Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over de getroffen maatregelen op het Ministerie van Binnenlandse Zaken naar aanleiding van de lessen uit het toeslagenschandaal op gebied van hardheden en de informatiehuishouding
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister-President en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie over de getroffen maatregelen op het Ministerie van Binnenlandse Zaken naar aanleiding van de lessen uit het toeslagenschandaal op gebied van hardheden en de informatiehuishouding (ingezonden 16 juni 2022).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister-President en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(ontvangen 18 juli 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022,
nr. 3443.
Vraag 1
Is er op uw ministerie, onder andere naar aanleiding van het toeslagenschandaal, onderzoek
gedaan naar wetten en andere maatregelen die leiden tot onevenredige en/of hardvochtige
consequenties voor mensen bij de uitvoering daarvan? Zo nee, kunt u uitgebreid motiveren
waarom niet?1, 2, 3
Antwoord 1
Ter uitvoering van de motie Ploumen/Jetten4 verricht elk departement een inventarisatie naar wet- en regelgeving die hardvochtig
uitpakt voor mensen. Deze inventarisatie maakt onderdeel uit van een breed palet aan
maatregelen die het kabinet treft om de menselijke maat in wet- en regelgeving te
versterken. In de brief «Acties kabinet bevorderen menselijke maat wetten en regels»,
die op 11 juli jl. met Uw Kamer is gedeeld,5 wordt ingegaan op de stand van zaken van de inventarisaties, waarbij in bijlage 3
bij die brief per departement een nadere toelichting wordt gegeven op de eigen inventarisatie.
In bijlage 2 bij de brief «Acties kabinet bevorderen menselijke maat wetten en regels»
is daarnaast een verslag opgenomen van de rijksbrede internetconsultatie die heeft
plaatsgevonden in het kader van de inventarisatie, waarbij eenieder voorbeelden kon
aandragen van wetten en regels waardoor mensen buitensporig in de knel komen.6 Hiermee is beoogd het burgerperspectief te betrekken en te voorkomen dat departementen
signalen uit de buitenwereld van knellende wetten en regels missen.
Aanvullend op de uitvoering van de motie Ploumen/Jetten wordt door het Ministerie
van SZW in samenwerking met het Ministerie van VWS de motie Omtzigt7 uitgevoerd. In het kader daarvan is onafhankelijk onderzoek uitgevoerd naar hardvochtige
effecten in de Participatiewet, de werknemersregelingen en het pgb. Dit onderzoek
is op 7 juli jl. met uw Kamer gedeeld.8 Daarnaast is Uw Kamer op 21 juni geïnformeerd over het traject Participatiewet in
balans9 en wordt u aan het eind van de zomer geïnformeerd over de hardheden in de WIA.
Vraag 2
Is dit onderzoek of zijn deze onderzoeken met de Kamer gedeeld? Zo nee, kunt u uitgebreid
motiveren waarom niet en kunt u het onderzoek onverwijld naar de Kamer sturen?
Antwoord 2
In bijlage 3 bij de brief «Acties kabinet bevorderen menselijke maat wetten en regels»10 van 11 juli jl. is per departement aangegeven wanneer de resultaten van de inventarisatie
van het desbetreffende departement worden verwacht en op welke wijze uw Kamer daarover
wordt geïnformeerd.
Vraag 3
In de kabinetsbrief wordt aangegeven dat «elk departement de voor het desbetreffende
domein meest passende methodiek om hardvochtigheden op te sporen» hanteert. Kunt u
aangeven welke methodiek op uw ministerie wordt gehanteerd? Kunt u uw antwoord uitgebreid
toelichten?
Antwoord 3
Ten behoeve van de inventarisaties ter uitvoering van de motie Ploumen/Jetten heb
ik met de departementen gewerkt aan een gemeenschappelijk analysekader voor de analyse
van de binnengekomen resultaten.11 Een gereedschapskist is ontwikkeld waar de departementen al naar gelang hun specifieke
domein en behoefte instrumenten (beoordelingscriteria) uit kunnen halen. Zo biedt
onder meer de uitvoering van de motie Lodders/Van Weyenberg een voorbeeld van hoe
aangedragen knelpunten kunnen worden gecategoriseerd, besproken en aangepakt in een
wisselwerking met de Tweede Kamer.12 Voorop staat dat elk aangedragen voorbeeld van hardvochtige effecten wordt onderzocht
en waar nodig en mogelijk opgelost. In bijlage 3 bij de brief «Acties kabinet bevorderen
menselijke maat wetten en regels»13 van 11 juli jl. wordt per departement nader ingegaan op de methodologie die door
het departement wordt gehanteerd bij de inventarisatie.
Vraag 4
Zijn er naar aanleiding van onderzoeken, quickscans of andere signalen maatregelen
getroffen op uw ministerie om wetten, maatregelen of procedures waarvan inmiddels
bekend is dat ze tot onevenredige consequenties leiden aan te passen? Zo ja, welke
maatregelen zijn dit en welk effect moet dit tegengaan? Zo nee, kunt u uitgebreid
toelichten waarom niet?
Antwoord 4
In bijlage 3 bij de brief «Acties kabinet bevorderen menselijke maat wetten en regels»14 van 11 juli jl. is per departement aangegeven wanneer de resultaten van de inventarisatie
van het desbetreffende departement worden verwacht en op welke wijze uw Kamer daarover
wordt geïnformeerd.
Vraag 5
Kunt u aangeven of en hoe uw ministerie de «buikpijndossiers» die uit de inventarisatie
van de Raad voor de Rechtspraak komen én de reflectie op knellende regelgeving en
strenge uitvoeringspraktijken van de Raad van State heeft behandeld?15, 16
Antwoord 5
De «buikpijndossiers» en knelpunten die voortvloeien uit het jaarverslag van de Raad
voor de Rechtspraak alsmede de reflectie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State worden betrokken bij de inventarisaties van de beleidsverantwoordelijke
departementen naar wet- en regelgeving die hardvochtig uitpakt voor mensen.17 Hetzelfde geldt voor de signalen die de Hoge Raad in zijn jaarverslag heeft meegegeven
aan de wetgever.18
Vraag 6
Kunt u aangeven hoe bij nieuwe voorstellen vanuit uw ministerie voorkomen wordt dat
deze voorstellen leiden tot onevenredige en/of hardvochtige consequenties en wat is
er ten opzichte van deze werkwijze anders dan voor het naar buiten komen van het toeslagenschandaal?
Antwoord 6
In bijlage 3 bij de brief «Acties kabinet bevorderen menselijke maat wetten en regels»19 van 11 juli jl. wordt vermeld welke acties de departementen nemen om op structurele
basis knelpunten te inventariseren. Dit in aanvulling op de diverse acties die rijksbreed
lopen om de menselijke maat in wet- en regelgeving te bevorderen, die tevens besproken
worden in de voornoemde brief.20
Om te voorkomen dat nieuw beleid of nieuwe wetgeving leidt tot onevenredige consequenties
zet het Ministerie van Justitie en Veiligheid onverminderd in op het realiseren van
de verbeterpunten in de brief over versterking van de kwaliteit van beleid en wetgeving
die in juni 2021 aan uw Kamer is verzonden.21 Eén van de maatregelen is ook het herzien van het Integraal afwegingskader voor beleid
en regelgeving (het IAK) en het bevorderen van het gebruik hiervan. Het IAK bevordert
dat in een beleidsproces met alle betrokkenen wordt nagedacht over wat goed is én
wat werkt voor de samenleving met aandacht voor alle relevante te maken afwegingen.
Hierbij moeten nadrukkelijk beleid, uitvoering en de doelgroep in de samenleving vanaf
het begin zijn betrokken, ook om de consequenties in kaart te brengen. Onderdeel van
de herziening van het IAK is dat het ook steviger in de ministeries wordt gepositioneerd,
en daarmee wordt bevorderd dat de consequenties van voorstellen zo vroeg mogelijk
in het beleidsproces in beeld worden gebracht. Uw Kamer wordt na de zomer geïnformeerd
over de voortgang van de herziening.
Vraag 7
Heeft uw ministerie een nulmeting in het kader van het «Rijksprogramma voor Duurzaam
Digitale Informatiehuishouding» gemaakt en een verbeterplan opgesteld? Zo ja, kunt
u deze nulmeting en het verbeterplan onverwijld naar de Kamer sturen?22, 23
Antwoord 7
De actieplannen en nulmetingen van de departementen worden per afzonderlijke Kamerbrief
gebundeld en gelijktijdig met deze beantwoording naar de Kamer gezonden voorzien van
een nadere duiding.
Vraag 8
Op welke wijze is de 780 miljoen euro die beschikbaar is gekomen om de informatiehuishouding
bij de rijksoverheid op orde te brengen tot stand gekomen? Welke onderbouwing is voor
deze investering aangeleverd?
Antwoord 8
De basis voor de investering in het op orde brengen van de informatiehuishouding (Open
op Orde) is gebaseerd op de Kosten Baten Analyse van het Rijksprogramma voor Duurzaam
Digitale Informatie (RDDI) aangevuld met kosten voor ontwikkeling/bestendiging van
een aantal stelselpartijen, zoals het Nationaal Archief, de Inspectie Overheidsinformatie
en Erfgoed.
Het RDDI heeft in 2019 opdracht gekregen van het Ministerie van OCW en BZK om onderzoek
te doen naar de kosten voor de rijksoverheidsorganisaties om de informatiehuishouding
Rijksbreed te verbeteren en naar de baten daarvan. Voor deze Kosten-Baten Analyse
is een berekening opgesteld op basis van het bij rijksoverheidsorganisaties realiseren
van emailarchivering, websitearchivering, berichtenapp gebruik en archivering, openbaar
maken van documenten, ontwikkeling van WOB tooling, een awareness campagne «medewerker
aan informatie» en de Programmakosten per rijksoverheidsorganisatie. Deze analyse
is uitgevoerd in het najaar van 2019 en heeft een berekening van de totale kosten
voor de rijksoverheid opgeleverd.
De analyse betrof meer dan 165 organisatie-eenheden met in totaal circa 290.000 medewerkers.
Daarbij is gebleken dat er sprake was van grote verschillen qua omvang, aard en organisatievorm.
Aantallen medewerkers per organisatie variëren van enkele tientallen tot tienduizenden.
Ook de aard van de werkzaamheden loopt sterk uiteen: beleidsmatig, projectmatig, procesgericht,
onderzoek en fysieke uitvoering.
Uit de actieplannen blijkt dat niet alle ambities met de beschikbare middelen gerealiseerd
kunnen worden. De consequenties van het verschil tussen vraag en budget beschrijven
we in het geactualiseerde Generieke Actieplan «Open op Orde» dat in het vierde kwartaal
naar Uw Kamer wordt gestuurd.
Vraag 9
Klopt het dat er vier actielijnen zijn uitgezet naar aanleiding van de reactie op
het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, zo ja
wat is de stand van zaken van deze actielijnen? Kunt u de Kamer informeren over de
sturingsinformatie die hierover beschikbaar is?
Antwoord 9
Het klopt dat voor het verbeteren van de informatiehuishouding vier actielijnen zijn
benoemd. Dit zijn de actielijnen van het generieke actieplan Open op Orde:
Professionals,
Volume en aard van informatie,
Informatiesystemen,
Bestuur en naleving.
Op 21 september 2021 is een voortgangsrapportage24 naar uw Kamer gestuurd. Daarin is aangekondigd om uw Kamer via de Jaarrapportage
Bedrijfsvoering Rijk periodiek te blijven informeren. Op 17 december 2021 is uw Kamer
geïnformeerd over de benoeming van de heer Arre Zuurmond als regeringscommissaris
Informatiehuishouding25. Op 18 mei 2022 is de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 202126 naar uw Kamer gestuurd.
Vraag 10
Op welke manier kunnen de Kamer en de samenleving de voortgang of vertraging van de
voornemens volgen?
Antwoord 10
De stukken die genoemd zijn onder vraag 9, zijn naar uw Kamer gestuurd en zijn daarmee
openbaar (via o.a. rijksoverheid.nl).
Vraag 11
Kunt u tevens aangeven hoe de Kamer zicht kan houden op de besteding van de 780 miljoen
euro en in hoe haar budgetrecht is vormgegeven?
Antwoord 11
In de voorjaarsnota die 28 mei 2021 naar uw Kamer is gestuurd is 780 miljoen voor
de periode 2021 t/m 2026 opgenomen en in de begroting van BZK verwerkt. Na beoordeling
van de bij BZK ingeleverde actieplannen, is iedere (Rijks)overheidsorganisatie verantwoordelijk
voor verantwoording over de gerealiseerde doelen en bestedingen. De eerste tranche
voor 2021 ad € 104 miljoen is verdeeld via de najaarsnota. Via de voorjaarsnota 2022
zijn de structurele basisbudgetten verdeeld. De bestedingen van de middelen zijn opgenomen
in de financiële verantwoording binnen de eigen programma’s van de rijksoverheidsorganisaties
en op totaalniveau in ieders departementale verantwoordingen. Rijksbreed is de verantwoording
opgenomen in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering rijksoverheid. De begroting van BZK,
de voor- en najaarsnota en de financiële verantwoording worden door uw Kamer vastgesteld.
Vraag 12
Bent u bereid om de Kamer te informeren over de planning, roadmap en activiteiten
en wilt u in uw antwoord meenemen hoe u de Kamer ook direct informeert als er iets
te melden is?
Antwoord 12
Op 6 april 2021 is het generieke actieplan Open op Orde naar uw Kamer gestuurd27. Het geactualiseerde generieke actieplan Open op Orde zal in het vierde kwartaal
van 2022 naar uw Kamer worden verzonden, daarin zijn de planning, roadmap en activiteiten
opgenomen en zal ook worden ingegaan op de voortgang. Daarnaast heeft de Minister-President
tijdens het debat met uw Kamer op 19 mei jl. toegezegd ook de departementale actieplannen
openbaar te maken. Die worden op korte termijn naar u toegestuurd. Daarnaast wordt
u jaarlijks via de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk geïnformeerd. We zijn aan het
onderzoeken hoe we een rijksbreed dashboard kunnen vormgeven. De verbetering van de
Informatiehuishouding is onderdeel van het programma Open Overheid. Zo is de verbinding
gelegd tussen een belangrijk doel van het verbeteren van de informatiehuishouding:
het sneller openbaar kunnen maken van informatie, bijvoorbeeld bij een WOO-verzoek.
Indien nodig zal ik u via de periodieke brieven van het programma Open Overheid informeren,
waar Open op Orde onderdeel van is.
Vraag 13
Welk mandaat en welke plannen heeft de regeringscommissaris Informatiehuishouding
precies gekregen en kunt u aangeven welk werkplan de regeringscommissaris heeft vastgesteld?
Kunt u het werkprogramma en de doelstellingen van de benoeming naar de Kamer sturen?
Antwoord 13
De regeringscommissaris Informatiehuishouding geeft het volgende antwoord:
«De taken van de regeringscommissaris Informatiehuishouding zijn vastgelegd in het
Instellingsbesluit regeringscommissaris Informatiehuishouding.28 Dit betreft o.a. de taak om de voortgang van het generiek actieplan Open op Orde
en de daaronder vallende departementale actieplannen te bevorderen, de ministeries
daarop aan te spreken en waar nodig met voorstellen te komen om knelpunten op te lossen.
Daarnaast speelt hij een verbindende rol tussen het Adviescollege O&I, de Inspectie
O&E en de ministeries.
Bij zijn aanstelling heeft de regeringscommissaris de volgende ambities uitgesproken
voor de komende jaren:
Op het gebied van gegevenshuishouding: een forse verbetering in het juiste gebruik
van de correcte gegevens.
Op het gebied van documenthuishouding: ook hier een structurele verbetering van de
documentenstromen binnen de overheid (oftewel vindbaar, beschikbaar en traceerbaar).
Uitgangspunt van zijn opdracht is een transformatie van de overheid en de bijdrage
die een moderne informatiehuishouding daaraan kan leveren. Onderdeel hiervan is het
verankeren van fundamentele beginselen in een algemene wet voor informatiebepalingen.
Hierbij geldt dat hij zijn opdracht niet beperkt ziet tot de informatiehuishouding
van de rijksoverheid, maar voor de hele overheid.
De regeringscommissaris zal na de zomer zijn bevindingen sinds zijn start begin dit
jaar met u delen. Hierin neemt hij ook een aantal aandachtspunten mee die onder andere
input zullen zijn voor de actualisatie van het generieke actieplan Open op Orde.»
Vraag 14
Is goed geborgd dat de regeringscommissaris en het Rijksprogramma effectief samenwerken?
Antwoord 14
De regeringscommissaris Informatiehuishouding geeft het volgende antwoord:
«In voorbereiding op het Instellingsbesluit regeringscommissaris Informatiehuishouding
is zorgvuldig gekeken naar de sturing en het toezicht op de verbetering van de informatiehuishouding
door de verschillende actoren die hier een rol in spelen, waaronder het Rijksprogramma.
Dit is uitgewerkt in de brief van 22 oktober 202129 aan uw Kamer.
In de praktijk is er intensief contact tussen de regeringscommissaris en de programmamanager
van Open op Orde (en andere relevante programma’s) en wordt de regeringscommissaris
op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen op het programma.»
Vraag 15
Kunt u aangeven wat het beleid is op uw ministerie aangaande het bewaren van SMS’jes
en ander berichtenverkeer, ook van uzelf?
Antwoord 15
Hierop is het rijksbrede beleid van toepassing waaruit volgt dat chatberichten over
de bestuurlijke besluitvorming bewaard dienen te blijven wanneer de relevante informatie
niet ook al op een andere manier is geborgd binnen de organisatie. Is het bestuurlijke
besluit uit het chatbericht ook op een andere manier geborgd binnen de organisatie,
bijvoorbeeld in een nota of een e-mail, dan kan het oorspronkelijke chatbericht worden
verwijderd. Het is niet nodig dat dezelfde relevante informatie twee keer wordt bewaard.
Dit ook in verband met het belang van ordentelijke archiefvorming. Deze staande praktijk
is in lijn met de heersende Wob-rechtspraak.
De Instructie bewaren chatberichten belegt de verantwoordelijkheid voor het bewaren
van relevante chatberichten bij de inhoudelijk verantwoordelijke dossierhouder. Voor
bewindspersonen geldt dat zij alleen berichten hoeven te bewaren over de bestuurlijke
besluitvorming waarvan de relevante inhoud nergens anders binnen de organisatie is
geborgd. Berichten kunnen worden bewaard door middel van het maken van een screenshot
of door middel van «export» van het chatbericht. In dit kader wijs ik er nog op dat
de Minister-President tijdens het debat van 19 mei jongstleden heeft toegezegd door
mij te laten bezien hoe de chatinstructie voor bewindspersonen op dit punt nader kan
worden geëxpliciteerd aan de hand van het zogenaamde «vierogen-principe». Hiertoe
wordt voor eind augustus een praktisch voorstel gedaan voor een uniforme werkwijze
die door de bewindslieden gebruikt kan worden.
Vraag 16
Hoeveel WOB/WOO verzoeken heeft uw ministerie in behandeling en wat is van die verzoeken
het tijdsverloop?30
Antwoord 16
In bijlage 1 is het overzicht te vinden van de antwoorden van de departementen.31
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
M. Rutte, minister-president
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.