Schriftelijke vragen : De uitspraak van de Raad van State inzake het Tracébesluit A27/A12
Vragen van het lid Kröger (GroenLinks) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de uitspraak van de Raad van State inzake het Tracébesluit A27/ A12 (ingezonden 19 juli 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraak van de Raad van State inzake het Tracébesluit A27/A12?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat deze uitspraak een logisch gevolg is van de eerdere uitspraak
over het Programmatische Aanpak Stikstof-stelsel (PAS-stelsel) en dat dit niet zozeer
een juridisch probleem is, maar een consequentie van teveel stikstofemissies en te
slechte natuurwaarden?
Vraag 3
Deelt u de mening dat de oplossing dus moet worden gezocht in het snel verminderen
van de emissies en concentraties totdat de natuur zich voldoende heeft hersteld? Zo
ja, hoe gaat u dit aanpakken? Welke extra maatregelen worden overwogen?
Vraag 4
Nu de verbreding van de snelwegen bij Utrecht en het toevoegen van extra wegverkeer
voorlopig geen optie is vragen wij hierbij wat u gaat doen om de bereikbaarheid op
een emissievrije manier te verbeteren? Komen alternatieve opties, zoals het verbeteren
van het openbaar vervoer (ov) en de fietsinfrastructuur weer in beeld? Komen maatregelen,
die de verkeergroei niet accommoderen, maar juist verminderen of spreiden, zoals rekeningrijden,
weer in beeld?
Vraag 5
Bent u bereid de verlaging van de snelheid op de ring Utrecht naar 80 km/u te overwegen,
waarmee voldoende capaciteit binnen de huidige bak een optie is, conform de resultaten
van extern onderzoek?2
Vraag 6
Bent u bereid om op korte termijn wel te starten met de «minder hinder»-maatregelen,
die voorzien waren voor tijdens de werkzaamheden, zoals bijvoorbeeld automobilisten
te adviseren om -voor wie dat mogelijk is- op andere tijden te reizen, een alternatief
vervoermiddel te kiezen of thuis te werken? Bent u bereid op korte termijn ook andere
maatregelen te nemen die tijdens werkzaamheden vaak gebruikt worden om binnen de bestaande
capaciteit doorstroming op peil te houden, zoals het verlagen van de snelheid en het
versmallen van rijbanen?3
Vraag 7
Welke voorbereidende werkzaamheden zijn inmiddels uitgevoerd? Heeft dit onherstelbare
schade aan natuur en landschap aangericht? Worden deze voorbereidende werkzaamheden
nu gestaakt? Wat hebben deze werkzaamheden en de totale voorbereiding van dit project
tot nu toe gekost?
Vraag 8
Wat gaat er met de voor dit project gereserveerde fondsen gebeuren? Worden deze toegevoegd
aan de overschotten op de infrastructuurbegroting of ingezet voor projecten die niet
voor meer luchtvervuiling zorgen?
Vraag 9
Worden de onderdelen van het project die onomstreden zijn en waarvoor geen wijziging
van het tracébesluit nodig is, zoals de natuurcompensatie of de betere geluidsschermen,
wel uitgevoerd? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Welke andere projecten die leiden tot extra stikstofemissies zijn nu in voorbereiding?
Welke hiervan lopen eveneens het risico om door de uitspraak van de Raad van State
te worden belemmerd? Ben u van plan dit risico voor elk project te nemen of gaat u
de conclusies van deze zaak toepassen op alle lopende projecten?
Indieners
-
Gericht aan
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
Suzanne Kröger, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.