Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over een oplichter die meerdere malen met succes vrouwen heeft opgelicht en niet te stoppen lijkt
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over een oplichter die meerdere malen met succes vrouwen heeft opgelicht en niet te stoppen lijkt (ingezonden 27 november 2023).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming), mede namens de Minister van Justitie
en Veiligheid (ontvangen 12 februari 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2023–2024, nr. 625.
Vraag 1
Bent u bekend met het verhaal van Benny van D. die meerdere vrouwen financieel heeft
opgelicht waarbij hij zich voordoet als vermogend persoon en ze manipuleert in het
storten van grote bedragen en het doen van grote aankopen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat bijvoorbeeld zijn laatste slachtoffer aan een verplichting van
300.000 euro vastzit voor de afkoopsom van een appartement en hiermee diep in de schulden
is beland?
Antwoord 2
Laat ik vooropstellen dat ik geen uitspraken doe over individuele gevallen. In het
algemeen zijn situaties waarin mensen in de financiële problemen belanden door toedoen
van anderen vaak schrijnend te noemen. Slachtoffers van fraude kunnen naast financiële
schade ook te maken krijgen met psychische of emotionele schade. Dit gaat bijvoorbeeld
op in situaties waarin personen denken in hun toekomst en hun relatie te investeren
en daarbij grote financiële verplichtingen aangaan, maar opgelicht blijken te zijn
door een partner met malafide bedoelingen. Slachtoffers kunnen voor advies en begeleiding
terecht bij de Fraudehelpdesk en Slachtofferhulp Nederland. Slachtofferhulp Nederland
biedt ondersteuning bij emotionele, financiële en juridische problematiek waar slachtoffers
van fraude mee te maken kunnen krijgen. Voor verdere mogelijkheden voor slachtoffers
van fraude verwijs ik naar het antwoord op vraag 4. Juist bij het aangaan van een
grote financiële verplichting, zoals de aankoop van een huis of appartement, is het
belangrijk dat partijen bekend zijn met de verantwoordelijkheid voor financiering
die wordt aangegaan wanneer zij tekenen voor de aankoop van een woning. Via het initiatief
Wijzer in geldzaken bevordert de Minister van Financiën, samen met partijen uit de
financiële sector, het financiële bewustzijn van Nederlanders en informeren zij consumenten
over financiële keuzes bij levensmomenten zoals het kopen van een huis.2
Een afkoopsom die verschuldigd is aan een verkoper als de koop van een woning of appartement
toch niet kan doorgaan, dient als bescherming van de verkoper. Ook deze partij loopt
schade op als de gesloten koop niet doorgaat.
Vraag 3
Hoe is het mogelijk dat deze bewezen oplichter niet te stoppen lijkt, nu nog actief
is op meerdere datingsites en mogelijkheden blijft krijgen om nieuwe potentiële slachtoffers
op te lichten?
Antwoord 3
In het algemeen is het zo dat als sprake is van nepprofielen of indien misbruik gemaakt
wordt van de identiteitsgegevens van iemand anders, de mogelijkheid bestaat om profielen
te weren van datingssites of andere platformen. Hiervoor kan worden aangeklopt bij
de beheerders van de betreffende datingplatforms. Slachtoffers van identiteitsfraude
en oplichting kunnen aangifte doen bij de politie.
Vraag 4
Wat vindt u van de uitspraak van de politie dat het hier enkel om een civiele zaak
zou gaan en dat het strafrecht geen mogelijkheden zou bieden? Klopt dat volgens u?
Antwoord 4
De Minister van Justitie en Veiligheid benadrukt dat aangifte bij de politie van oplichting,
fraude en flessentrekkerij altijd mogelijk is. Slachtoffers wordt aangeraden om aangifte
te doen. Met de aangifte wordt zo veel mogelijk informatie verzameld en vastgelegd
op basis waarvan voor de opsporing beoordeeld kan worden of sprake is van een strafbaar
feit en, indien ja, welk strafbaar feit dit is.
Omdat voornoemde strafbare feiten bewijsbaar moeten zijn, wijst de politie bij een
aangifte vaak ook op de mogelijkheden van een civiele zaak. Deze weg biedt gedupeerden
de mogelijkheid om geleden schade te verhalen, ook indien een aangifte niet leidt
tot een strafrechtelijke vervolging van de dader. Zoals ik in mijn reactie op de motie-Van
Nispen/Ellian over oninbare civiele vorderingen in oplichtingszaken van 27 november
jongstleden heb aangegeven, vind ik de toegang tot de civiele rechter van belang en
zet ik mij in om verbeteringen bij civiele procedures te bewerkstelligen.3
Vraag 5
Erkent u dat het aanspannen van een civiele zaak voor gedupeerden tijdrovend en duur
is en daarmee voor veel slachtoffers niet tot de mogelijkheden behoort?
Antwoord 5
Ik vind het van belang dat iedereen, ook slachtoffers en gedupeerden, toegang heeft
tot het recht. Ik realiseer me zeer goed dat het aanspannen van een civiele zaak voor
gedupeerden tijd en geld kost. In het recht is het uitgangsprincipe evenwel dat ieder
zijn eigen schade draagt, tenzij dat is te verhalen op een ander. Civiel procederen
brengt kosten met zich mee, bijvoorbeeld de kosten voor griffierechten, juridisch
advies en vertegenwoordiging door een advocaat. Deze kosten zijn in beginsel voor
rekening van degene die een procedure start. Wel wil ik erop wijzen dat dit doorgaans
verzekerbare kosten zijn die worden vergoed door een rechtsbijstandsverzekeraar. Bovendien
kan de rechter bij een toewijzende vordering de proceskosten voor rekening van de
veroordeelde partij laten komen. De deurwaarder kan deze kosten verhalen door bijvoorbeeld
beslag te leggen. Het bovenstaande laat onverlet dat ik de toegang tot het recht versterk,
omdat het van belang is dat iedereen dat recht heeft. De toegang wordt onder andere
verbeterd door het verlagen van de kosten van het starten van een civiele procedure,
waaronder de kosten van de griffierechten bij vorderingen onder de € 100.000.
Vraag 6
Hoe is het volgens u mogelijk dat iemand zo’n spoor van vernieling kan aanrichten
in het leven van meerdere slachtoffers, maar dat die persoon zich geen zorgen lijkt
te hoeven maken om te worden vervolgd? Vindt u dit rechtvaardig en wenselijk?
Antwoord 6
Hoewel ik niet kan ingaan op de individuele kwestie, herkennen de Minister van Justitie
en Veiligheid en ik dat de schijn van het ongestraft plegen van strafbare feiten een
sterk gevoel van onrechtvaardigheid oproept. Het voortouw bij het opsporen en vervolgen
van strafbare feiten ligt nadrukkelijk bij de politie en het Openbaar Ministerie.
Zoals ook in het antwoord op vraag 4 is toegelicht, kunnen slachtoffers altijd aangifte
doen van oplichting, fraude en flessentrekkerij. Aangifte is belangrijk omdat het
informatie oplevert en dit aanleiding kan geven tot het instellen van een opsporingsonderzoek.
Vraag 7
Wat kan er volgens u aan gedaan worden om dit spoor van vernieling een halt toe te
roepen?
Antwoord 7
Ik wil mensen op het hart drukken kritisch te blijven bij het aangaan van financiële
verplichtingen, juist ook als deze voor familie en vrienden worden aangegaan. Iedereen
is verantwoordelijk om te weten waarvoor zij (hoofdelijk) aansprakelijk worden, ook
als zij in de veronderstelling verkeren dat zij een aankoop enkel voorschieten en
hier op een later moment voor terugbetaald zullen worden. Vanuit het Ministerie van
Financiën wordt ingezet op het verhogen van de financiële fitheid in Nederland waarbij
via het initiatief Wijzer in geldzaken kennis over financiële verplichtingen via campagnes
en trainingen wordt gedeeld.
Daarnaast wordt ingezet op het verhogen van de weerbaarheid van potentiële slachtoffers
van fraude; voorkomen is beter dan genezen. Dit gebeurt onder meer door de publiek-private
samenwerking met de uitvoering van het Actieprogramma van de Integrale aanpak online
fraude.4 Eind 2023 is de publiekscampagne Laat je niet Interneppenuitgevoerd. Dit betreft een meerjarige campagne in samenwerking met het Ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties waarbij mensen worden opgeroepen om
goed de afzender van online berichten te checken en bij twijfel niet op het bericht
te reageren. Op laatjenietinterneppen.nl wordt informatie aangeboden hoe mensen dit
soort online misleiding kunnen herkennen en wat ze ertegen kunnen doen.
Ook andere betrokken partijen hebben zijn verantwoordelijk voor het tegengaan van
malafide praktijken. Zowel makelaars als notarissen zijn vanuit de Wet ter voorkoming
van witwassen en de financiering van terrorisme (Wwft) de verplicht om onderzoek te
doen naar de partijen tussen wie de (ver)koopovereenkomst van bijvoorbeeld een woning
gesloten wordt. Hierbij komt voor makelaars en notarissen hoofdzakelijk een toets
op de herkomst van de in te brengen financiering kijken. Indien partijen onder bewind
staan of op andere wijzen niet in de financiële positie verkeren om de aankoop aan
te gaan, zou dit via deze onderzoeksverplichting al bekend moeten worden.
Vraag 8
Welke rol ziet u hierin voor bewindvoerders en toezichthoudende kantonrechters op
dit gebied?
Antwoord 8
Zoals is toegelicht in het antwoord op vraag 6 ligt het voortouw bij het opsporen
en vervolgen van strafbare feiten nadrukkelijk bij de politie en het Openbaar Ministerie.
In de door het lid Van Nispen aangehaalde nieuwsartikelen wordt melding gemaakt van
bewindvoering. In het geval van problematische schulden of verkwisting kan voor de
schuldenaar door de kantonrechter een financieel bewind worden ingesteld. Het zogenaamde
schuldenbewind is bedoeld om de financiële positie van de onder bewind gestelde te
stabiliseren en nieuwe schulden te voorkomen. Hiermee wordt tegelijkertijd tegengegaan
dat nieuwe oninbare vorderingen bij derden ontstaan. Als er sprake is van een schuldenbewind
wordt deze persoon opgenomen in het Centraal curatele- en bewindregister. Dit register
kan door iedereen kosteloos worden geraadpleegd.5 Via een zoekopdracht op basis van achternaam en geboortedatum is voor iedereen na
te trekken of deze persoon niet in staat is om financiële verplichtingen aan te gaan
en na te komen.
De bewindvoerder is verantwoordelijk voor een goed beheer van de goederen van de onder
bewind gestelde en de stabilisatie van de schuldensituatie. Hoewel de bewindvoerder
de financiële zelfredzaamheid van de onder bewind gestelde zo veel mogelijk bevordert,
is de bewindvoerder niet verantwoordelijk voor de gedragingen van de onder bewind
gestelde. Een bewindvoerder kan een rechtshandeling die de onder bewind gestelde persoon
heeft verricht, vernietigen op grond van artikel 1:439 van het Burgerlijk Wetboek.
Een koopovereenkomst kan dan bijvoorbeeld ongeldig worden verklaard. De rol van de
kantonrechter is dat deze toezicht houdt op de handelingen die de bewindvoerder verricht,
onder meer door de rekening en verantwoording die de bewindvoerder jaarlijks ten overstaan
van de kantonrechter over het gevoerde bewind moet afleggen. Op het gedrag van de
onder bewind gestelde kan de kantonrechter niet ingrijpen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.