Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Weverling over het bericht 'Onafhankelijk kennisplatform invasieve exoten in de maak'
Vragen van het lid Weverling (VVD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Onafhankelijk kennisplatform invasieve exoten in de maak» (ingezonden 16 oktober 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 9 december
2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Onafhankelijk kennisplatform invasieve exoten in de maak»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de verdere verspreiding en introductie van invasieve exoten
zoals Aziatische duizendknoop, reuzenberenklauw en reuzenbalsemien onwenselijk is,
omdat inheemse plantensoorten hierdoor verdrongen kunnen worden en het overlast en
schade kan opleveren?
Antwoord 2
Ik deel die mening.
Vraag 3
Deelt u de observatie dat er op dit moment een wildgroei aan onderzoeken, proeven
en pilots bestaan die gericht zijn op de bestrijding van invasieve exoten?
Antwoord 3
Er zijn inderdaad veel initiatieven op dit vlak en dat is een goede zaak. De bestrijding
van invasieve uitheemse soorten vergt afhankelijk van de soort en situatie een eigen
aanpak. Er is geen one size fits all. Voor sommige soorten bestaan nog geen effectieve bestrijdingsmethoden en er bestaat
een sterke wens om steeds minder chemisch en meer mechanisch of biologisch te bestrijden.
Mogelijkheden hiervoor worden onderzocht.
Soorten die vooral in bebouwde omgeving voorkomen, vergen een andere aanpak dan mariene
soorten. Oeverplanten vergen een andere aanpak dan terrestrische planten. En planten
vergen een andere aanpak dan zoogdieren, vogels of weekdieren. Kennis en ervaring
met beheer en bestrijding van invasieve exoten worden noodzakelijkerwijs door verschillende
partijen op verschillende plekken opgedaan, niet alleen in Nederland maar ook in het
buitenland. Soms zijn universiteiten betrokken die wetenschappelijk laboratoriumonderzoek
doen, en soms natuurbeheerders die praktijkproeven doen. Voor soorten die nog niet
in Nederland aanwezig zijn is het zelfs noodzakelijk om kennis in het buitenland te
halen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het een stuk efficiënter en effectiever zou zijn wanneer alle
kennis over de methoden van bestrijding van invasieve exoten op één plek wordt verzameld,
om op die manier de bestrijding van invasieve exoten te bevorderen?
Antwoord 4
Ik onderschrijf het belang van kennisdeling en adequate informatievoorziening. De
problematiek en bestrijding van invasieve exoten verschilt echter sterk per soort
(-groep). Er bestaan reeds een aantal samenwerkingsverbanden waar kennis over bepaalde
soortgroepen samenkomt. Voorlichting is het meest effectief als dit gericht is op
specifieke doelgroepen. Voor de informatievoorziening over de bestrijding van bijvoorbeeld
water- en oeverplanten worden andere communicatiekanalen gebruikt dan bij de aanpak
van sierplanten.
Vraag 5
Bent u voornemens om de mogelijkheden te verkennen om het hiertoe op te richten onafhankelijke
kennisplatform invasieve exoten te ondersteunen?
Antwoord 5
Uit mijn antwoord op vraag 4 kunt u opmaken dat een breed kennisplatform voor alle
vragen rond alle invasieve uitheemse soorten in mijn optiek niet per definitie de
optimale manier is om effectief kennis te verzamelen, uit te wisselen en te informeren.
Er wordt al veel samengewerkt tussen de verschillende organisaties. Ik vind het van
belang dat er in overleg met de verschillende organisaties gekeken wordt of en hoe
die samenwerking verder verbeterd kan worden. Verder beoordeel ik initiatieven die
ondersteuning vragen op hun merites en toegevoegde waarde. Daarbij kijk ik of deze
een meerwaarde hebben en iets toevoegen aan de reeds bestaande initiatieven, samenwerkingsverbanden
en structuren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.