Schriftelijke vragen : Het maken van procesafspraken met criminele kopstukken

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Justitie sluit deal met zeer invloedrijke drugssmokelaar»?1

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat met een crimineel kopstuk zoals Edin G., volgens de Drug Enforcement
Agency een van de vijftig invloedrijkste ter wereld, procesafspraken worden gemaakt?

Vraag 3

In hoeverre zijn bij de totstandkoming van deze procesafspraken alle voorschriften
gevolgd uit de Aanwijzing procesafspraken in strafzaken van het Openbaar Ministerie?

Vraag 4

In hoeverre acht u het wenselijk dat het Openbaar Ministerie procesafspraken maakt
met personen die op de sanctielijst van de OFAC (Office of Foreign Assets Control)
zijn geplaatst?

Vraag 5

In hoeverre is het volgens u wenselijk om met criminele kopstukken procesafspraken
te maken?

Vraag 6

Welk maatschappelijk doel is gediend met het maken van procesafspraken met een crimineel
kopstuk?

Vraag 7

In hoeverre is het volgens u wenselijk dat procesafspraken worden gemaakt indien onduidelijk
is of de opgelegde gevangenisstraf daadwerkelijk ten uitvoer zal kunnen worden gelegd?

Vraag 8

Welk belang hecht u aan het voorkomen van voortgezet crimineel handelen vanuit detentie
indien procesafspraken gemaakt kunnen worden met criminelen waarvan onduidelijk is
waar en onder welk regime zij hun detentie zullen ondergaan?

Vraag 9

Wat vindt u ervan dat een lagere gevangenisstraf via procesafspraken met het Openbaar
Ministerie verkregen kan worden, indien daar een hoge geldboete tegenover staat?

Vraag 10

Acht u een wettelijke begrenzing ten aanzien van de aard van het strafbare feit en
de criminele positie van de verdachte bij procesafspraken wenselijk? Zo ja, bent u
bereid een begrenzing mee te nemen in het nog te ontwikkelen wettelijk kader? Zo nee,
waarom niet?

Vraag 11

Indien uw antwoord op vraag 10 bevestigend luidt, bent u bereid in gesprek met het
Openbaar Ministerie te bezien of het nog langer wenselijk is vooruitlopend op het
wettelijke kader procesafspraken te maken waarbij de aard van het strafbare feit en
de criminele positie van een verdachte niet zichtbaar en inzichtelijk worden meegewogen?