Debat over de overname van de chemietak van AkzoNobel

2 april 2019, debat - Een overname van de chemietak van AkzoNobel is voor de Kamer aanleiding om met minister Wiebes van Economische Zaken te reflecteren op de rol van aandeelhouders bij bedrijfsovernames.

In oktober 2018 werd de overname van de chemietak van AkzoNobel door het Amerikaanse investeringsbedrijf Carlyle afgerond. Heeft de overheid daarover iets te zeggen? Zijn de belangen van de werknemers voldoende beschermd bij een dergelijke overname? En wat te doen als een bedrijf met een vitaal belang, bijvoorbeeld in de telecomsector, in buitenlandse handen valt? Daarover spreekt de Kamer met minister Wiebes.

Korte of lange termijn?

Het ging bij de overname van de chemietak van AkzoNobel om de verkoop van een zelfstandig bedrijf, merkt De Vries (VVD) op. Zij vindt niet dat de overheid en de politiek zich daarin moeten mengen. Hoogstens kan de overheid volgens haar als marktmeester zorgen voor een eerlijk speelveld en een goed vestigings- en investeringsklimaat.

Niet marktomstandigheden of bedrijfsresultaten waren aanleiding voor de verkoop, denkt Futselaar (SP), maar de wens om snel dividend aan aandeelhouders uit te keren. Hij wil van de minister weten hoe Nederlandse bedrijven zich kunnen wapenen tegen overnames die vooral tot doel lijken te hebben om buitenlandse aandeelhouders te paaien.

Bij deze overname lijkt het goed te zijn gegaan, maar Moorlag (PvdA) vreest het kortetermijnwinstbejag van aandeelhouders. Zou de overheid niet verder moeten gaan om bedrijven te beschermen tegen de nadelen van flitskapitalisme, omdat ze bijvoorbeeld door hun nieuwe eigenaar worden opgezadeld met schulden?

Minister Wiebes wil waken voor te grote woorden. Het moet aantrekkelijk zijn voor bedrijven om in Nederland te investeren, benadrukt hij, want dat leidt tot werkgelegenheid. Aandeelhouders die een bedrijf met winst willen doorverkopen, kunnen volgens Wiebes niet alleen naar de korte termijn kijken. Potentiële kopers eisen namelijk een gezonde langetermijnstrategie.

Belangen van medewerkers

Moorlag (PvdA) en Futselaar (SP) vragen zich af of de medewerkers wel voldoende zeggenschap hebben bij een overname. De rol van aandeelhouders en medewerkers is keurig ingebed in het Rijnlandse model dat in Nederland wordt gehanteerd, zegt Wiebes. Dat systeem bevat voldoende waarborgen voor een goede belangenafweging, zoals een verplichte bedenktijd voor alle betrokken partijen bij een voorgenomen overname.

De pensioenen van de medewerkers van het chemiebedrijf zijn lang niet geïndexeerd, merkt Van der Lee (GroenLinks) op. Zouden zij niet van een overname moeten profiteren met hogere pensioenen? Dat zou Wiebes vreemd vinden, want de pensioenen zijn bewust op afstand gezet van het bedrijf. Een eigendomswissel zou dus geen invloed mogen hebben op de hoogte van de pensioenen.

Publiek belang en vitale sectoren

De overheid moet voorkomen dat Nederlandse bedrijven die sociaal-maatschappelijk of financieel-economisch van nationaal belang zijn, zoals energieleveranciers of telecombedrijven, in buitenlandse handen vallen, bepleit Graus (PVV).

Van den Berg (CDA) wil eerst scherper in kaart hebben waar de risico's precies zitten. Zij roept het kabinet wel op om werk te maken van de in het regeerakkoord aangekondigde wetgeving om vitale Nederlandse bedrijven en instituten te beschermen tegen buitenlandse overnames.

De minister wijst erop dat het kabinet momenteel werkt aan een analyse van de risico's per sector. Die wil hij afwachten voordat hij verdere stappen overweegt.

De Kamer stemt op 9 april over de ingediende moties.

Zie ook

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
  • Kijk debatten terug via Debat Gemist