Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over het bericht dat Defensie klimaatactivisme en werken als reservist onverenigbaar vindt
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Staatssecretaris van Defensie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat Defensie klimaatactivisme en werken als reservist onverenigbaar vindt (ingezonden 24 februari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Visser (Defensie), mede namens de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 8 april 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2019–2020, nr. 2107.
Vraag 1
Kent u het bericht «Militair én klimaatactivist is geen fijne combinatie: «Wat heb
je gedaan, pannenkoek?»1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wist u dat voormalig Commandant der Strijdkrachten Tom Middendorp stelt dat klimaatverandering
de wereldvrede bedreigt en daarmee een gevaar is voor onze veiligheid?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Erkent u dat klimaatverandering de aarde kan ontwrichten dat het de grootste bedreiging
is voor de wereldwijde vrede en veiligheid en dat er geen stabiliteit kan zijn zonder
klimaatveiligheid?
Antwoord 3
Dreigingen komen veelal voort uit een samenloop van verschillende ontwikkelingen.
In onze dreigingsanalyses kijken we daarom naar een groot aantal verschillende trends
en ontwikkelingen: op het gebied van de geopolitiek en de internationale economie,
demografie en maatschappelijke ontwikkelingen, technologie en ook ecologie. Klimaatverandering
kan dus, net als deze andere factoren, een rol spelen in het huidige en toekomstige
dreigingsbeeld.
Vraag 4, 6, 7, 8, 9
Wat vindt u ervan dat actievoeren voor een leefbare aarde bij Defensie wordt beoordeeld
als onverenigbaar met het werken als reservist? Zouden reservisten bij Defensie niet
juist moeten strijden voor wereldwijde vrede en veiligheid en daarom ook tegen klimaatverandering?
Wat vindt u ervan dat Defensie hier verwijst naar de «Leidraad Persoonlijke Gedragingen»,
waarin gesproken wordt over «loyaliteit aan de werkgever, de Nederlandse samenleving
en de democratische rechtsorde», en daarmee suggereert dat geweldloos klimaatactivisme
buiten de democratische rechtsorde zou vallen?
Deelt u de mening dat het niet uit te leggen is om met verwijzing naar de democratische
rechtsorde een reservist te beperken in zijn grondrecht op demonstratie?
Erkent u dat demonstreren tegen klimaatverandering binnen de grenzen van de wet een
grondrecht is, ook voor reservisten? Zo nee, waarom niet?
Erkent u dat klimaatactivisme binnen de grenzen van de wet geen bedreiging vormt voor
de Nederlandse democratische rechtsorde en daarom niet in strijd is met de «Leidraad
Persoonlijke Gedragingen»? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4, 6, 7, 8, 9
Actie voeren voor een leefbare aarde wordt bij Defensie in beginsel niet als onverenigbaar
met het werken als reservist beoordeeld. Het recht op betoging is een grondrecht dat
geldt voor iedereen, ook voor ambtenaren en dus ook voor militairen. Vanzelfsprekend
eerbiedigt Defensie als werkgever dit recht van haar personeel. Aan de uitoefening
van het grondrecht kunnen echter beperkingen worden gesteld. Voor militairen is deze
beperking in de Wet ambtenaren Defensie opgenomen. Op grond van deze wet moet een
militair zich onthouden van het uitoefenen van het recht tot vereniging, tot vergadering
en tot betoging, indien door de uitoefening van deze rechten de goede vervulling van
zijn functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in
verband staat met de functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd. Of
hier sprake van is, is afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het geval
en vereist ten minste een verband met de functie die de militair vervult en kan alleen
achteraf worden getoetst.
Bepaalde gedragingen en situaties in de vrije tijd kunnen risicovol zijn voor de militair
en voor Defensie. In de gedragsregels van Defensie is voorgeschreven dat bij twijfel
over wat privé te doen en te laten, de militair dit met diens leidinggevende bespreekt.
Daarnaast kan ook de leidinggevende de militair aanspreken op zijn gedrag. Daarbij
staat de open dialoog centraal, en wordt er altijd gekeken naar de specifieke omstandigheden
van het geval, zoals de aard van de gedraging en de specifieke kwetsbaarheid van de
functie. Er valt dus niet vooraf te zeggen of gedragingen wel of niet samengaan met
het werken bij Defensie.
Daarnaast ondergaat elke militair een veiligheidsonderzoek, omdat alle militaire functies
vertrouwensfuncties zijn. Daarbij worden alle gedragingen en omstandigheden meegewogen.
In de «Leidraad Persoonlijke Gedragingen en Omstandigheden» staat beschreven op welke
wijze persoonlijke gedragingen en omstandigheden daarbij een rol spelen. Dat is een
beoordelingskader dat enkel geldt voor veiligheidsonderzoeken.
Reservisten worden aangesteld als militair ambtenaar; bovenstaande geldt dus onverkort
ook voor hen.
Vraag 5
Klopt het dat de betreffende reservist door zijn meerderen is gevraagd te stoppen
met demonstreren? Zo nee, hoe zit het dan? Zo ja, vindt u dit terecht?
Antwoord 5
Vanwege de personeelsvertrouwelijkheid doe ik in het openbaar geen uitspraak over
individuele gevallen.
Vraag 10
Bent u bereid duidelijk te maken dat klimaatactivisten altijd welkom zijn bij Defensie?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Zoals hierboven benoemd, kan ik hier in algemene zin geen uitspraak over doen. De
open dialoog staat altijd centraal, en er wordt altijd gekeken naar de specifieke
omstandigheden van het geval, zoals de aard van de gedraging en de specifieke kwetsbaarheid
van de functie. Er valt dus niet vooraf te zeggen of gedragingen wel of niet samen
gaan met het werken bij Defensie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie -
Mede namens
R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.