Schriftelijke vragen : Het aantal verhuizingen van kinderen in de jeugdzorg
Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het aantal verhuizingen van kinderen in de jeugdzorg (ingezonden 30 januari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «Van cijfer naar stem, ervaringen van jongeren rondom
doorplaatsingen in jeugdzorg»1 van het Verwey-Jonker instituut in opdracht van Stichting Het Vergeten Kind? Herkent
u deze cijfers? Zo nee, heeft u een ander beeld of andere cijfers?
Vraag 2
Erkent u dat jongeren baat hebben bij stabiliteit en dat dit ook in lijn is met het
VN-Kinderrechtenverdrag? Zo ja, bent u bereid om dit soort essentiële zaken beter
te monitoren zodat er een landelijk beeld komt van de trend en hierop bijgestuurd
kan worden? Is het een optie om dit periodiek in beeld te laten brengen door het Centraal
Bureau voor de Statistiek (CBS)?
Vraag 3
Herinnert u zich het rapport «Constant nieuwe gezichten, ik crash daarvan2,» uit januari 2020 waarin soortgelijke thema’s werden onderzocht? Herinnert u zich
ook de beloften in debatten en Kamervragen waarin uw ambtsvoorganger stelt dat er
verbetering moet komen in het aantal keer dat kinderen doorverhuizen en de aangekondigde
verbeteringen in de actieprogramma’s?
Vraag 4
Is er in uw ogen voldoende gedaan om de eerdere aangekondigde verbetermaatregelen
waar te maken? Wat is er concreet bereikt? Is in de afgelopen jaren door uw ministerie
ook actief gestuurd op het verminderen van het aantal doorplaatsingen? Zo ja, op welke
manier?
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat één van de oplossingsrichtingen die uw ambtsvoorganger begin
2020 presenteerde ging over betere onderlinge afspraken tussen gemeenten, terwijl
de uitwerking daarvan pas zit in het wetsvoorstel Verbetering Beschikbaarheid Jeugdzorg,
dat pas komend voorjaar (dus ruim 5 jaar later) in de Tweede Kamer wordt besproken?3 Of heeft u gemeenten op een andere manier opgedragen om specifieke afspraken te maken
om doorplaatsingen tegen te gaan?
Vraag 6
Wat vindt u ervan dat uit de steekproef blijkt dat jongeren gemiddeld zes keer zijn
doorgeplaatst in hun leven? En dat één op acht jongeren zelfs meer dan tien keer heeft
moeten verhuizen? Deelt u de mening dat dit haaks staat op het Kinderrechtenverdrag?
Vraag 7
Bent u voornemens om dit daadwerkelijk te verbeteren? Zo ja, wat zijn uw concrete
maatregelen en doelen? Wanneer worden de resultaten en effecten hiervan zichtbaar?
Vraag 8
Wat is er destijds gebeurd met het voornemen om een gezamenlijk plan te maken om het
aantal verplaatsingen tussen residentiële instellingen te verminderen, zoals beschreven
in het actieplan «De best passende zorg voor kwetsbare jongeren»? Is dit plan er gekomen?
Waar is het te vinden en hoe is het concreet uitgevoerd?
Vraag 9
Kunt u reageren op de negen aanbevelingen die professionals en jongeren in het rapport
doen om doorplaatsingen te verminderen of te stoppen en om de omstandigheden rondom
een doorplaatsing te verbeteren? Kunt u per aanbeveling aangeven of u opvolging gaat
geven en zo ja, op welke manier?
Vraag 10
Heeft u ook gelezen dat veel jongeren nauwelijks inspraak hebben en vaak niet weten
wat de reden is van verhuizing? Hoe kan het dat jongeren soms pas laat worden geïnformeerd?
Deelt u de mening dat ook dit haaks staat op het internationale Kinderrechtenverdragen
en de Jeugdwet? Zo ja, wat gaat u doen om dit te veranderen en de inspraak van jongeren
in praktijk te waarborgen?
Vraag 11
Kunt u reageren op de bevinding van de onderzoekers dat veel van de jongeren geen
of weinig steun hebben ervaren en veelal ook een informele steunfiguur ontbrak, terwijl
ook hier al regelmatig Kameruitspraken zijn gedaan?
Vraag 12
Deelt u de mening dat het behalve schrijnend, ook niet in lijn is met het Kinderrechtenverdrag,
dat een deel van de jongeren aangeeft dat ze soms al hun vrienden verliezen en het
contact met broertjes en zusjes verslechtert bij een doorplaatsing?
Vraag 13
Gaat u naar aanleiding van de eerder ingediende motie van de leden Van Nispen en Westerveld
over het samenplaatsen van broertjes en zusjes actief monitoren of dit in de praktijk
gebeurt?4
Vraag 14
Deelt u de mening dat beschikbaarheidsfinanciering en vaste teams kunnen helpen om
het aantal doorplaatsingen te verminderen en te zorgen voor meer vaste gezichten en
minder wisselende hulpverleners per kind? Bent u al bezig met de uitvoering van de
motie van de leden Dobbe en Westerveld die vraagt om «landelijke regie te pakken op
de wijze van financiering en om beschikbaarheidsfinanciering de standaard te maken»?5
Vraag 15
Hoe kan het dat alle onderwerpen in bovenstaande vragen al eerder door ons of andere
Kamerleden zijn aangekaart, en dat gedane beloftes niet zijn nagekomen of onvoldoende
effect hebben gesorteerd? Wat gaat u doen om te voorkomen dat over 5 jaar dezelfde
vragen worden gesteld?
Indieners
-
Gericht aan
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
Lisa Westerveld, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.