Geen consensus over nieuw openingsartikel Grondwet

31 mei 2017, Wetsvoorstel - De regering wil een nieuwe eerste zin aan de Grondwet toevoegen: "De Grondwet waarborgt de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten". De meeste fracties zijn daar niet direct enthousiast over.

De regering wil graag de kernbeginselen democratie, rechtsstaat en grondrechten opnemen in de Grondwet, als een soort verklaring vooraf. Die zijn nu ook al belangrijk voor Nederland, maar worden nog niet expliciet genoemd in de Grondwet.

Weinig enthousiasme

De meeste fracties lopen niet warm voor het zinnetje van de regering. Waarom? Niet omdat ze niet overtuigd zijn van de meerwaarde van democratie, de rechtsstaat en de grondrechten. Maar voor de een is het niet genoeg, de ander vindt het overbodig en sommigen vinden de procedure onverkwikkelijk. Op het ene zinnetje van de regering zijn in totaal zes amendementen ingediend.

Niet ver genoeg

Volgens Van Engelshoven (D66) voldoet de formulering van het kabinet niet aan de verwachtingen. Koopmans (VVD) vindt dat de zin als volgt zou moeten luiden: "De Grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat". Van Engelshoven wil daarnaast ook een bepaling over de grondrechten en de fundamentele rechtsbeginselen in de Grondwet.

Segers (ChristenUnie) en Özütok (GroenLinks) missen in het regeringsvoorstel de mensenrechten. Een nadere bepaling over bijvoorbeeld kinderrechten of een verbod op foltering zou hen goed lijken. Ook Öztürk (DENK) pleit voor een uitgebreidere inleiding op de Grondwet.

Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) wil de toevoeging aan de Grondwet juist sober houden, net als de Grondwet zelf. Daarom is de zin zo kort. Hij wil voorkomen dat er van alles wordt toegevoegd.

Overbodige wijziging

Nietszeggend. Dat is het oordeel van Van Raak (SP) over de algemene bepaling die de regering voorstelt. Hij ziet de wijziging als symboolpolitiek.

Ook Bruins Slot (CDA) is geen voorstander van de algemene bepaling. Zij constateert dat er voor een grondwetswijziging in het algemeen sprake moet zijn van "constitutionele rijpheid". Dat de opvattingen over dit voorstel zo sterk uiteenlopen, laat volgens haar duidelijk zien dat die rijpheid ver te zoeken is.

Onjuiste procedure?

Van der Staaij (SGP) komt samen met Van Raak (SP) met het bezwaar dat de Tweede Kamer zich niet aan de geldende procedure voor een grondwetswijziging heeft gehouden. Dat staat wat hen betreft los van de inhoud van het voorstel, maar zij willen dit wel in dit debat genoemd hebben.

De Kamer besluit tijdens het debat om over deze kwestie voorlichting te vragen aan de Raad van State. Daarnaast wil de Kamer op verzoek van Segers nagaan hoe zij hierover zelf duidelijkheid kan scheppen in het eigen Reglement van Orde.

Of de zin uiteindelijk echt in de Grondwet komt, en in welke variant precies, moet bij de stemmingen blijken. Voor een grondwetswijziging geldt bovendien een extra zware procedure. Het parlement moet er twee keer een beslissing over nemen, in zowel de Tweede als de Eerste Kamer. In de tweede ronde moet bovendien een tweederdemeerderheid instemmen met de wijziging.

De Kamer sprak eerder over dit onderwerp op 11 april 2017. Stemmingen over het wetsvoorstel, de amendementen en de moties zijn op 6 juni 2017.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.