Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Aukje de Vries over het bericht dat loyale klanten meer betalen voor een verzekering
Vragen van het lid Aukje de Vries (VVD) aan de Minister van Financiën over het bericht dat loyale klanten meer betalen voor een verzekering (ingezonden 15 april 2025).
Antwoord van Minister Heinen (Financiën) (ontvangen 9 mei 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten getiteld «Een
eerlijke premie voor loyale klanten» waaruit blijkt dat bij bijna de helft van de
verzekeraars loyale klanten meer premie betalen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe kijkt u naar de bevindingen van het onderzoek? Welke regels worden hierdoor overtreden?
Antwoord 2
In haar rapport concludeert de AFM dat bijna de helft van de onderzochte verzekeraars
bij minimaal één van hun producten hogere premies rekent voor loyale klanten zonder
dat dit verklaarbaar is op basis van de risicoprofielen van die klanten. Zij stelt
tevens vast dat dit mogelijk in strijd is met de eerlijke en zorgvuldige behandeling
van klanten. Als dit het geval is, dan is dit een onwenselijke praktijk. Ik waardeer
het dat de AFM haar rol als toezichthouder hier vervult en dit heeft onderzocht, en
waar nodig hiertegen optreedt.
De AFM benoemt in de publicatie de regels die hiermee mogelijk worden overtreden,
namelijk de normen voor productontwikkeling en de algemene zorgplicht van verzekeraars.
Het rapport stelt: «Volgens artikel 32 Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen
Wft (BGfo) moet een financiële onderneming beschikken over adequate procedures en
maatregelen die waarborgen dat bij de ontwikkeling van het financieel product op een
evenwichtige wijze rekening wordt gehouden met de belangen van de consument en dat
het financieel product aantoonbaar het resultaat is van deze belangenafweging. Onderdeel
hiervan is dat de producten kostenefficiënt zijn voor de klant. Artikel 25 IDD (Toezicht op producten en governancevereisten)
bevat een vergelijkbare norm. Op grond van artikel 4:24a Wft, die tevens een verwerking
is van artikel 17, lid 1, IDD, dienen financiële dienstverleners verder op zorgvuldige
wijze de gerechtvaardigde belangen van de consument in acht te nemen.»2
Vraag 3
Deelt u de mening dat het niet eerlijk is dat loyale klanten bij bijna de helft van
de verzekeringsmaatschappijen meer premie betalen dan nieuwe klanten, zonder dat die
verschillen verklaard kunnen worden, bijvoorbeeld door een ander risicoprofiel? Zo
ja, wat gaat u hieraan doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Voor mijn standpunt over de bevindingen van de AFM verwijs ik naar antwoord 2. De
AFM heeft in haar rapport gesteld dat zij de betreffende verzekeraars heeft aangesproken
en dat zij de komende periode met hen in gesprek zal treden over naleving van de productontwikkelingsnorm.
Tevens zal de AFM bekijken of er inderdaad sprake is van overtreding van de productontwikkelingsnorm.
Het is aan de toezichthouder om indien nodig op te treden.
Vraag 4
Welke verklaring heeft u dat dit fenomeen voorkomt bij de helft van de verzekeringsmaatschappijen,
maar ook een verklaring waarom het niet voorkomt bij de andere helft van de verzekeraars?
Antwoord 4
Verzekeraars stellen zelf de hoogte van premies voor hun producten vast. De wijze
waarop zij komen tot hun premiestelling is bedrijfsvertrouwelijk. Ik heb daar geen
inzicht in en kan daarom geen uitspraak doen over de redenen waarom dit fenomeen bij
sommige verzekeraars wel en bij andere verzekeraars niet voorkomt. Het rapport van
de AFM gaat hier niet op in.
Vraag 5
Welke mogelijkheden heeft de toezichthouder om op te treden tegen verzekeraars die
hiermee Nederlandse- en Europese regels overtreden van eerlijke en zorgvuldige behandeling
van klanten, zonder goede verklaring voor de verschillen? En is dit voldoende om het
probleem aan te pakken?
Antwoord 5
Als er sprake is van een overtreding van wettelijke regels dan heeft de AFM een breed
scala aan formele en informele handhavingsbevoegdheden. Zij kan bijvoorbeeld overgaan
tot een toezicht- of waarschuwingsbrief, het doen van een aanwijzing of het opleggen
van een last onder dwangsom of boete. Ik acht de AFM met de bestaande bevoegdheden
voldoende in staat om op te treden tegen eventuele overtredingen van wettelijke normen.
Daarnaast heb ik ook geen signalen ontvangen van de AFM dat haar bevoegdheden op dit
vlak tekortschieten.
Vraag 6
Welke rol ziet u voor het Ministerie van Financiën om dit probleem aan te pakken?
Antwoord 6
Zoals in antwoord 3 is toegelicht, gaat de AFM nu met verzekeraars in gesprek en zal
zij bekijken of er sprake is van overtreding van de wettelijke regels. Mocht dit nodig
zijn dan heeft de AFM voldoende mogelijkheden om hiertegen handhavend op te treden,
zie ook antwoord 5. Op dit moment zie ik daarom geen aanvullende rol weggelegd voor
het Ministerie van Financiën.
Vraag 7
Hoe kijkt u naar de bevinding van het onderzoek dat loyale klanten ook minder gunstige
polisvoorwaarden hebben dan nieuwe klanten, terwijl zij wel een vergelijkbare premie
betalen? Deelt u hierbij de mening van de AFM dat loyale klanten hiermee worden benadeeld?
Antwoord 7
In het rapport wordt geconcludeerd dat er soms een hogere winstmarge is bij loyale
klanten ten opzichte van nieuwere klanten. Die winstmarges worden door de AFM berekend
door het vergelijken van de premie die de klant op jaarbasis betaalt af te zetten
tegen het bedrag dat de verzekeraar verwacht nodig te hebben om de kosten van een
individuele polis op jaarbasis te kunnen dekken. De AFM stelt vervolgens dat er twee
verklaringen kunnen zijn voor een hogere winstmarge tussen klanten: een hogere premie
bij gelijke polisvoorwaarden of een gelijke premie bij slechtere polisvoorwaarden.
Er is door AFM echter niet vastgesteld welke van deze twee verklaringen ten grondslag
ligt aan het geconstateerde verschil in winstmarges tussen loyale en nieuwere klanten.
Er is niet geconcludeerd dat loyale klanten daadwerkelijk minder gunstige polisvoorwaarden
hebben dan nieuwere klanten. Hierdoor kan ik er ook geen uitspraken over doen.
Vraag 8
Heeft u zicht op hoeveel klanten nadeel ondervinden van deze praktijk van verzekeringsmaatschappijen?
Zo ja, kunt u hiervan een overzicht geven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Op basis van het onderzoek van de AFM kan niet met zekerheid worden vastgesteld hoeveel
individuele klanten geraakt worden door dit fenomeen omdat is gekeken naar gemiddelde
resultaten per klantgroep. Dit is niet terug te leiden naar exacte aantallen klanten.
Daarnaast betrof het onderzoek achttien verzekeraars en niet de gehele in Nederlandse
verzekeringssector, dus ook vanuit dat opzicht is er geen volledig beeld te geven
van het aantal klanten dat mogelijk wordt geraakt in Nederland. Ik heb geen andere
gegevens beschikbaar dan het onderzoek van de AFM en kan hier dus geen overzicht van
geven.
Vraag 9
Het onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten ziet toe op drie vormen van autoverzekeringen
(WA, WA+ en Allrisk), inboedelverzekeringen en aansprakelijkheidsverzekeringen, maar
heeft u aanleiding dat deze hogere premie voorkomt bij meer verzekeringsvormen? Zo
ja, welke indicaties heeft u om dit te geloven, welke verzekeringsvormen betreft dit?
Zo nee, bent u bereid hier onderzoek naar te laten doen?
Antwoord 9
Naast het recente onderzoek van de AFM heb ik geen gegevens beschikbaar over de hoogte
van premies die loyale en nieuwere klanten betalen bij andere verzekeringsvormen.
Hierdoor kan ik geen uitspraak doen over kans dat er bij meer verzekeringsvormen sprake
is van dergelijke premieverschillen. Het is aan de AFM als toezichthouder om te bezien
of (meer) actie nodig.
In haar publicatie roept de AFM verzekeraars die niet in scope waren van dit onderzoek
op om in kaart te brengen of er (niet-actuariële) premieverschillen zijn tussen loyalere
klanten en degenen die voor het eerst verlengen. Daarnaast stelt de AFM de ontwikkelingen
rondom margepersonalisatie en de naleving van de zorgplicht en de productontwikkelingsnormen
in de verzekeringssector te blijven monitoren. Ik heb er het volste vertrouwen in
dat de AFM de benodigde stappen zal zetten om op te treden tegen (potentiële) overtredingen van de wettelijke regels.
Vraag 10
Wat zijn de resultaten van een recente maatregel die is genomen in het Verenigd Koninkrijk
naar aanleiding van een soortgelijke conclusie uit onderzoek, namelijk de maatregel
dat het is verboden om nieuwe klanten een lagere premie aan te bieden?
Antwoord 10
Hoewel de Financial Conduct Authority bij de introductie van de maatregel in 2022
vermeldde dat een evaluatie zou plaatsvinden in 2024, heeft zij op dit moment nog
geen resultaten van een dergelijke evaluatie gepubliceerd. Er is daarom nu geen uitspraak
te doen over de resultaten van de maatregel.
Vraag 11
In hoeverre hebben Ierland en/of Zweden maatregelen genomen tegen het fenomeen van
hogere premies voor loyale klanten nadat deze praktijk ook in deze landen is geconstateerd?
Zo ja, welke maatregen betrof dit en welke resultaten zijn er daar te zien?
Antwoord 11
In Ierland zijn per januari 2022 verschillende maatregelen genomen tegen de praktijk
dat een klant hogere premies betaalde voor huis- en autoverzekeringen naarmate hij
langer klant is, om geen andere reden dan de duur van de termijn dat hij al klant
is. Het werd verboden om bij een tweede of daaropvolgende vernieuwing van een verzekeringsovereenkomst
de prijs meer te verhogen dan zou plaatsvinden bij de eerste verlening van het contract.
Daarnaast moeten verzekeraars jaarlijks hun beleid en proces van premiestelling evalueren
en zijn er extra informatieverplichtingen richting klanten geïntroduceerd bij schadeverzekeringen
die automatisch verlengen. In december 2023 heeft de centrale bank van Ierland een
evaluatie van deze maatregelen gepubliceerd.3 Er is onder meer geconcludeerd dat klanten die al twee of drie keer hun contract
verlengd hebben geen hogere premies meer betalen dan klanten die hun contract een
keer verlengd hebben.
De Finansinspektionen, de Zweedse financiële toezichthouder, heeft in juli 2022 een
onderzoek gepubliceerd over premiedifferentiatie tussen nieuwere en loyale klanten.4 In het rapport zegt de toezichthouder in gesprek te zullen treden met de verzekeringssector.
Er zijn daarna geen verdere formele maatregelen bekend gemaakt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.