Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over het bericht dat de voorzitter van DSW stelt dat zorgverzekeraars onnodige kwaliteitscontroles opleggen
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat de voorzitter van DSW stelt dat zorgverzekeraars onnodige kwaliteitscontroles opleggen (ingezonden 1 maart 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 31 maart
2022).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de uitspraak van de voorzitter van zorgverzekeraar DSW dat zorgverzekeraars
onnodige kwaliteitscontroles opleggen aan zorgverleners?1
Antwoord 1
Deze verkenning had onder andere tot doel om in kaart te brengen hoe zorgverleners
het Nederlandse zorglandschap beschouwen.
De hoofdthema´s van de verkenning waren vertrouwen, continuïteit en pluriformiteit.
Via een vragenlijst hebben een aantal zorgverleners uit verschillende zorgsectoren
hun mening kunnen geven over deze thema’s. Ik vind het belangrijk dat zorgverzekeraars
en zorgleners bekend zijn met elkaars mening over deze thema’s. Inzicht verhoogt namelijk
het wederzijdse begrip en vereenvoudigt het maken van contractuele afspraken. In het
rapport wordt op basis van een uitvraag onder zorgverleners aangegeven dat volgens
een groot deel van deze groep controles op kwaliteit nog meer zouden kunnen bijdragen
aan betere zorg. Verdere duiding van deze uitvraag onder de respondenten – die veel
breder was – ontbreekt in het rapport.
In zijn algemeenheid kan ik aangeven dat zorgverzekeraars en zorgverleners als uitvoerders
van de Zorgverzekeringswet (Zvw) samen verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de zorg. Zij maken daar contractuele
afspraken over. Waarbij het doel is om de kwaliteit van zorg continue te verbeteren,
zodat de verzekerde toegang heeft tot zorg van een steeds hoger niveau. Het stellen
van voorwaarden en toetsing van de naleving van deze voorwaarden is een onderdeel
daarvan. Het is de maatschappelijke verantwoordelijkheid van zorgverzekeraars en zorgverleners
om dit op een slimme en laagdrempelige manier in te richten. Het rapport lijkt mij
een goede aanleiding voor hen om hierover verder het gesprek met elkaar aan te gaan.
Daarnaast wordt er op dit moment in mijn opdracht een onderzoek uitgevoerd naar de
mogelijkheden om de inkoop- en verantwoordingseisen die gelden voor zorgsectoren die
vallen onder Zvw te uniformeren. Hier vallen ook eisen van zorgverzekeraars onder.
Onderdeel van dit onderzoek is om te kwantificeren hoeveelheid tijd, en daarmee geld,
gepaard gaat met voldoen aan deze eisen. De resultaten van dit onderzoek verwacht
ik komende zomer.
Vraag 2
Bent u het eens het de uitspraak van de voorzitter dat de wettelijke kwaliteitseisen
hoog zijn en bij de eigen beroepsgroep in goede handen zijn?
Antwoord 2
Ja, ten dele. De (wettelijke) eisen die hier aan de kwaliteit van zorg gesteld worden
zijn op onderdelen hoog. We moeten met alle betrokken partijen continue werken aan
de zorg. Zorgverzekeraars en aanbieders zijn als uitvoerders van de Zvw samen verantwoordelijk en maken (contractuele) afspraken over de inkoop en kwaliteit van
zorg. In het kader van het integraal Zorgakkoord zullen we gesprekken voeren over
hoe we de zorg in Nederland verder verbeteren.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat onnodige bureaucratie in de zorg zoveel mogelijk dient tegen
te worden gegaan, omdat dit tijd kost die daardoor niet aan de zorg voor patiënten
kan worden besteed en zorgverleners stimuleert de zorg te verlaten?
Antwoord 3
Ja, ik ben het er zeker mee eens dat onnodige administratieve lasten in de zorg zo
veel mogelijk tegen moeten worden gegaan. De afgelopen jaren is daaraan gewerkt met
het programma [Ont]Regel de Zorg, met als doel om de ervaren administratieve lasten
van zorgverleners en patiënten te verminderen. Er is een voorzichtige kentering zichtbaar
omdat voor het eerst de ervaren regeldruk in de meeste sectoren licht gedaald is.
Dit is een trendbreuk, maar ons werk zit er nog niet op. De Minister voor Langdurige
Zorg en Sport is voornemens om vóór de zomer de vervolgaanpak van regeldruk aan de
Tweede Kamer te zenden.
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat het onwenselijk is als zorgverzekeraars aanvullende eisen
toevoegen aan de wettelijke eisen?
Antwoord 4
Nee, niet noodzakelijkerwijs. De verzekerde heeft baat bij een zo’n hoog mogelijke
kwaliteit van zorg. Dat is ook een van de doelen die met de Zvw wordt nagestreefd.
Het stellen van eisen aan de kwaliteit draagt in belangrijke mate hieraan bij. De
eisen die in wet- en regelgeving zijn opgenomen vormen daarbij een basis. Maar wet-
en regelgeving zijn geen geschikt instrument om uitputtend op alle kwaliteitsfacetten normen te stellen. Zorgverzekeraars en zorgverleners hebben de
ruimte nodig om vanuit hun deskundigheid en verantwoordelijk in het veld praktische
invulling te geven de kwaliteitseisen. Bovendien kunnen zij zich op deze manier onderscheiden.
De Zvw biedt hen deze ruimte ook. Door samen contractuele afspraken te maken kan er
maatwerk worden geleverd. En kan recht worden gedaan aan de verschillen tussen zorgsectoren
en lokale omstandigheden, en verschillen tussen zorgverzekeraars en zorgverleners
onderling.
Wel ben ik van mening dat bij het stellen van aanvullende eisen een adequate afweging
dient te worden gemaakt tussen enerzijds de mate waarin zij verondersteld kunnen worden
de kwaliteit van zorg te verhogen, en anderzijds de mate waarin zij de ervaren administratieve
lasten voor zorgverleners verhogen. In die afweging dient te worden meegewogen dat
die administratieve lasten hoger zijn, naarmate de eisen die zorgverzekeraars stellen
onderling meer verschillen op inhoud, vorm, timing en frequentie.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat kwaliteitsstandaarden zouden moeten worden bepaald door
de wetgever en het veld, in plaats van door de zorgverzekeraar?
Antwoord 5
In de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg is bepaald dat kwaliteitstandaarden
worden opgesteld door organisaties van cliënten, zorgaanbieders of zorgverleners en
zorgverzekeraars. Na een marginale toetsing door het Zorginstituut wordt een kwaliteitsstandaard
opgenomen in het register voor kwaliteitsstandaarden en meetinstrumenten. Op deze
manier is de inbreng van alle relevante partijen naar mijn oordeel afdoende geborgd.
Vraag 6
Hoeveel bureaucratie zou kunnen worden geschrapt als de regels die extra worden opgelegd
door zorgverzekeraars zouden worden geschrapt?
Antwoord 6
De regeldruk die zorgverleners ervaren komt uit veel verschillende hoeken: van zorgverzekeraars,
maar ook van o.a. toezichthouders, branche- en beroepsverenigingen, hun eigen interne
organisatie en de overheid. Er is geen informatie beschikbaar over hoeveel regeldruk
wordt veroorzaakt door elke betrokken partij. Wel weet ik dat sommige beroepsgroepen,
met name in de eerste lijn, aangeven dat de zorgverzekeraar(s) voor hen de belangrijkste
veroorzaker van regeldruk zijn2. Ik zie daarom zeker mogelijkheden om op dit punt de ervaren regeldruk te verminderen
en daarover wordt reeds het gesprek met de zorgverzekeraars gevoerd, onder ander in
het kader van het onderzoek waar ik in het antwoord op vraag 1 aan refereer.
Vraag 7
Wat gaat u doen om de onnodige bureaucratie die door zorgverzekeraars aan zorgverleners
wordt opgelegd, tegen te gaan?
Antwoord 7
Zoals ik ook als antwoord op vraag 1 heb benoemd, wordt er momenteel een onderzoek
uitgevoerd naar de mogelijkheden om de inkoop- en verantwoordingseisen in de Zvw,
waaronder van zorgverzekeraars, te uniformeren. Resultaat van dit onderzoek zal een
«menukaart» zijn met concrete maatregelen om de administratieve lasten te verminderen.
De resultaten van dit onderzoek worden voor de zomer verwacht, waarna besluitvorming
over de te treffen maatregelen zal plaatsvinden.
Daarnaast gaat de Minister voor Langdurige Zorg en Sport vanuit het programma [Ont]Regel
de Zorg het gesprek aan met zorgverzekeraars (en andere veldpartijen overigens) naar
aanleiding van meldingen van onnodige regeldruk die wij ontvangen, bijvoorbeeld van
zorgverleners zelf maar ook van branche- en beroepsverenigingen. Zorgverleners kunnen
ons bereiken via aanpakregeldruk@minvws.nl.
Vraag 8
Bent u bereid deze vragen ieder afzonderlijk te beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.