Wiebes zoekt steun voor Belastingplan 2016

2 november 2015, wetsvoorstel - Om het Belastingplan door de Eerste Kamer te loodsen heeft staatssecretaris Wiebes (Financiën) naast de steun van Neppérus (VVD) en Groot (PvdA) ook die van een deel van de oppositie nodig.

Het draagvlak voor het Belastingplan ligt niet voor het oprapen, zo stelt de staatssecretaris vast gezien de wensen van de verschillende oppositiewoordvoerders. Focus meer op het scheppen van banen, vraagt Van Weyenberg (D66), door extra lastenverlichting op arbeid. Omtzigt (CDA), Dijkgraaf (SGP) en Schouten (ChristenUnie) vragen aandacht voor de koopkracht van eenverdieners. Krol (50PLUS), Omtzigt, Bashir (SP) en Van Dijck (PVV) voor die van ouderen. Kies voor meer vergroening van het belastingstelsel, suggereren Grashoff (GroenLinks), Van Weyenberg en Schouten. Bashir pleit voor een miljonairsbelasting. Schaf de "oneerlijke erfbelasting" af, vraagt onafhankelijk Kamerlid Klein. Het zal niet lukken om iedereen "volmaakt gelukkig" te maken, concludeert Wiebes.

Belastingverlaging moet zorgen voor extra banen en koopkracht

De regering wil 5 miljard uittrekken om de belastingen te verlagen. De lasten op arbeid moeten omlaag om de werkgelegenheid te vergroten, stelt Wiebes, en om de koopkracht van huishoudens te verhogen. Krol is teleurgesteld over de manier waarop dit uitpakt voor ouderen: veel van hen gaan er niet of nauwelijks op vooruit. In de ogen van Dijkgraaf is het onrechtvaardig dat eenverdieners (veel) meer belasting betalen dan tweeverdieners, zeker omdat 75% eigenlijk geen keuze heeft. Het loont voor eenverdieners nauwelijks om meer uren of in een beter betaalde baan te gaan werken, stellen Omtzigt, Schouten en Van Dijck vast.

Wiebes koppelt vergroening aan ontzien eenverdieners

De staatssecretaris probeert de steun voor het Belastingplan te vergroten door wensen van verschillende woordvoerders aan elkaar te verbinden. Hij suggereert om extra geld (100 miljoen) binnen te halen door vergroening, zoals met name door Grashoff voorgesteld, en dat te gebruiken voor verhoging van de kinderbijslag, het kindgebonden budget en de tegemoetkoming voor ouders van gehandicapte kinderen (TOG). Maar volgens Dijkgraaf profiteren eenverdieners daar niet specifiek genoeg van. Hij zou liever zien dat de overdracht van de algemene heffingskorting langzamer wordt afgebouwd. Van Weyenberg en Grashoff willen dat het geld dat binnenkomt door vergroening, naar lagere lasten op arbeid gaat.

Discussie over belasten van vermogen

Mensen met een groot vermogen halen in het algemeen veel hogere rendementen dan mensen met een klein vermogen. Dit is zo omdat er gemiddeld meer wordt verdiend met bijvoorbeeld vastgoed en aandelen dan met geld op een spaarrekening. De regering wil daarmee vanaf 2017 rekening gaan houden in de vermogensrendementsheffing door uit te gaan van hogere rendementen bij grote vermogens. Maar volgens Van Dijck wordt uitgegaan van veel te hoge opbrengsten: de rente op een spaarrekening bedraagt slechts 1%. De ambitie moet zijn om uiteindelijk uit te gaan van reële rendementen, benadrukt Neppérus. Daar sluit Bashir zich bij aan, die bovendien een miljonairsbelasting wil invoeren.

Regelingen voor onderkant van arbeidsmarkt aangepast

De bestaande premiekortingen voor mensen met een moeilijke positie op de arbeidsmarkt zijn ingewikkeld, fraudegevoelig en slecht toegankelijk voor kleinere werkgevers. Daarom komt minister Asscher (Sociale Zaken) met de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) met loonkostenvoordelen en een lage-inkomensvoordeel tot 120% van het minimumloon. Neppérus, Groot en Dijkgraaf zijn positief, maar Omtzigt en onafhankelijk Kamerlid Van Vliet zetten vraagtekens bij de uitvoerbaarheid. Dat men minimaal een jaar in dienst moet zijn, maakt het volgens Van Weyenberg onaantrekkelijk om tijdelijk werk te aanvaarden. Grashoff, Bashir en Schouten vragen zich af of er niet veel geld weglekt naar onbedoelde groepen, zoals studenten en arbeidsmigranten.

De Kamer debattereerde eerder over het Belastingplan 2016 op 26 oktober. Het debat gaat op een later moment verder.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.