Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kostic´, Teunissen, Koekkoek, Thijssen, Gabriëls, Bamenga, Rooderkerk en Zeedijk over de analyse van de toekomstplannen van Tata Steel door CE Delft
Vragen van de leden Kostić en Teunissen (beiden PvdD), Koekkoek (Volt), Thijssen, Gabriëls (beiden GroenLinks-PvdA), Bamenga, Rooderkerk (beiden D66) en Zeedijk (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (Openbaar Vervoer en Milieu) en de Minister van Klimaat en Groene Groei over de analyse van de toekomstplannen van Tata Steel door CE Delft (ingezonden 22 juli 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat) en van Minister
Hermans (Klimaat en Groene Groei) (ontvangen 3 september 2024).
Vraag 1
Kent u het rapport «Analyse toekomstplannen Tata Steel» van CE Delft in opdracht van
Greenpeace? Wat is uw reactie hierop?1
Antwoord 1
Ja, het rapport is bekend. In het rapport worden de toekomstplannen van Tata Steel
vergeleken met het plan van het Gezondheidsultimatum. Het plan van het Gezondheidsultimatum
zet volledig in op gezondheidswinst en gaat onder andere uit van de inkoop van halffabricaten,
sluiting van Kooksgasfabriek 2 in 2025 en een verlaging van de productiecapaciteit
van 7 Megaton (Mton) naar 4 Mton staal per jaar. Als het plan van het Gezondheidsultimatum
gerealiseerd zou kunnen worden, zou dit meer gezondheidswinst (kunnen) opleveren dan
het plan van Tata Steel.
Het Gezondheidsultimatum behaalt een groot deel van de gezondheidswinst door de productie
van staal in IJmuiden te verlagen en mogelijk vervuilende onderdelen naar elders op
de wereld te verplaatsen. Hiermee wordt de gezondheid in de IJmond snel beter, maar
verplaatsen we het probleem naar elders. Hiernaast staat of valt het realiseren van
gezondheidswinst met de haalbaarheid van het plan. De afgelopen tijd is onder meer
in de Tweede Kamer gesproken over het plan van Tata Steel en de haalbaarheid van het
Gezondheidsultimatum als alternatief scenario.
Het kabinet heeft, ondersteund door de bevindingen van externe adviseurs Wijers en
Blom, geconcludeerd dat dit scenario onvoldoende haalbaar is, onder meer omdat er
(nog) geen markt voor het halffabricaat Hot Briquetted Iron (HBI) is en het geen rendabele
businesscase oplevert voor het bedrijf. Ook het CE Delft rapport2 geeft aan dat er momenteel nog geen/onvoldoende markt voor HBI is. Het kabinet is
daarmee van mening dat de voorgestelde gezondheidswinst in dit scenario niet kan worden
gerealiseerd: het kabinet gaat immers niet met de maatwerkafspraak ondersteuning ter
beschikking stellen voor een niet haalbaar scenario. Zonder maatwerkafspraak is de
kans dat bij Tata Steel een transitie plaatsvindt kleiner en blijft de huidige situatie,
met alle gezondheidseffecten van dien, naar verwachting langer voortbestaan.
Het kabinet zet in op een maatwerkafspraak met Tata Steel op basis van de plannen
van Tata Steel met versnelde uitvoering van de maatregelen gericht op het verbeteren
van de leefomgeving en gezondheid in de IJmond, omdat het kabinet gelooft zo het snelst
en effectiefst gezondheidswinst en de verduurzamingsdoelen te behalen. De effecten
van het versneld uitvoeren van de maatregelen gericht op verbetering van gezondheid
en de leefomgeving zijn niet meegenomen in de analyse van CE Delft waardoor er in
het rapport geen compleet beeld wordt geschetst.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de conclusie dat de huidige gezondheidsschade en natuurschade
door toedoen van Tata Steel momenteel 400 miljoen euro per jaar bedraagt?
Antwoord 2
De door CE Delft berekende huidige schade door luchtvervuiling van Tata Steel van
400 miljoen euro is een groot bedrag, dat het belang van de verbetering van de leefomgeving
onderstreept. Vorige bewindspersonen hebben ook al aangegeven gezondheid een essentieel
onderwerp te vinden om te komen tot een mogelijke maatwerkafspraak, en het huidige
kabinet onderschrijft dit volledig. Er wordt dan ook stevig ingezet op gezondheid
tijdens de lopende onderhandelingen met het bedrijf. Er is alleen een toekomst voor
Tata Steel in Nederland als het groen en schoon staal gaat produceren.
Vraag 3
Wat is uw reactie op de conclusie dat de gezondheidsschade met het plan van Tata Steel
afneemt met slechts 38 procent in 2030 en dat het «Gezondheidsultimatum», het toekomstscenario
geschetst door omwonenden- en milieuorganisaties, zorgt voor 90 procent minder gezondheidsschade
in 2030?3
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 4
Wat is uw reactie op de conclusie dat de uitstoot van fijnstof in het Heracles-plan
van Tata Steel met 36 procent zal toenemen, terwijl Tata Steel een 40 procent afname
verwacht? Hoe verklaart u dit verschil?
Antwoord 4
De getallen en aannames in de berekeningen van CE Delft zijn voor het Rijk niet te
herleiden. Dit maakt het lastig om de conclusies die hieruit volgen te vergelijken
en het verschil te verklaren.
Verder is in deze vergelijking alleen gekeken naar het vervangen van de Kooksgasfabriek
en de Hoogoven, terwijl veel van de fijnstof winst die Tata Steel verwacht van hun
Roadmap+ maatregelen en het overkappen van grondstoffenopslagen komt. Deze beide maatregelen
zijn in het CE Delft rapport niet meegenomen.
Op dit moment is er nog geen MER- en/of vergunningaanvraag voor het Heracles-plan
en daardoor kan de door Tata Steel verwachte 40 procent afname niet geverifieerd worden.
Ook de 36 procent toename die in het rapport wordt verwacht is niet herleidbaar, en
daarmee eveneens niet te vergelijken.
Vraag 5
Wat gaat u doen om het ontstane gat te dichten?
Antwoord 5
Zoals is aangegeven bij vraag 4 kan het kabinet de berekeningen niet herleiden en
daarmee de conclusies en het al dan niet aanwezig zijn van een gat om te dichten verifiëren.
Vraag 6
Wat is het te verwachten effect (in absolute getallen) van het overkappen van de kolen-
en ertsoverslag op de verspreiding van grof stof en fijnstof?
Antwoord 6
Het overkappen van grondstoffenvelden leidt tot een sterke reductie van grof stof
en fijnstofemissies van open bronnen. De velden worden bij overkappen volledig inpandig
waardoor verstuiving niet meer plaatsvindt. Uiteraard worden de stoffen wel nog van
en naar de opslagloodsen verplaatst waarbij wel eventuele verstuiving kan plaatsvinden
waardoor verspreiding van grof stof en fijnstof op het terrein als geheel wel nog
zal plaatsvinden. De verspreidingsmodellen worden constant aangepast op basis van
de meest recent beschikbare gegevens waardoor het te verwachten effect nu nog niet
met zekerheid valt te delen.
De behaalde reductie is sterk afhankelijk van het type overkapping of inpandige opslag,
en de exacte uitvoering ervan. In geval van een volledig gesloten opslag kan de stofreductie
theoretisch 95–100% bedragen4 maar onderzocht moet worden in hoeverre dit toepasbaar is bij opslagen met de grootte
en bedrijfsvoering zoals bij Tata Steel. Andere opties staan bijvoorbeeld beschreven
in de BREF Op- en Overslag Bulkgoederen.
Daar komt bij dat emissies vanaf opslagen niet exact bepaald kunnen worden, maar worden
ingeschat op basis van berekeningen en landelijke kengetallen, in lijn met de voorgeschreven
methodiek van de emissieregistratie NTA 80295. Bovendien is het effect van de windbreker op dit moment nog niet bekend, omdat deze
op dit moment nog niet volledig is gerealiseerd.
Vraag 7 en 8
Wat is uw reactie op de conclusie dat de beloofde 5 Mton CO2-reductie in 2030 niet wordt waargemaakt, terwijl bij het Gezondheidsultimatum de
nationale CO2-uitstoot afneemt met wel 10,6 Mton? Hoe gaat u ervoor zorgen dat Tata Steel minimaal
5 Mton CO2 reduceert in 2030?
Hoe gaat u ervoor zorgen dat met een CO2-uitstootplafond per kilo staal zeker wordt gesteld dat de totale CO2-uitstoot van Tata Steel in 2030 minimaal 5 Mton lager is dan de uitstoot van Tata
Steel over de afgelopen 5 jaar?
Antwoord 7 en 8
In de Expression of Principles is afgesproken dat Tata Steel de CO2-uitstoot met 35–40% reduceert, waarbij de reductie kan oplopen tot 5 Mton CO2 ten opzichte van een baseline van 12,6 Mton CO2. Tata Steel heeft aangegeven in haar voorstel van november 2023 inderdaad 5 Mton
CO2 ten opzichte van een baseline van 12,6 Mton CO2 te gaan reduceren.
Dit komt overeen met 40% CO2-reductie en betekent dat Tata Steel nog maar maximaal 7,6 Mton CO2 zal uitstoten in 20306. De baseline van 12,6 Mton CO2 is gebaseerd op de huidige volle capaciteit van de fabriek van Tata Steel. In jaren
waarin om operationele of economische redenen op lagere capaciteit wordt gedraaid
is de CO2-uitstoot lager. Dat is ook het geval voor de huidige emissies van 11,3 Mton CO2 waar CE Delft in het rapport vanuit gaat.
Wanneer na 2030 op lagere capaciteit wordt geproduceerd zal dat dus ook betekenen
dat Tata Steel minder dan 7,6 Mton CO2/jaar zal uitstoten. In de onderhandelingen met Tata Steel worden afspraken gemaak
over meetbare en werkbare reductiedoelen, waarin ook doelstellingen bij lagere productievolumes
worden meegenomen. Ook afspraken over een CO2-uitstootplafond per kilo staal worden onderzocht.
Het Gezondheidsultimatum gaat uit van een significante productievermindering, waardoor
logischerwijs ook de nationale CO2-uitstoot flink wordt gereduceerd. Een kanttekening hierbij is dat, zoals CE Delft
ook stelt, de mondiale CO2-reductie in dit scenario sterk afhankelijk is van waar en op welke wijze het halffabricaat
HBI wordt geproduceerd en of de verminderde productie van Tata Steel elders op de
wereld op een grijze manier wordt ingevuld.
Vraag 9
Hoe verhoudt een uitstootplafond voor CO2 per kilo staal zich tot de toekomstige capaciteit van de fabriek en de benodigde
reductie van CO2 in lijn met het Parijs-akkoord? Gaat u ervoor zorgen dat het uitstootplafond per
kilo staal, als dat er komt, elk jaar daalt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Zoals eerder met uw Kamer gedeeld is de inzet van het kabinet om een maatwerkafspraak
te maken op basis van het plan van Tata met versnelde uitvoering van de maatregelen
gericht op overlastreductie. Om de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs te halen
hebben de EU-lidstaten met elkaar afgesproken dat de EU in 2030 minimaal 55% minder
CO2 moet uitstoten. In 2050 wil de EU klimaatneutraal zijn. Deze doelen hebben zich vertaald
naar reductiedoelstellingen voor de Nederlandse industrie van 60% in 2030 (24 Mton)
en klimaatneutraal in 2050. De plannen van Tata Steel leiden tot 35–40% CO2 reductie (tot 5 Mton) in 2030. Tata Steel levert met 5 Mton reductie een substantiële
bijdrage van 20% aan het reductiedoel. Met de maatwerkafspraken willen we duidelijke,
voldoende ambitieuze en haalbare reductiedoelstellingen overeenkomen met Tata Steel.
Vraag 10
Bent u ook bereid om een dalend uitstootplafond voor Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS)
en stikstof per kilo staal uit te werken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Over het algemeen geldt dat regelgeving niet wordt aangepast op basis van één specifieke
casus. Wetswijzigingen moeten weloverwogen beslissingen zijn die passend zijn voor
de behoefte van Nederland. Uiteraard wordt constant gezocht naar mogelijkheden om
wet- en regelgeving aan te passen aan de maatschappij van morgen.
Er geldt al een minimalisatieplicht voor de uitstoot van ZZS op grond van de Omgevingswet.
Dit houdt in dat ZZS-emissies worden voorkomen of, als dat niet mogelijk is, zo ver
mogelijk worden teruggedrongen. Concreet wordt dit bij vergunningplichtige milieubelastende
activiteiten ingevuld door uitvoering te geven aan de informatieplicht voor ZZS-emissies
en door per bedrijf een vermijdings- en reductieprogramma op te stellen. Bij het bedrijfsleven
lopen nu acties om per bedrijfstak informatiedocumenten op te stellen als basis voor
het bedrijfsspecifieke vermijdings- en reductieplan voor ZZS-emissies. Dit wordt in
samenspraak met o.a. Omgevingsdienst Nederland voorbereid.
De al bestaande minimalisatieplicht geldt voor alle bedrijven, ook de niet-vergunningplichtige,
waarbij het continue streven naar het voorkómen van ZZS emissies in de praktijk betekent
dat maatregelen die haalbaar zijn bij een bepaald bedrijf daar ook zo snel mogelijk
moeten worden getroffen. Een generiek uitstootplafond voor ZZS kan daarbij vertragend
werken en daarmee op gespannen voet staan met het werken aan een schonere, veiliger
leefomgeving. Het kan daarmee zelfs strijdig zijn met de verplichting tot minimalisatie
van ZZS emissies.
Maximale emissies van luchtvervuilende stoffen, waaronder stikstofdioxide, van grote
industriële installaties zoals Tata Steel, worden vergund op basis van de Beste Beschikbare
Technieken (BBT). Deze worden grotendeels Europees vastgesteld in het kader van de
Richtlijn Industriële Emissies. Daar waar geen Europese normen gelden worden deze
nationaal bepaald. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft in het kader
van het Schone Lucht Akkoord (2020) een aantal stappen gezet voor het verminderen
van de uitstoot van luchtvervuilende stoffen, waaronder stikstofdioxide. Zo worden
de emissiegrenswaarden van industriële installaties aangescherpt. Ook de rentevoet
waarmee de kosteneffectiviteit van emissie-reducerende technieken wordt berekend is
verlaagd, zodat deze technieken eerder kosteneffectief worden en daarmee eerder uitgevoerd
moeten worden. Deze wijziging is op 1 januari 2024 ingegaan. Tata Steel voldoet in
het algemeen aan de uitstootnormen. Er wordt niet overwogen om hier bovenop nog eens
een dalend uitstootplafond voor de hoeveelheid stikstof per gewicht geproduceerd staal
vast te stellen, maar Nederland pleit wel voor een snelle herziening van de Europees
vastgestelde normen voor uitstoot bij de productie van staal. De verwachting is dat
bij een dergelijke herziening de normen scherper zullen worden.
Vraag 11
Wat is uw reactie op de conclusie dat de productiekosten voor het maken van staal
bij de inzet op groene waterstof stijgen met 77 tot 95 procent en de productiekosten
bij het Gezondheidsultimatum stijgen met twee tot 27 procent?
Antwoord 11
Het rapport verschaft onvoldoende inzicht in de onderliggende berekeningen om deze
precies te kunnen herleiden. Over het algemeen kan gesteld worden dat het gebruik
van groene waterstof voor staalproductie op dit moment inderdaad erg duur is, onder
andere door de hoge productiekosten en beperkte beschikbaarheid van groene waterstof.
Om te verduurzamen zal Tata Steel dan ook in eerste instantie overstappen op staalproductie
met aardgas. Hiermee wordt 40% van de CO2-emissies gereduceerd in 2030. Tata geeft aan dat de overstap op groene waterstof
zal worden gemaakt zodra waterstof voldoende beschikbaar en betaalbaar is. Hiermee
kan de CO2-reductie vanaf het moment dat waterstof wordt ingezet oplopen tot 45%.
Het Gezondheidsultimatum gaat uit van de inkoop van het halffabricaat HBI. Zoals de
onderzoekers van CE Delft ook stellen is er op dit moment een kleine markt voor HBI,
die de afgelopen jaren beperkt is gegroeid. De kostprijs van HBI is bepalend voor
de kostprijs van staal geproduceerd met geïmporteerd HBI. Door onduidelijkheden omtrent
de marktontwikkeling van HBI is er nog weinig met zekerheid te stellen over wat de
prijs van staal geproduceerd met HBI zal zijn en hoe deze zich de komende jaren gaat
ontwikkelen. Kortom, er is op het moment nog veel onduidelijkheid over de prijsontwikkeling
van zowel groene waterstof als HBI waardoor er momenteel weinig met zekerheid over
te zeggen is.
Vraag 12
Acht u het op basis van deze cijfers realistisch dat Tata Steel in de toekomst over
zal stappen op groene waterstof? Of acht u het realistischer dat Tata Steel blijft
vastzitten in de route aardgas met CO2-opslag?
Antwoord 12
Zoals in het vorige antwoord ook beschreven, wil Tata Steel de overstap op waterstof
maken zodra dit in voldoende mate beschikbaar en betaalbaar is. De grootste CO2reductie wordt behaald door over te stappen van kolen naar aardgas (40%). Door de
overstap van aardgas naar waterstof kan de reductie oplopen tot 45%7. Het maken van afspraken over de overstap van aardgas op waterstof om een lock-in
op het fossiele aardgas te voorkomen is niet alleen voor het kabinet maar ook voor
de Europese Commissie in het kader van de staatssteunregels van groot belang en de
EC zal daar dan ook op toetsen.
Vraag 13
Bent u bereid de Expertgroep Gezondheid IJmond te vragen om op basis van de conclusies
in dit CE Delft-rapport nader advies uit te brengen?
Antwoord 13
De Expertgroep Gezondheid IJmond werkt momenteel toe naar hun tweede advies. De Expertgroep
handelt onafhankelijk en betrekt alle relevante bronnen bij het opstellen van hun
adviezen.
Vraag 14
Welke concrete gezondheidsdoelen wilt u behalen met de maatwerkafspraken en per wanneer?
Antwoord 14
De gezondheidsdoelen en de te behalen termijnen zijn onderdeel van de lopende onderhandelingen,
waar in het belang van de onderhandelingspositie van de Staat en het vertrouwelijke
karakter van de onderhandelingen geen openbare, specifieke uitspraken over gedaan
kunnen worden.
In het algemeen kan worden aangegeven, dat ingezet wordt op de door het RIVM vastgestelde
factoren met de grootste impact op de gezondheidsrisico's, de uitstoot van fijnstof,
stikstofoxiden en de hinder door stof, stank en geluid8.
Zoals in eerdere Kamerbrieven9 beschreven, wordt ingezet op het voorstel van Tata Steel met versnelde overlastreductie.
Hierbij worden diverse bovenwettelijke milieumaatregelen, waaronder een aantal overkappingen
over grondstoffenlocaties en geluidsmaatregelen voor piek en tonaalgeluid, waar mogelijk
versneld uitgevoerd. Ook zal de Kooks- en gasfabriek 2 (KGF2) zo snel mogelijk gesloten
worden en wordt ook de grootste hoogoven (Hoogoven 7) gesloten. De installaties worden
vervangen door een Direct Reduced Iron Fabriek en Electrische Boogoven.
Vraag 15
Bent u bereid de conclusies van het CE Delft-rapport mee te nemen in de inzet van
de onderhandelingen over de maatwerkafspraken? Zo ja, wanneer informeert u de Kamer
hierover? Zo nee, kunt u dan per conclusie van het CE Delft-rapport aangeven waarom
u die niet relevant vindt en waar u dat op baseert?
Antwoord 15
De verduurzaming en verschoning van Tata Steel is een complex onderwerp waar vele
belangen meespelen. Dit maakt het belangrijk om alle inzichten en alternatieven goed
te overwegen. Om deze reden zijn de externe adviseurs Hans Wijers en Frans Blom gevraagd
om onderzoek te doen naar alternatieven. Het scenario van het Gezondheidsultimatum
vertoont overeenkomsten met route 4: alleen elektrische boogovens van Wijers/Blom
en voegt daar de vervroegde sluiting van Kooksgasfabriek 2 en verlaging van de productiecapaciteit
aan toe. Ondanks de significante gezondheidswinst is route 4 door Wijers en Blom beoordeeld
als economisch niet haalbaar. Vermindering van de productiecapaciteit zoals wordt
voorgesteld door het Gezondheidsultimatum verslechtert de economische haalbaarheid
verder door omzetdaling en het verlies van efficiëntie en schaalgrootte.
Het kabinet kan geen maatwerkafspraken maken over onhaalbare plannen en heeft gekozen
om in te zetten op de plannen van Tata Steel met versnelde overlastreductie. Op basis
van die route is er op 26 april jl. een onderhandelingsmandaat vastgesteld. Op basis
van dit mandaat wordt nu onderhandeld. De Kamer wordt tussentijds vertrouwelijk geïnformeerd
over de voortgang van de onderhandelingen door middel van vertrouwelijke technische
briefings. Ook zijn de budgettaire gevolgen van het uiteindelijke onderhandelingsresultaat
onder voorbehoud van parlementaire autorisatie van de begroting. Natuurlijk worden
opgedane inzichten en kennis zoveel mogelijk meegenomen, nu en in de toekomst.
Vraag 16
Welke verouderde installaties moeten nog meer worden gesloten om in 2030 de uitstoot
van de verschillende schadelijke stoffen zodanig terug te brengen dat de gezondheid
van omwonenden veilig wordt gesteld?
Antwoord 16
Het terugbrengen van de uitstoot van verschillende schadelijke stoffen is een belangrijke
inzet zowel in de potentiële maatwerkafspraak als in de lopende vergunningstrajecten.
Voor het terugbrengen van schadelijke uitstoot is sluiting van installaties niet de
enige oplossing, vaak zijn er verschillende technieken die kunnen worden toegepast
om uitstoot te verminderen. Een voorbeeld hiervan is de aanscherping van de vergunning
om uitstoot vanuit de Kooksgasfabriek 1 (KGF 1) verder terug te brengen10. Hier heeft de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (ODNZKG) een andere emissiebeperkende
techniek opgelegd die zal zorgen voor een gereduceerde uitstoot. Gezien de continue
ontwikkelingen in techniek kunnen wij de vraag welke installaties gesloten moeten
worden om de gezondheid van omwonenden in 2030 veilig te stellen dan ook niet beantwoorden.
Dat doet geen recht aan de verschillende mogelijkheden die er zijn om de uitstoot
van schadelijke stoffen terug te brengen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.