Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Graaf en Bruins over de gevolgen van de coronacrisis voor mensen in de prostitutie
Vragen van de leden Van der Graaf en Bruins (beiden ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de gevolgen van de coronacrisis voor mensen in de prostitutie (ingezonden 19 maart 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid), mede namens
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 25 maart 2020).
Vraag 1
Kunt u een overzicht geven van de richtlijnen voor mensen die werken in de:
– Raamprostitutie
– Seksclubs
– Bordelen
– Privéhuizen
– Tippelzones
– Sekstheaters
– Massagesalons
– Escortbranche
– Thuisprostitutie
– Porno-industrie?
Antwoord 1
Iedere veiligheidsregio heeft op aanwijzing van de Minister voor Medische Zorg en
Sport, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, een noodverordening vastgesteld
die ziet op de sluiting van een aantal inrichtingen. Die noodverordening gebiedt ook
de sluiting van inrichtingen waar bedrijfsmatig gelegenheid wordt gegeven tot het
verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of bedrijfsmatig
vertoningen van erotisch-pornografische aard worden aangeboden. Dat betekent dat het
bij noodverordening niet toegestaan is om prostitutieramen, seksclubs, bordelen, privéhuizen
en sekstheaters open te houden. Massagesalons zijn te beschouwen als een seksinrichting
als er sprake is van seksuele handelingen tegen betaling; voor die inrichtingen geldt
de verordening. De noodverordening ziet niet op de tippelzones, escortbranche, thuisprostitutie
en de porno-industrie.
Het RIVM heeft daarnaast algemeen geldende adviezen en gedragsrichtlijnen opgesteld.
Gezien de ernst van de omstandigheden en de consequenties voor een ieders gezondheid
ga ik er vanuit dat exploitanten en sekswerkers hun maximale verantwoordelijkheid
nemen in de toepassing van de richtlijnen en bij de afweging of de dienstverlening
in de huidige situatie wel zou moeten plaatsvinden.
Vraag 2
Zijn er hierin ook verschillen tussen gemeenten?
Antwoord 2
De noodverordening die door de voorzitter van een veiligheidsregio is vastgesteld,
geldt onverkort in elke gemeente die deel uitmaakt van de veiligheidsregio. De richtlijnen
van het RIVM gelden voor heel Nederland.
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat veel van de mensen die in de prostitutie, of daaraan verwante
beroepen, werkzaam zijn, vaak in een sociaaleconomisch kwetsbare situatie zitten,
bijvoorbeeld vanwege hoge maandlasten, een klein sociaal netwerk, weinig perspectief
op vervangend werk en/of een afhankelijkheidsrelatie van een pooier?
Antwoord 3
Ja. Het WODC-onderzoek Maatschappelijke Positie Sekswerkers (2018) laat zien dat mensen
die in de prostitutie werken vaak in een sociaaleconomisch kwetsbare situatie zitten.
Ook is bekend dat het voor sekswerkers vaak moeilijk is een overstap te maken naar
ander werk. Het stigma dat rust op sekswerk speelt hierbij een belangrijke rol.
Vraag 4
Bent u ermee bekend dat een substantieel aandeel van deze groep niet staat ingeschreven
bij de Kamer van Koophandel of, waar het EU-burgers betreft, uit angst voor mogelijke
uitzetting geen beroep kan doen op een uitkering?
Antwoord 4
Ik ben ermee bekend dat sommige zelfstandig werkende sekswerkers er voor kiezen te
werken zonder zich in te schrijven bij de Kamer van Koophandel.
ZZP’ers komen wellicht in aanmerking voor de regeling, zie het antwoord op vraag 5.
Werknemers met arbeidscontract komen mogelijk in aanmerking voor WW. En werkgevers
wellicht voor de NOW. Anderen komen in aanmerking voor algemene bijstand als ze aan
de voorwaarden daarvoor voldoen.
Voor EU-burgers is dit onder meer afhankelijk van de duur van het verblijf in Nederland
en de kans op werk. Hiermee wordt een onredelijk beroep op het sociale bijstandsstandsstelsel
van het gastland voorkomen. Een beroep op bijstand kan gevolgen hebben voor het verblijfsrecht.
Vraag 5
Ziet u mogelijkheden om deze groep in aanmerking te laten komen voor inkomensondersteuning
middels het reeds aangekondigde maatregelenpakket of op een andere termijn in een
vangnet te voorzien? Op welke termijn zou dit kunnen?
Antwoord 5
Onderdeel van het pakket van maatregelen is een tijdelijke voorziening van drie maanden
voor het levensonderhoud van zzp’ers tot maximaal circa 1.500 euro per maand netto.
De regeling wordt uitgevoerd door gemeenten. De contouren zijn al bekend, maar de
regeling en toelatingsvoorwaarden worden nog in samenspraak met VNG en Divosa uitgewerkt,
opdat die op korte termijn kan worden uitgevoerd. Veel sekswerkers zijn zelfstandig.
Het is dus zeker mogelijk dat deze groep in aanmerking komt, afhankelijk van de voorwaarden.
Voor de inwerkingtreding is het verstandig de websites van VNG en Divosa in de gaten
te houden waarop dit zal worden gecommuniceerd. Mensen die in de prostitutie werken
en EU-burger zijn kunnen mogelijk aanspraak maken op de bijstand.
Vraag 6
Zijn er mogelijkheden om de Regeling Uitstapprogramma's Prostitutie (RUPS)-regeling
tijdelijk uit te breiden zodat hulpverleners ondersteuning kunnen bieden bij vrouwen
en mannen waarvoor dat acuut nodig is? Op welke termijn zou dit kunnen en hoe kan
bureaucratische rompslomp voor RUPS-partijen hierbij zoveel mogelijk worden voorkomen?
Antwoord 6
De Rups is bedoeld voor mannen en vrouwen in de prostitutie die langdurig willen uitstappen
en een ander bestaan willen opbouwen. Hoewel de regeling zelf niet bedoeld is voor
acute zorg, hebben veel organisaties wel een netwerk opgebouwd rond prostituees, waardoor
zij prostituees die acute hulpverlening en/of opvang nodig hebben kunnen doorverwijzen.
Voor acute hulp en/of opvang kan contact op worden genomen met de daarvoor bestemde
voorzieningen in de lokale gemeente. Denk hierbij aan Maatschappelijk Werk, de Vrouwenopvang,
de Maatschappelijke Opvang en Veilig Thuis. Daarnaast zullen we na afloop van de crisis
bezien of er een grotere behoefte bestaat aan ondersteuning bij duurzaam uitstappen
en of de bestaande programma’s voldoende middelen hebben om in een eventuele grotere
behoefte te voorzien.
Vraag 7
Wilt u er bij gemeenten in het hele land op aandringen om bij de toekenning van inkomensondersteuning
in het bijzonder oog te hebben voor deze doelgroep en voor snelle ondersteuning?
Antwoord 7
Als de zelfstandige sekswerkers voldoen aan de specifieke voorwaarden, ligt het voor
de hand dat zij aanspraak kunnen maken op snelle ondersteuning onder deze tijdelijke
regeling.
Vraag 8
Bent u bereid met exploitanten en verhuurders in gesprek te gaan over het tijdelijk
opschorten van de huur van ramen en kamers waar geen gebruik van kan worden gemaakt?
Antwoord 8
De prostitutiebranche is een van de vele sectoren die momenteel gedwongen of vrijwillig
gesloten blijft. Mensen werkzaam in de prostitutiebranche maken zelfstandig keuzes
hoe met deze situatie om te gaan. Wij hebben als kabinet opgeroepen om in de gehele
keten elkaar te helpen en ik spreek nadrukkelijk de hoop en verwachting uit dat ook
in deze branche voor een empathische handelwijze zal worden gekozen.
Vraag 9
Bent u bereid verder in gesprek te gaan met hulpverleningsorganisaties en gemeenten
om te bezien wat er nodig is om mensen in de prostitutie veiligheid en zekerheid te
bieden?
Antwoord 9
De coronacrisis heeft grote gevolgen voor iedere burger in Nederland, en zeker ook
voor kwetsbare groepen en ZZP’ers. De mensen die in de prostitutiebranche werken zijn
wat dat betreft geen uitzondering en kunnen een beroep doen op de noodmaatregelen
die er genomen zijn. Uiteraard zal ik alert blijven op signalen van gemeenten en hulporganisaties.
Vraag 10
Bent u bekend met de signalen van hulpverleners die aangeven dat een aantal mensen
in de prostitutie de huidige situatie wenst aan te grijpen om uit te stappen maar
dat het juist op dit moment ontzettend lastig is om vervangend werk te vinden te vinden?
Antwoord 10
De gemeente Groningen heeft gesignaleerd dat er een toename is van vrouwen die willen
uitstappen omdat er op dit moment weinig werk is in de prostitutie. Het is een bekend
fenomeen dat het in crisistijd moeilijker is om vervangend werk te vinden.
Op dit moment is het vooral van belang dat prostituees die in acute nood verkeren,
de hulp krijgen die nodig is, via de ondersteuning die reeds beschikbaar is en de
aanvullende noodmaatregelen die aangekondigd zijn. Wanneer de crisis voorbij is, kunnen
deze vrouwen en mannen dan alsnog een weloverwogen besluit nemen al dan niet uit te
stappen en kunnen zij gebruik maken van het aanbod aan uitstapprogramma’s. Ik ben
bereid na de piek van de coronacrisis te bezien of er significant hogere toestroom
van cliënten bij de uitstapprogramma’s is, en of er meer middelen nodig zijn en beschikbaar
kunnen komen om aan een eventueel toegenomen vraag gehoor te kunnen geven.
Vraag 11
Welke mogelijkheden ziet u om hulpverleningsorganisaties en gemeenten te ondersteunen
bij vervangend werk, en daarbij ook te kijken naar mogelijke werkgelegenheid bij het
Rijk en bij gemeenten zelf, bijvoorbeeld in de facilitaire dienstverlening?
Antwoord 11
Deze tijden vragen om creativiteit. Er zijn ook al verschillende initiatieven waarbij
mensen die nu tijdelijk geen werk hebben, helpen in de sectoren waar op dit moment
tekorten zijn. Het kabinet vindt dit heel positief en roept ook zeker gemeenten en
hulpverleningsorganisaties op om iedereen die dit wil en kan te laten helpen in sectoren
die juist nu hulp kunnen gebruiken.
Vraag 12
Welke mogelijkheid ziet u om te ondersteunen bij het vinden van vervangende huisvesting,
bijvoorbeeld door, in samenspraak met gemeenten, mensen die uit de prostitutie willen
stappen, al dan niet tijdelijk, met voorrang in aanmerking te laten komen voor een
sociale huurwoning?
Antwoord 12
Het is de bevoegdheid van gemeenten om een afweging te maken wie met voorrang in aanmerking
komt voor een sociale huurwoning.
Vraag 13
Kunt u, gelet op de urgentie, deze vragen uiterlijk volgende week maandag d.d. 23 maart
beantwoorden?
Antwoord 13
Een snellere beantwoording dan vandaag was niet mogelijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.