Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Diks over interne memo’s inzake een corruptieaffaire bij Damen Shipyards
Vragen van het lid Diks (GroenLinks) aan de Ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over interne memo’s inzake een corruptieaffaire bij Damen Shipyards (ingezonden 15 maart 2019).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede
namens de Staatssecretaris van Defensie (ontvangen 27 mei 2019). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2246.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Damen lobbyt op hoog niveau tegen publicatie van memo’s»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken in het bezit is van zes memo’s
waarin een intern overleg wordt beschreven op het ministerie naar aanleiding van de
straf die Damen Shipyards van de Wereldbank heeft gekregen vanwege het liegen over
het inzetten van tussenpersonen bij een vermoedelijk corrupte deal in Sierra Leone?
Antwoord 2
NRC heeft op 30 april 2018 een Wob-verzoek bij Buitenlandse Zaken ingediend. Het verzoek
betreft alle documenten, waaronder zes memo’s, met betrekking tot het Wereldbank-besluit
in 2016 om Damen voor 18 maanden uit te sluiten.
Vraag 3
Bent u bereid de in het artikel beschreven interne memo’s van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken aan de Kamer te zenden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De betreffende memo’s zijn eerder deels openbaar gemaakt en te raadplegen op rijksoverheid.nl
(https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2018/07/30/beslui…). Buitenlandse Zaken is voornemens aanvullende informatie openbaar te maken. De vraag
of aanvullende informatie openbaar mag worden gemaakt is op dit moment onderwerp van
een juridische procedure. De voorzieningenrechter heeft op 26 maart jl. uitspraak
gedaan. Tegen deze uitspraak heeft Damen hoger beroep aangetekend. De voorzieningenrechter
van Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat ik lopende
het hoger beroep niet tot verdergaande openbaarmaking mag overgaan. Zodra er een juridisch
eindoordeel ligt, zal ik de informatie die mag worden vrijgegeven met de Kamer delen.
Vraag 4
Klopt het dat Damen Shipyards er door het openbaar ministerie (OM) van verdacht wordt
via tussenpersonen steekpenningen te hebben gegeven aan buitenlandse overheidsambtenaren
ter verkrijging van overheidsopdrachten?
Antwoord 4
De FIOD doet onder leiding van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie
onderzoek naar vermoedelijke actieve ambtelijke buitenlandse corruptie door Damen.
Het onderzoek richt zich op het vermoeden dat via tussenpersonen steekpenningen betaald
zijn aan buitenlandse overheidsambtenaren ter verkrijging van buitenlandse (overheids)opdrachten.
Vanwege de internationale componenten van het onderzoek kost dit onderzoek de tijd
die het nodig heeft. Er hebben in januari 2017 meerdere doorzoekingen plaats gevonden.
De procedure loopt nog. Meer mededelingen kan ik op dit moment niet doen in het belang
van het onderzoek.
Vraag 5
Klopt het dat Damen Shipyards druk heeft uitgeoefend op het Ministerie van Buitenlandse
Zaken om de memo’s in kwestie niet te publiceren? Zo ja, hoe apprecieert u deze druk?
Antwoord 5
In het algemeen geldt dat bij de behandeling van Wob-verzoeken en bezwaarschriften
Buitenlandse Zaken verplicht is de zienswijze van belanghebbenden in te winnen. Ook
bij het onderhavige Wob-verzoek heeft dit plaatsgevonden. Buitenlandse Zaken heeft
bij deze contacten geen druk vanuit Damen ervaren.
Vraag 6
Worden lopende strafrechtelijke onderzoeken tegen een bedrijf meegewogen in de aanbesteding
van militair materieel door u of wordt dit feit daadwerkelijk pas bij een definitieve
veroordeling betrokken bij de verwervingsprocedure en worden lopende onderzoeken tot
die tijd genegeerd?
Antwoord 6
Een lopend strafrechtelijk onderzoek en vermoedens van fraude of omkoping zijn geen
grond voor uitsluiting van een aanbesteding. In de Aanbestedingswet Defensie en Veiligheid
is bepaald dat een onherroepelijke veroordeling voor een strafrechtelijke delict als
fraude of omkoping die is uitgesproken in een periode van vier jaar voorafgaande aan
het indienen door een partij van het verzoek tot deelneming of de inschrijving aan
een aanbesteding, in beginsel leidt tot uitsluiting van die partij van de aanbesteding.
Defensie verlangt bij de aanvang van een aanbesteding van de deelnemende partijen
een verklaring dat zij niet onherroepelijk veroordeeld zijn voor bijvoorbeeld fraude
of omkoping.
Vraag 7
Hebben er reeds contacten plaatsgevonden tussen uw ministerie Damen Shipyards over
de (mogelijke) verwerving van onderzeeboten? Zo ja, is de verdenking van corruptie
en de mogelijke consequenties voor gunning aan Damen Shipyards daarvan hier besproken?
Antwoord 7
Defensie hanteert voor grote investeringsprojecten het Defensie Materieel Proces (DMP,
Kamerstuk 27 830, nr. 197 van 3 februari 2017). Contacten met bedrijven, zoals voor een marktverkenning, horen
bij het DMP. Zoals uiteengezet in de brief van 24 april jl. (Kamerstuk 34 225, nr.2 heeft Defensie ten behoeve van het project «Vervanging onderzeebootcapaciteit» een
kosten-batenanalyse (KBA) uitgevoerd van verschillende mogelijke onderzeebootvarianten.
Ten behoeve van de KBA was een marktverkenning nodig en hebben vier, in 2018 geselecteerde
buitenlandse werven op verzoek van Defensie informatie aangeleverd. Een daarvan is
het Zweedse bedrijf Saab Kockums, dat voor de bouw van onderzeeboten een partnerschap
met Damen is aangegaan. De contacten met dit Zweeds-Nederlands consortium verlopen
primair via Saab Kockums.
Daarnaast zijn er contacten met Damen over lopende en toekomstige aanbestedingen,
zoals van het nieuwe bevoorradingsschip (Combat Support Ship) en de vervangers van de M-fregatten. Van de twee laatstgenoemde projecten heeft
de Kamer de A-brieven ontvangen op 3 mei 2018 (Kamerstukken 27 830, nrs. 212 en 224). Bij geen van deze contacten is het strafrechtelijk onderzoek dat is beschreven
in het antwoord op vraag 4, onderwerp van gesprek aangezien dit een kwestie is voor
het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
B. Visser, staatssecretaris van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.