Wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs

5 december 2018, wetsvoorstel - Door de rente op studieleningen te verhogen wil minister Van Engelshoven (Onderwijs) het leenstelsel betaalbaar houden. Maar oppositiewoordvoerders vrezen dat het hoger onderwijs hierdoor minder toegankelijk wordt.

De rente op studieleningen is nu gekoppeld aan de relatief lage vijfjaarsrente, terwijl de gemiddelde looptijd van studieleningen langer is. De overheid draait op voor het verschil in rentekosten, zo redeneert het kabinet. Daarom is in het regeerakkoord afgesproken om vanaf 2020 uit te gaan van de gemiddeld hogere tienjaarsrente.

Het wetsvoorstel maakt de onderwijsbegroting op langere termijn houdbaar, verwacht Tielen (VVD), zodat er voldoende geld blijft voor goed onderwijs. Van Meenen (D66) vindt de maatregel "verdedigbaar", omdat die de toegankelijkheid van het onderwijs niet aantast. Een hogere rente ontmoedigt het maximaal lenen, hoopt Van der Molen (CDA), en voorkomt zo toekomstige afschrijvingen op niet-afgeloste studieleningen.

Kritiek oppositie

Een hogere rente op studieleningen draagt bij aan de stapeling van problemen voor jongeren, zegt Futselaar (SP): hun sociaal-economische situatie verslechtert erdoor. In zijn ogen is er geen reden, geen aanleiding en geen onderbouwing voor het wetsvoorstel.

Het op orde brengen van de overheidsfinanciën lijkt de enige reden voor het wetsvoorstel, concludeert Westerveld (GroenLinks). En dan zijn studenten kennelijk een makkelijke groep om op te bezuinigen. Waarom wordt het geld niet ergens anders gezocht, bijvoorbeeld bij veelverdieners of bij bedrijven die grote winsten maken?

Het kabinet zorgt goed voor de bedrijven maar kijkt niet naar de mensen, stelt Van Dijk (PvdA). Het wetsvoorstel van de minister is daar volgens hem een goed voorbeeld van. Hij doet een voorstel voor een andere bezuiniging: afschaffing van het belastingvoordeel voor expats met een hoog inkomen.

De brede kritiek op het wetsvoorstel zou reden moeten zijn om het van tafel te halen, zegt Azarkan (DENK). Hij vreest dat de toegankelijkheid van het hoger onderwijs verslechtert en wijst op de hoge psychische druk door schulden. Beertema (PVV) sluit zich daarbij aan en waarschuwt voor leenangst. Die treft vooral jongeren die als eerste in hun gezin gaan studeren.

De hogere rente op studieleningen wordt niet betaald door studenten maar door mensen die door hun studie een hoger inkomen krijgen, benadrukt de minister. Zij denkt daarom niet dat de toegankelijkheid van het hoger onderwijs in gevaar komt.

Doorstroom mbo-hbo

Als mbo'ers doorstromen naar het hbo, gaan ze ook over hun reeds opgebouwde studieschuld de hogere tienjaarsrente betalen. Dit is een negatieve prikkel, betoogt Futselaar (SP). Daarom wil hij dat voor oude mbo-studieschulden de bestaande rentevoorwaarden blijven gelden.

Leenaversie is geen doorslaggevende reden voor mbo'ers om niet door te gaan met studeren, zo concludeert de minister op basis van onderzoek. Bovendien wordt het systeem ingewikkelder als er verschillende rentepercentages gelden. Zij wijst Futselaars voorstel dan ook af.

De Kamer stemt op 11 december over het wetsvoorstel en de ingediende moties.

zie ook

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort

  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.

  • Kijk debatten terug via Debat Gemist