Schriftelijke vragen : De berichten ‘Iraans anti-Israëlprotest bereikt ook westerse steden’ en ‘CIDI: Stop haatdemonstraties Iraans regime in Nederland’
Vragen van de leden Drost, Voordewind en Segers (allen ChristenUnie) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Justitie en Veiligheid en van Buitenlandse Zaken over de berichten «Iraans anti-Israëlprotest bereikt ook westerse steden» en «CIDI: Stop haatdemonstraties Iraans regime in Nederland» (ingezonden 7 juni 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichten «Iraans anti-Israëlprotest bereikt ook westerse
steden»1 en «CIDI: Stop haatdemonstraties Iraans regime in Nederland»2 en de uitlatingen als «Boycot Israël», Weg met Israël», «Weg met Amerika» en «Down,
down, Israel» die tijdens deze demonstratie zijn gedaan?
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat deze oproepen voor de ondergang en beëindiging van de staat
Israël, als enige Joodse staat, en voor de ondergang van de Verenigde Staten, gezien
mogen worden als het aanzetten tot haat? Zo ja, welke consequenties zijn hieraan verbonden?
Zo nee, welke kwalificatie geeft u dan aan deze uitlatingen? Zijn er verder strafbare
feiten geconstateerd?
Vraag 3
Kunt u zich voorstellen dat de aanwezige politie, op basis van genoemde uitlatingen,
had gekozen voor beëindiging van de demonstratie? Zo nee, bij welk soort uitlatingen
zou hier wat de regering betreft wel sprake zijn van moeten zijn?
Vraag 4
Was bij de demonstratie een politieagent dan wel een tolk aanwezig die ook de niet-Nederlandse
uitlatingen kon verstaan en duiden? Zo nee, hoe staat u tegenover de suggestie om
gemeenten, in elk geval de gemeente Den Haag, te verzoeken dit in de toekomst wel
te doen bij demonstraties waar politie aanwezig is en waarbij redelijkerwijs kan worden
aangenomen dat (ook) uitlatingen in een vreemde taal worden gedaan?
Vraag 5
Kan u ingaan op de stelling van het CIDI dat sprake is van betrokkenheid van het Iraanse
regime bij de organisatie van deze demonstratie? Zijn er redenen om eventuele betrokkenheid
uit te kunnen sluiten? Deelt u de lezing dat, indien dit het geval is, hier sprake
zou zijn van het misbruiken van onze vrijheden door een onvrij regime om een boodschap
van haat op Nederlands grondgebied te kunnen uitdragen? Wat zou, wat het kabinet betreft,
hier een gepaste reactie op zijn?
Vraag 6
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het algemeen overleg Demonstratie op
3 juli 2019?
Indieners
-
Gericht aan
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
N. Drost, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
G.J.M. Segers, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.