
Bij alle chemische bedrijven op het Chemiepark Delfzijl is de provincie Groningen
het bevoegd gezag, ook bij Lubrizol en Teijin Aramid (Brzo-bedrijf). De uitvoering
van dit toezicht is gemandateerd aan de Omgevingsdienst Groningen. Voor het Brzo toezicht
wordt nauw samengewerkt met de inspectiepartners: Veiligheidsregio Groningen, Veiligheidsregio
Noord en Inspectie SZW. Daarnaast is op bepaalde onderdelen ook regelmatig contact
met de ILT.
Vraag 5
Wanneer zijn deze bedrijven voor het laatst gecontroleerd? Voldeden ze toen aan de
veiligheidsvoorschriften?
Antwoord 5
Voor Lubrizol geldt dat inspectie heeft plaatsgevonden op grond van de Wabo op 11 juni
2019. Daaruit is geen strijdigheid gebleken met de omgevingsvergunning. Er is in de
toezichtsbrief die later is verzonden wel een waarschuwing gegeven voor het niet tijdig
melden van het incident dat op 20 juni 2019 plaatsvond.
Voor Teijin Aramid geldt dat controle heeft plaatsgevonden op grond van de Wabo op
5 maart 2019. Daarbij zijn geen overtredingen vastgesteld. Tevens heeft Brzo-inspectie
plaatsgevonden op 24 en 25 april 2019 en zijn geen overtredingen vastgesteld.
Vraag 6
Kunt u aangeven op welke wijze het milieu is belast en welke maatregelen zijn getroffen
om deze belasting te beperken tot de betrokken fabrieksterreinen?
Antwoord 6
Bij beide incidenten is het effect beperkt tot het fabrieksterrein zelf. Bij Teijin
Aramid ontstond tijdens werkzaamheden een lekkage, waardoor een zoutzuuroplossing
vrijkwam. De bedrijfsbrandweer is ingezet om emissie naar de omgeving te voorkomen.
Ook is de belasting beperkt door waterschermen te gebruiken. Ook bij Lubrizol was
geen sprake van milieubelasting buiten de inrichting. Het bedrijf beschikt over een
installatie voor chloorvernietiging waar zo nodig chloorgas van het productiegebouw
naartoe wordt geleid. Bij het incident op 20 juni heeft dit veiligheidssysteem goed
gefunctioneerd en is het vrijgekomen product in het gebouw gebleven en via deze chloorvernietigingsinstallatie
onschadelijk gemaakt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.