Schriftelijke vragen : Het gebruik van biostimulanten
Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit over het gebruik van biostimulanten (ingezonden 22 juli 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de verschillende artikelen op Boerderij.nl over biostimulanten?1
2. Klopt het dat er op dit moment meer dan 1.000 biostimulanten op de markt zijn?
Vraag 3
Welke instantie(s) houden toezicht op gebruik, verkoop, werking, risico’s en dergelijke
van biostimulanten?
Vraag 4
Klopt het dat op het etiket van biostimulanten niet hoeft te worden vermeld welke
ingrediënten zoals bijvoorbeeld kruidenextracten, etherische oliën of micro-organismen
toegevoegd zijn aan de biostimulanten? Waarom hoeven deze ingrediënten niet vermeld
te worden op het etiket?
Vraag 5
Als het etiket niet hoeft te vermelden welke ingrediënten in een biostimulant aanwezig
zijn, hoe kan een gebruiker dan de mogelijke risico’s of gevolgen van het gebruik
van een biostimulant inschatten?
Vraag 6
Kunt u toelichten hoe het proces van implementatie van de recent in Brussel aangenomen
Europese Meststoffenverordening eruit gaat zien? Wanneer is het voornemen om deze
aanpassing in Nederland te implementeren? Wie is verantwoordelijk voor het voorbereidende
werk? Wanneer is duidelijk hoe een dossier van een biostimulant (met gewasbeschermende
werking) moet worden opgebouwd?
Vraag 7
Deelt u de mening dat het gebruik van biostimulanten veilig moet plaatsvinden en dat
voorkomen moet worden dat de sector te maken krijgt met schadelijke gevolgen van het
gebruik van ingrediënten waarvan zij niet kunnen weten dat deze in een biostimulant
verwerkt zijn, waarmee de sector in het geheel in een negatief daglicht komt te staan?
Vraag 8
Klopt het dat Bacillus amyloliquefaciens MBI 600 gebruikt wordt in «groene» gewasbeschermingsmiddelen?
Wordt deze bacteriestam ook gebruikt in biostimulanten? Zo ja, op welke manier kan
een gebruiker of controle-instantie zien dat deze bacteriestam is toegevoegd aan bijvoorbeeld
een biostimulant? Klopt het dat deze bacterie-strain resistent is tegen diverse antibiotica
die in de gezondheidszorg als klinisch relevant worden beschouwd? Wat vindt u van
dit gebruik? Ziet u een risico dat deze resistente bacterie volvelds gespoten wordt?
Zo ja, waarom is dit toegestaan? Zo nee, kunt u dit wetenschappelijk onderbouwen?
Zo nee, op basis van welke informatie vindt u dit gebruik niet schadelijk?
Vraag 9
Worden er meerdere Bacillus-stammen gebruikt in de «groene» gewasbescherming of biostimulanten?
Hebben deze stammen een toelatingsprocedure bij het College voor de toelating van
gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) doorlopen? Zo nee, is er bepaald of één
of meerdere stammen resistent zijn? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Klopt het dat er biostimulanten op de markt zijn met het micro-organisme Aspergillus
niger? Bent u op de hoogte dat Aspergillus niger bij mensen één van de meest voorkomende
oorzaken van otomycosis, een schimmelinfectie in het oor, is? Klopt het en wat vindt
u ervan dat dit micro-organisme zonder toelating gebruikt mag worden?
Vraag 11
Zijn er nog andere micro-organismen (zoals bijvoorbeeld Pseudomonas chlororaphis stam
MA342, Bacillus pulilis stam QST 2808, Trichoderma asperellum (stam T34) en Streptomyces
K61) die gebruikt kunnen worden in een biostimulans? Zo ja, zijn deze onderzocht en
wat zijn daar de risico’s van?
Vraag 12
Op welke manier wordt er internationaal (ook buiten Europa) samengewerkt om de kennis
op dit onderwerp te vergroten en gebruik te maken van elkaars onderzoek (methode)?
Vraag 13
Bent u bekend met het Amerikaanse Generally Recognized As Safe (GRAS)-systeem? Wat
vindt u van dit beoordelingssysteem? Is het GRAS-systeem een goede werkwijze waarbij
beoordeeld wordt of een product of productgroepen veilig zijn voor mens, dier en milieu
om deze dan op de GRAS-lijst te plaatsen zodat de land- en tuinbouw deze producten
transparant kan gebruiken?
Vraag 14
Sluit deze werkwijze en gedachtegang niet veel beter aan bij het innoveren van plantweerbaarheid
die onze land- en tuinbouwers nodig hebben? Zo nee, waaruit blijkt dit?
Vraag 15
Wat vindt het Ctgb van deze GRAS-systematiek? Wordt deze aanpak al vaker gebruikt?
Vraag 16
Hoe oordeelt u over het initiatief rondom het Algemeen Beschouwd Als Veilig (ABAV)-keurmerk
dat privaat alvast met het Amerikaanse systeem aan de slag is gegaan? Bent u bereid
om samen met het Ctgb een samenwerking aan te gaan om dit keurmerk (of een soortgelijk
aan GRAS) te gebruiken? Zo nee, waarom niet?
Vraag 17
Hoe gaat u de recent aangenomen motie Ziengs/Lodders (Kamerstuk 27 858, nr. 468) waarin u verzocht wordt de procedure tot toelating van biologische gewasbeschermingsmiddelen
te versnellen door gebruik te maken van de informatie van landen waar deze middelen
al zijn goedgekeurd uitvoeren? Bent u bereid om hiervoor ook naar het GRAS-systeem
te kijken? Zo nee, waarom niet?
Vraag 18
Eerder is Skal gemaand tot het opschonen van de meststoffenlijst. Kunt u bevestigen
dat de meststoffenlijst voldoet aan de geldende wet- en regelgeving? Zo nee, waarom
niet en wanneer is deze lijst wel op orde?
Vraag 19
Controleert en handhaaft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op leveranciers
van biostimulanten die een gewasbeschermingsclaim uitdragen met hun biostimulant?
Zo ja, hoeveel controles hebben er in 2017, 2018 en de eerste helft van 2019 plaatsgevonden?
Hoeveel overtredingen of onvolkomenheden zijn er in deze perioden geconstateerd en
wat waren de sancties? Zo nee, waarom is hier (ook na melding door derden) niet overgegaan
tot controles?
Antwoord 20
Wilt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Indiener
W.J.H. Lodders, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.