Schriftelijke vragen : Het feit dat de (maximale) huurtoeslag daalt wanneer een alleenstaande een kind krijgt
Vragen van het lid Van Weyenberg (D66) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister voor Milieu en Wonen over het feit dat de (maximale) huurtoeslag daalt wanneer een alleenstaande een kind krijgt (ingezonden 8 april 2020).
Vraag 1
Klopt het dat de (maximale) huurtoeslag voor een alleenstaande daalt wanneer de alleenstaande
een kind (of meerdere kinderen) krijgt?1
Vraag 2
Hoe groot is dit verschil, wanneer we uitgaan van de maximale huurtoeslag voor een
alleenstaande en de maximale huurtoeslag voor een alleenstaande ouder met een jong
kind zonder inkomen of vermogen als medebewoner?
Vraag 3
Vindt u dit verschil wenselijk?
Vraag 4
Deelt u dat het krijgen van een kind juist een reden kan vormen om een alleenstaande
ouder met een laag inkomen extra te ondersteunen om de huur te kunnen betalen, bijvoorbeeld
omdat een alleenstaande ouder extra ruimte in huis nodig heeft voor het kind of de
kinderen?
Vraag 5
Welke redenen liggen ten grondslag aan de keuze voor dit verschil?
Vraag 6
Hangt dit bijvoorbeeld samen met andere regelingen, zoals de alleenstaande ouderkop
binnen het kindgebonden budget?
Vraag 7
Zijn er situaties denkbaar waarin een alleenstaande ouder alleen huurtoeslag ontvangt
en alleen te maken krijgt met de nadelige effecten van de lagere (maximale) huurtoeslag
en niet met de positieve effecten van het recht op (hogere) andere toeslagen, zoals
het kindgebonden budget en de kinderbijslag?
Vraag 8
Welke mogelijkheden zijn er om dit verschil terug te dringen?
Vraag 9
Wanneer verwacht u het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Toeslagen deel 2
en de kabinetsreactie naar de Kamer te sturen?
Indieners
-
Gericht aan
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën -
Gericht aan
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen -
Indiener
S.P.R.A. van Weyenberg, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.