Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Molen over het bericht ‘UT-arts wil stop op instroom buitenlandse studenten: ‘Ze lopen psychisch vast’’
Vragen van het lid Van der Molen (CDA) aan de Minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «UT-arts wil stop op instroom buitenlandse studenten: «Ze lopen psychisch vast»» (ingezonden 16 januari 2020).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
21 februari 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht uit de Tubantia waaruit blijkt dat meer dan vier op
de vijf buitenlandse studenten op de Universiteit Twente (UT) kampen met psychische
klachten?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel procent van de buitenlandse studenten van de Universiteit
Twente te maken heeft met psychische klachten? Kunt u aangeven hoeveel procent van
de buitenlandse studenten van andere instellingen te maken hebben met psychische klachten?
Antwoord 2
De Universiteit Twente heeft in 2019 onderzoek gedaan naar het welzijn van de eigen
studenten2. 15% van de UT-studenten heeft hieraan meegedaan. Hieruit blijkt dat een derde van
de studenten een matige of een ernstige vorm van depressie of angsten ervaart. Volgens
de UT komt dit meer voor bij vrouwen, LHBT-studenten en internationale studenten.
Zij geven hier verder geen exacte cijfers bij.
We hebben op dit moment geen landelijke cijfers. Ik heb het RIVM opdracht gegeven
tot een grootschalig onderzoek naar mentale gezondheid van studenten. In het onderzoek
zal worden gekeken naar de omvang van stress en mentale druk en de factoren die hierop
van invloed zijn. De eerste meting vormt de basis voor een monitor mentale gezondheid
en middelengebruik van studenten zodat we kunnen volgen hoe de mentale gezondheid
van studenten zich ontwikkelt. De Kamer heeft onlangs het Plan van aanpak ontvangen
van de monitor.
Ik wacht de resultaten van het RIVM-onderzoek af voordat ik uitspraken doe over de
omvang en de ernst van stress en mentale druk. De resultaten van de meting over mentale
druk verwacht ik eind 2020.
Vraag 3
Bent u het eens met de conclusie van de campushuisarts aan de Universiteit Twente
dat er een rem moet komen op buitenlandse instroom van studenten omdat veel van deze
studenten te maken hebben met psychische klachten? Zo nee, wat is uw reactie op de
constatering van de huisarts dat er verhoudingsgewijs meer buitenlandse studenten
psychische klachten hebben dan Nederlandse studenten?
Antwoord 3
Zoals ik vaker heb aangegeven vind ik internationalisering van meerwaarde voor het
hoger onderwijs en onderzoek. Daar hoort ook instroom van internationale studenten
bij. Tegelijkertijd deel ik de conclusie van het interdepartementale beleidsonderzoek
over internationalisering, waarin aandacht wordt gevraagd voor de risico’s van toenemende
internationalisering. Om de kwaliteit en toegankelijkheid van ons onderwijs te waarborgen,
staan in het wetsvoorstel taal en toegankelijkheid maatregelen die het voor instellingen
mogelijk maken om waar nodig en mogelijk de instroom te sturen.
Dat internationale studenten last hebben van psychische klachten is zorgelijk. Ik
verwacht u eind 2020 te kunnen informeren over de schaal van deze problematiek. Zie
ook mijn antwoord bij vraag 2.
Het is aan instellingen voor hoger onderwijs om er voor te zorgen dat (internationale)
studenten de ondersteuning krijgen die zij nodig hebben en na te denken over inclusief
onderwijs, waarin studenten, ook internationale studenten, zich thuis voelen binnen
de instelling.
Mijn indruk is dat instellingen goed zicht hebben op de stress van studenten en verschillende
manieren vinden om studenten te ondersteunen. Dat blijkt onder meer ook uit de gemaakte
kwaliteitsafspraken.
Vraag 4
Wordt in de 0-meting die het RIVM gaat uitvoeren naar studentenwelzijn ook psychische
klachten van buitenlandse studenten apart meegenomen? Wordt hierbij een onderscheid
gemaakt tussen Europese Economische Ruimte (EER) en niet-EER studenten?
Antwoord 4
Internationale studenten worden meegenomen in het onderzoek naar mentale gezondheid
onder studenten in het hoger onderwijs. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen EER
en niet-EER studenten.
Vraag 5
Zijn de plannen van de Universiteit Twente voor de middelen die zij ontvangt vanwege
het afschaffen van de basisbeurs al goedgekeurd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie
(NVAO)? In hoeverre omvatten deze plannen het inzetten van meer studentenpsychologen,
het uitbreiden van het buddysysteem en het inzetten op studentenwelzijn? Deelt u de
mening dat onderwijsinstellingen het verbeteren van de ondersteuning voor buitenlandse
studenten bij voorkeur uit eigen middelen en niet vanuit de studievoorschotmiddelen
dienen te financieren, vanwege de samenhang van deze middelen en het lenen door studenten?
Antwoord 5
Momenteel zit de Universiteit Twente nog in de beoordelingsprocedure van de NVAO.
Ik heb dus nog geen inzicht in de inhoud van het plan. Met het akkoord over de kwaliteitsafspraken
is afgesproken dat instellingen zelf, in nauwe dialoog met hun onderwijsgemeenschap
en met instemming van de medezeggenschap, komen tot hun inzet voor de studievoorschotmiddelen.
Ik ben van mening dat in dat gesprek het beste kan worden bepaald waar de middelen
van het studievoorschot het hardst nodig zijn om tot verbetering van onderwijskwaliteit
te komen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat een intakegesprek wat anders is dan een selectiecriterium voor
het toelaten aan een opleiding? In hoeverre heeft volgens u een instelling zoals de
Universiteit Twente een verantwoordelijkheid om studenten, bijvoorbeeld middels een
intakegesprek, van goed advies te voorzien en buitenlandse studenten desnoods te adviseren
vanwege hun psychische kwetsbaarheid niet te komen studeren?
Antwoord 6
Een intakegesprek is geen selectiecriterium voor het toelaten aan een opleiding. Een
gesprek kan wel een onderdeel van de selectie zijn. Waar het om gaat is dat sommige
opleidingen mogen selecteren, en dat andere opleidingen hun (aspirant)studenten bijvoorbeeld
via een studiekeuzecheck een laatste check kunnen laten doen of de opleiding bij hen
past. Die check kan in de vorm van een (intake)gesprek hebben.
Studenten, zowel Nederlandse als buitenlandse studenten, die zich uiterlijk op 1 mei
aanmelden, hebben recht op een studiekeuzecheck. De studiekeuzecheck kan bestaan uit
individuele gesprekken met studenten, die na afloop hiervan een advies krijgen. Maar
opleidingen mogen deze studenten niet weigeren, ook al zouden ze een negatief advies
krijgen bij de studiekeuzecheck.
Daarnaast is het de verantwoordelijkheid van de instelling om studenten goed voor
te lichten. In de voorlichting is het belangrijk dat universiteiten en hogescholen
een realistisch perspectief schetsen en bij de werving van studenten in het buitenland
bijvoorbeeld ook communiceren over wat het betekent om in Nederland te studeren.
Vraag 7
Deelt u de zorg dat universiteiten vooral bezig zijn met het werven van zoveel mogelijk
internationale studenten, omdat zij door in te zetten op hogere studentenaantallen
aanspraak kunnen maken op meer bekostiging?
Antwoord 7
Internationalisering heeft meerwaarde wanneer het bijdraagt aan de kwaliteit van het
onderwijs en onderzoek kan en onder de randvoorwaarde dat de toegankelijkheid voor
studenten is geborgd. Het werven van internationale studenten puur om financiële redenen,
past daar niet bij en keur ik af.
Vraag 8
Wat vindt u ervan dat de Universiteit Twente ook voor aan de universiteit gerelateerde
activiteiten en voorzieningen Engels als voertaal invoert, zoals de huisarts, terwijl
de campushuisarts aangeeft dat veel internationale studenten, met name uit China,
slecht Engels spreken en daardoor hun klachten niet goed kunnen verwoorden?
Antwoord 8
Als Minister van Onderwijs vind ik het belangrijk dat het onderwijs toegankelijk is
en dat de kwaliteit geborgd is. De keuzes voor de voertaal op en rond de campus zijn
in de eerste plaats aan de universiteit zelf, in samenspraak met de medezeggenschap,
en binnen de juridische kaders. Ik vind dat de universiteit Twente zich goed moet
afvragen of de gehanteerde voertaal geen onwenselijke gevolgen heeft voor bijvoorbeeld
de toegankelijkheid van de onderwijsinstelling voor studenten. Ik hecht er aan dat
correspondentie richting de student en de aan de universiteit gerelateerde activiteiten
en voorzieningen, waaronder medische dienstverlening, voor Nederlandssprekende studenten
in het Nederlands beschikbaar blijven. Dat is bij de Universiteit Twente het geval.
Dat de universiteit Twente voor de medische dienstverlening aan niet-Nederlandssprekende
studenten kiest voor het Engels vind ik begrijpelijk, omdat dat ook de taal is waarin
het onderwijs wordt verzorgd dat de internationale studenten, ook die uit China, volgen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.