Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Futselaar en De Groot over contaminanten in rode aal
Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het Rapport «Contaminanten in rode aal uit Nederlandse binnenwateren» van Wageningen Food Safety Research (ingezonden 9 juni 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 30 juni
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het Rapport «Contaminanten in rode aal uit Nederlandse binnenwateren»
van Wageningen Food Safety Research?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het nieuws dat bij 15 van de 19 onderzochte monsters aal overschrijdingen
zijn aangetroffen ten aanzien van dioxines en polychloorbifenyl (PCB’s) en wat zegt
dit volgens u over de waterkwaliteit?
Antwoord 2
Verontreiniging van paling in de Nederlandse binnenwateren wordt jaarlijks gemonitord.
Hierbij gaat het om enkele vaste plekken waarvan reeds bekend is dat er veel dioxines
en PCB’s wordt gemeten, om zo eventuele trends te kunnen zien. Zoals aangegeven in
het rapport zijn deze gebieden gesloten voor de visserij. Daarnaast wordt ook op enkele
andere plekken regelmatig gemeten. Deze meetplekken worden in overleg met onderzoekers
aangewezen, waarbij vooral wordt gekeken naar locaties waar mogelijk veel dioxines
en PCB’s in het sediment neergeslagen kunnen zijn. Dioxines en PCB’s hebben weinig
invloed op de waterkwaliteit zelf omdat ze niet wateroplosbaar zijn. In het sediment
kunnen echter wel relatief hoge concentraties dioxines en PCB’s voorkomen. Deze stoffen
worden via het voedsel opgenomen door de aal en worden opgeslagen in het vet.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de bij Urk gevangen paling die bij de laatste metingen maximumlimieten
(ML’s) overschrijdt op het gebied van dioxines en PCB’s niet in de handel zou moeten
komen vanuit het oogpunt van voedselveiligheid en omdat dit strijdig is met het Warenwetbesluit
Bereiding en behandeling van levensmiddelen? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen
om te voorkomen dat de bij Urk gevangen paling wordt verhandeld?
Antwoord 3
In 2017 is samen met het Ministerie van VWS een beleidskader2 opgesteld gebaseerd op een advies van Bureau Risicobeoordeling & Onderzoek NVWA.
Volgens dit beleidskader worden gebieden gesloten voor aal en wolhandkrab wanneer
maximumlimieten of beleidsregellimieten twee jaar achtereen overschreden worden. Andersom
kunnen ze ook weer open gesteld worden wanneer er twee jaar achtereen geen limietoverschrijdingen
worden gemeten. Vorig jaar is voor het eerst een overschrijding gemeten bij Urk. Eén
van de drie Europese Maximum Limieten (ML’s) wordt overschreden, namelijk voor de
som van dioxines en dl-PCB’s (dioxineachtige polychloorbifenylen). Daarnaast wordt
er een beleidsregellimiet uit het beleidskader, welke lager is dan de ML, overschreden
voor de som van ndl-PCBs (niet dioxineachtige PCB’s). Dit hoeft niet gelijk zorgelijk
te zijn. Het gaat om een geringe verhoging, wat een incident kan zijn. Indien de resultaten
bij Urk dit jaar opnieuw een overschrijding van één van de limieten laten zien dan
zal dat gebied worden gesloten. Zo wordt voorkomen dat er paling uit gebieden waar
de limieten worden overschreden in de handel komt.
Vraag 4
Is u bekend hoe kan worden voorkomen dat paling afkomstig uit het met dioxine belaste
gebied bij Urk verder het IJsselmeer optrekt of bent u bereid om dit te onderzoeken?
Antwoord 4
Het is niet te voorkomen dat paling verder het IJsselmeer optrekt. Het algemene standpunt
van onderzoekers is wel dat de rode aal (de onvolwassen aal die in deze monitoring
wordt gevangen en geanalyseerd) tamelijk honkvast is en niet veel trekt.
Vraag 5
Is u bekend of de paling tussen de meetpunten Urk en Medemblik wel aan de betreffende
normen voldoet?
Antwoord 5
In de afgelopen 10 jaar zijn op verschillende locaties in het IJsselmeer palingen
bemonsterd en geanalyseerd. De metingen laten zien dat de gehalten in paling in het
Noordwestelijk deel en het Noordoostelijk deel van het IJsselmeer voldoen aan de geldende
limieten. In het Zuidoostelijk deel (het Ketelmeer en een bufferzone van 1.000 meter)
worden verhoogde gehalten geconstateerd. Dit gebied is gesloten voor de visserij.
De resultaten van de afgelopen jaren wijzen op een gradueel verloop van de vervuiling.
De vervuiling wordt steeds minder bij grotere afstand tot de monding van het Ketelmeer
tot aan Medemblik, en daarom worden vanuit een zekere afstand ten noorden van Urk
gehalten verwacht die voldoen aan de geldende limieten.
Vraag 6
Mocht dit u niet bekend zijn bent u dan bereid om alle IJsselmeerpaling uit voorzorg
uit de handel te weren?
Antwoord 6
Alle IJsselmeerpaling uit de handel weren is niet aan de orde.
Eerst moet uit metingen van WUR dit jaar duidelijk worden of er bij Urk sprake is
van structurele verhoging. Als dat zo is, zal het gebied bij Urk worden gesloten voor
de visserij.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.