Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen de leden Palland en Amhaouch over het bericht dat banken het mkb leegmelken
Vragen van de leden Palland en Amhaouch (beiden CDA) aan de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Banken melken het mkb leeg en komen ermee weg» (ingezonden 21 februari 2020).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens de Staatssecretaris van Economische
Zaken en Klimaat (ontvangen 25 maart 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Banken melken het mkb leeg en komen ermee weg»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u het beeld dat banken eenzijdig renteopslagen verhogen/verhoogden tijdens
de contractperiode jegens o.a. de zorgsector en ook andere mkb-bedrijven?
Antwoord 2
Banken kunnen in bepaalde gevallen renteopslagen wijzigen gedurende de contractperiode.
Ik heb geen cijfers over in hoeverre banken dat doen. De mogelijkheid om renteopslagen
te wijzigen vindt zijn oorsprong in de financieringsvoorwaarden zoals van toepassing
op de relatie tussen bank en (mkb-)klant. De op 1 juli 2018 in werking getreden Gedragscode
Kleinzakelijke Financiering van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) verduidelijkt
wanneer rentetarieven kunnen wijzigen. Rentetarieven kunnen niet worden gewijzigd
gedurende de rentevaste periode, tenzij de klant niet voldoet aan de uit de financieringsdocumentatie
voortvloeiende verplichtingen. Indien echter een variabel rentetarief is overeengekomen,
of indien de rentevaste periode is verstreken, kunnen dit tarief en eventuele renteopslagen
wijzigen.2
Vraag 3
Herkent u het beeld dat diverse banken na de (krediet)crisis de renteopslag verhoogden,
terwijl de marktrente daalde en een renteopslag derhalve niet voor de hand zou liggen?
Antwoord 3
Een rentevergoeding bij kredietverlening met variabele rente is in het algemeen opgebouwd
uit meerdere delen. Zo kan de bank bovenop de marktrente opslagen rekenen voor klantafhankelijke
risicopremies en een premie voor de financierings- en liquiditeitskosten. Het is mogelijk
dat de marktrente daalt terwijl de opslag voor kosten en risico’s of de liquiditeitsopslag
niet daalt of zelfs stijgt. Voor goed risicomanagement is het van belang dat kosten
en risico’s adequaat kunnen worden beprijsd. In het geval dat kosten en/of risico’s
toenemen kan dit er dus toe leiden dat renteopslagen worden verhoogd.
Vraag 4
Is het volgens u geoorloofd om renteopslagen eenzijdig te verhogen jegens een instelling
of bedrijf vanwege (vermeende) verhoogde risico’s in een sector en/of bij andere bedrijven
dan specifiek het betreffende bedrijf waarmee een afspraak is gemaakt?
Antwoord 4
Ja, in de Gedragscode Kleinzakelijke Financiering zijn enkele voorbeelden gegeven
van aanleidingen tot wijzigingen in de renteopslag. Zo kunnen deze het gevolg zijn
van generieke omstandigheden of individuele omstandigheden van de klant. Onder de
eerste categorie vallen bijvoorbeeld ontwikkelingen in de geld- en kapitaalmarkt.
Hierbij valt te denken aan een algemene rentestijging, of wanneer een bank zelf moeilijker
aan financiering kan komen. Klantspecifieke omstandigheden zijn bijvoorbeeld veranderingen
in het risicoprofiel van de klant of waardering van de zekerheden.
De NVB heeft desgevraagd aangegeven dat ook sectorspecifieke omstandigheden kunnen
leiden tot een wijziging van de renteopslag bij een individuele klant, of bij een
groep klanten uit dezelfde sector. Het risicoprofiel van een klant wordt volgens de
NVB onder meer vastgesteld op basis van de markt of sector waarin het bedrijf actief
is. Voor zover wijzigingen van de renteopslag ten gevolge van sectorspecifieke omstandigheden
worden doorgevoerd, ligt de grondslag hiervoor in de kredietdocumentatie, aldus de
NVB.
Ik verwacht dat banken goed aan hun mkb-klanten uitleggen waarom zij een renteopslag
in rekening brengen en onder welke omstandigheden zij deze verhogen. Met de inwerkingtreding
van de Gedragscode Kleinzakelijke Financiering is de informatievoorziening over wijzigingen
in de rentetarieven en renteopslagen geborgd. Zowel in de aanvraagfase als de beheerfase
dient de bank de klant te informeren over de soorten kosten en eventuele wijzigingen
daarin. De bank dient daarnaast op verzoek van de klant toelichting te geven.3
Vraag 5
Ligt een veroorloving van deze eenzijdige renteopslagverhoging enkel in een bepaling
in de algemene voorwaarden van een bank dat zij daartoe gerechtigd zijn onder «bijzondere
omstandigheden»?
Antwoord 5
De mogelijkheid om renteopslagen door te voeren vindt een juridische grondslag in
de privaatrechtelijke overeenkomst tussen bank en (mkb-)klant en moet voldoen aan
de eisen van het civiele recht.
Vraag 6
Deelt u de mening dat mkb-bedrijven weinig positie hebben tegenover een bank en zij
derhalve niet zulk maatwerk in de praktijk krijgen als grotere bedrijven? Deelt u
de mening dat dit niet eerlijk is?
Antwoord 6
Het overgrote deel van het Nederlandse bedrijfsleven bestaat uit zzp’ers en kleine
ondernemers.4 Deze ondernemers dienen erop te kunnen vertrouwen dat partijen die hen financiering
aanbieden in hun belang handelen. Voor een deel van hen geldt dat zij door het kennisverschil
met financiële dienstverleners een potentieel kwetsbare positie innemen tegenover
deze financiële instellingen. Als sprake is van een kredietrelatie wordt deze kwetsbare
positie versterkt door de afhankelijkheid die de klant vaak heeft ten opzichte van
de kredietverstrekker, mogelijk omdat maatwerk voor kleinzakelijke klanten minder
gebruikelijk is dan voor grotere klanten. Daarom is juist voor deze groep transparante
informatievoorziening van belang.
De eerdergenoemde gedragscode moet transparante informatievoorziening borgen. De wederzijdse
verwachtingen tussen financier en de kleinzakelijke klant worden hiermee verduidelijkt,
waarmee de positie van de afnemer van financiering ten opzichte van de financier is
verbeterd vergeleken met voor inwerkingtreding van deze code. Ook wijs ik erop dat
er steeds meer alternatieve financieringsvormen voor het mkb beschikbaar zijn, zoals
crowdfunding.5 Verder wordt in het kader van versterking van de Europese kapitaalmarktunie gekeken
hoe het financieringslandschap verder gediversifieerd kan worden zodat ondernemers
meer mogelijkheden tot financiering hebben.6
Vraag 7
Wat is er volgens u in de afgelopen vijf jaar, sinds banken zijn gemaand tot zelfregulering,
aan verbeteringen bereikt?
Antwoord 7
Mijn ambtsvoorganger heeft naar aanleiding van de reacties op een publieke consultatie
over de effectiviteit en gewenste mate van bescherming van zzp’ers en mkb’ers bij
financiële diensten en producten besloten om in eerste instantie in te zetten op verbetering
van de positie van kleinzakelijke klanten door middel van zelfregulering. Met de inwerkingtreding
van de Gedragscode Kleinzakelijke Financiering op 1 juli 2018 is een eerste stap gezet
tot verbetering van de informatievoorziening tussen kleinzakelijke klanten en banken.
Daarin zijn afspraken gemaakt over onder andere informatievoorziening aan de klant.
De gedragscode wordt elk jaar gemonitord en zal in 2021 worden geëvalueerd.
De meest recente monitoringsrapportage van de Gedragscode Kleinzakelijke Financiering
van de NVB laat zien dat ruim 60% van de respondenten van de enquête onder kleinzakelijke
klanten met een financiering met een variabel rentepercentage ervaring heeft met aanpassing
van renteopslagen.7 Van deze groep vindt meer dan drie op de vier respondenten dat zij hierover voldoende
geïnformeerd zijn. Bij de volgende monitoringsrapportage en de evaluatie zullen er
meer financieringen onder de gedragscode vallen. Dit zal een completer beeld geven
van het effect van de code. Uit deze evaluatie zal moeten blijken in hoeverre de huidige
gedragscode toereikend is. Mocht uit de evaluatie blijken dat de informatievoorziening
onvoldoende is, dan zal ik de NVB vragen om de code aan te scherpen.
Vraag 8
Staat de Gedragscode Kleinzakelijke Financiering (d.d. 1 juli 2018), die normen stelt
aan de dienstverlening en financiering/kredietverstrekking van banken aan mkb-bedrijven,
het toe om eenzijdig de leningsfaciliteiten aan te passen? Kunt u inzicht geven in
of, en indien ja hoeveel, klachten vanuit kleinzakelijke klanten zijn ingediend bij
het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) terzake het eenzijdig aanpassen
van contracten met renteopslagen?
Antwoord 8
Zoals reeds benoemd in de beantwoording van vraag 2 is de mogelijkheid voor banken
om eenzijdig rentetarieven aan te passen gebaseerd op de afspraken tussen financier
en mkb-klant. De gedragscode verduidelijkt in welke gevallen rentetarieven kunnen
wijzigen en stelt voorwaarden met betrekking tot de informatievoorziening over de
wijzigingen van rentetarieven.
Het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) heeft tot op heden geen klachten
over wijzigingen van renteopslagen ontvangen van kleinzakelijke ondernemers die op
of na 1 juli 2018 een financieringsaanvraag hebben gedaan, en daarmee onder de gedragscode
vallen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.