Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele bijeenkomst van EU- transportministers 19-20 september 2024 te Boedapest
2024D31801 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister en de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat over de geannoteerde agenda van de informele Transportraad
op 19 en 20 september 2024 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1083)
De fungerend voorzitter van de commissie,
Postma
Adjunct-griffier van de commissie,
Wiendels
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
Inleiding
PVV-fractie
GroenLinks-PvdA-fractie
VVD-fractie
NSC-fractie
D66-fractie
BBB-fractie
SGP-fractie
Inleiding
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de beleidsbrieven en willen de
Minister en Staatssecretaris nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling de geannoteerde
agenda gelezen. Deze leden hechten veel belang aan goed internationaal treinverkeer
en hebben hierover een aantal vragen aan de Staatssecretaris.
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda. In de
geannoteerde agenda worden een aantal thema’s benoemd in navolging van onder meer
de Transportraad van 18 juni jl. Deze leden willen graag weten welk beleid de nieuwe
Minister en Staatssecretaris voor ogen hebben bij een aantal thema’s en of zij veranderingen
voor ogen hebben ten opzichte van de vorige periode.
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda en hebben hierover een enkele vraag.
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda en zij
hebben enkele vragen over de Nederlandse positie en de agendapunten.
De leden van de BBB-fractie hebben de stukken gelezen en hebben hierover een aantal
vragen.
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda. Zij onderstrepen het belang van inzet op betere internationale spoorverbindingen.
Zij hebben nog enkele vragen over maritieme zaken en de luchtvaart.
PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie constateren dat er nog geen formele agenda is gepubliceerd.
Deze leden vragen aan de Minister om deze agenda zo snel mogelijk met de Kamer te
delen en de inzet van de Minister en de Staatssecretaris aan de Kamer te doen toekomen.
De leden van de PVV-fractie constateren dat de Minister en Staatssecretaris waarde
hechten aan investeringen in het TEN-T-netwerk. Deze leden vragen of zij voornemens
zijn om financiële middelen uit Brussel naar Nederland te halen om vervolgens te besteden
aan de Nederlandse spoorinfrastructuur. Voorts vragen deze leden wat hier precies
de inzet van de bewindspersonen op is.
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris of hij bereid is om de
uitrol van het European Rail Traffic Management System (ERTMS) te bespreken in de
Transportraad en daarbij de nadruk te leggen op het feit dat verschillende lidstaten
verschillende versies en baselines van het ERTMS implementeren, wat grote risico’s
met zich mee brengt ten aanzien van de compatibiliteit op het internationale spoor.
GroenLinks-PvdA-fractie
Allereerst zijn de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie blij dat de Staatssecretaris
schrijft dat hij zich inzet om de verbetering van treinverbindingen tussen Europese
steden prioriteit te geven bij de nieuwe Europese Commissie (EC). Deze leden vernemen
graag nader hoe de Staatssecretaris dit concreet wil bewerkstelligen. Wat heeft hij
tot nu toe op dit vlak gedaan, hoe verlopen de gesprekken hierover met de (beoogde)
EC en met de andere Europese lidstaten? En wat zou hij concreet als doelstelling willen
zien op dit vlak voor de komende vijf jaar?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen ook dat de Staatssecretaris verheugd
is dat uit de vierde voortgangsrapportage International Rail Platform (IRP) naar voren
komt dat er aanzienlijke positieve ontwikkelingen zijn ten aanzien van het aantal
nachttreinen en hogesnelheidstreinen over de grens. Deze leden zijn ook blij dat er
verbeteringen op dit vlak zichtbaar zijn, maar hebben tegelijkertijd ook zorgen. Allereerst
constateren deze leden dat het nog altijd bijzonder lastig is om een treinticket te
boeken van Nederland naar bijvoorbeeld Italië, Spanje, Polen of Scandinavië. Er wordt
al geruime tijd door veel betrokkenen gewezen op deze problematiek. Zo is er al geruime
tijd de wens om tot één EU-breed ticketsysteem te komen. Welke stappen hiertoe is
de Staatssecretaris van plan om te zetten en hoe gaat hij bij de EC en de andere lidstaten
aandringen op een spoedige invoering hiervan?
Een ander punt van zorg bij de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie is het feit dat
met name in drukke periodes er te weinig materieel beschikbaar is om ingezet te worden
op internationale routes. Hierdoor zijn internationale treinen vaak snel uitverkocht
en is een last minute keuze voor bijvoorbeeld een nachttrein vaak niet mogelijk. Herkent
de Staatssecretaris dit beeld en is hij bereid om het vraagstuk van voldoende capaciteit
met de spoorvervoerders en andere lidstaten te bespreken?
Tot slot zien de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie net als de Staatssecretaris
dat er veel problemen en belemmeringen zijn door verouderde infrastructuur en door
een gebrek aan voldoende infrastructuur. Zo zien deze leden bijvoorbeeld dat de route
tussen Nederland en het Ruhrgebied de komende tijd meer dan een jaar beperkt beschikbaar
is wegens werkzaamheden. Op welke wijze wordt ervoor gezorgd dat ook tijdens langdurige
werkzaamheden de trein een aantrekkelijk alternatief blijft voor internationaal personenvervoer?
En is de Staatssecretaris bereid om dit vraagstuk proactief met de buurlanden te bespreken?
VVD-fractie
Thema voor Hongaars voorzitterschap: verbinding Westelijke Balkanlanden
De leden van de VVD-fractie begrepen dat het de wens is van het Hongaars EU-voorzitterschap
om de verbinding met en in de Westelijke Balkanlanden te verbeteren. Deze leden vragen
welke opvatting de Staatssecretaris hierover heeft en wat hij hierover zou willen
inbrengen richting de voorzitter. Welke rol van Nederland ziet de Staatssecretaris
hierbij?
Trans-Europese Transport Netwerk (TEN-T)
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat reizigers goed internationale
reizen kunnen maken met de trein en dat ook het spoorgoederenvervoer voldoende capaciteit
krijgt van spoorinfrastructuurbeheerders. Grensoverschrijdende samenwerking tussen
lidstaten ter bevordering van internationaal spoorvervoer is hiervoor essentieel.
Het binnenlandse reizigersvervoer moet hier zo goed mogelijk mee samen kunnen gaan.
Deze leden vinden het goed te lezen dat de Staatssecretaris blijft investeren in het
Trans-Europese Transport Netwerk (TEN-T). De vorige Staatssecretaris gaf aan dat er
een aanzienlijke financiële opgave bestaat met betrekking tot de implementatie. Hoe
is de Staatssecretaris voornemens om hiermee om te gaan? Welke keuzes wil hij hiervoor
maken en welke acties worden genomen?
Goed functionerend internationaal personenvervoer
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat reizigers goed internationale
reizen kunnen maken met de trein. Hier liggen nog vele uitdagingen op het gebied van
standaardisatie, interoperabiliteit, samenwerking, ticketing en techniek. Welke acties
wil de nieuwe Staatssecretaris nemen voor het verbeteren van het internationale personenvervoer?
Welke hebben daarbij prioriteit?
Daarnaast lezen de leden van de VVD-fractie dat de vierde voortgangsrapportage van
het IRP een aanzienlijk positieve ontwikkeling van het aantal nachttreinen en hogesnelheidstreinen
over de grens beschrijft. Deze leden vragen wel hoe de prijzen van treinreizen over
de grens zich ontwikkelen en wat de plannen van de Staatssecretaris zijn om de trein
als vervoersmiddel voor internationale reizen ook in prijs concurrerend te laten zijn
met andere vervoersmiddelen.
Goed functionerend internationaal spoorgoederenvervoer
De leden van de VVD-fractie vinden het bieden van ruimte voor internationaal goederenvervoer
van cruciaal belang voor het verdienvermogen van Nederland en bepalend voor een goed
vestigingsklimaat. Er moet voldoende capaciteit voor goederenvervoer over spoor beschikbaar
zijn en toebedeeld worden door ProRail. Grensoverschrijdende samenwerking tussen lidstaten
ter bevordering van internationaal spoorvervoer is hiervoor essentieel. Door onder
meer steeds hogere kosten en problemen met de beschikbaarheid van de infrastructuur
staat het concurrentievermogen van het spoorgoederenvervoer echter onder druk, met
risico’s voor de modal shift. Welke visie heeft de Staatssecretaris op het spoorgoederenvervoer
en het bevorderen van de modal shift? Welke rol ziet hij voor zichzelf weggelegd om
te voorkomen dat het spoorgoederenvervoer verder onder druk komt te staan?
Capaciteitsverdeling op het spoor
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat internationale verbindingen op basis
van open toegang zo goed en zo snel mogelijk geaccommodeerd moeten worden. Is de Staatssecretaris
het met deze leden eens dat het rijden met open toegang niet hoeft te betekenen dat
er risico’s zijn op de continuïteit, omdat met kaderovereenkomsten (zoals die ook
in Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk worden gemaakt) harde afspraken kunnen worden
gemaakt over onzekerheden rondom de continuïteit van de treindiensten? En is de Staatssecretaris
het met deze leden eens dat daarmee open toegang een prima wijze is om de beste dienstverlening
op het spoor te bieden aan reizigers, niet alleen voor internationale verbindingen,
maar ook voor binnenlandse spoorverbindingen? Zo nee, kan de Staatssecretaris dan
gedetailleerd uitleggen welke beperkingen hij ziet, hoe die in zijn optiek opgelost
kunnen worden, en hoe hij hierover overleg voert met open toegangsvervoerders?
«Intelligente Snelheidsassistentie» (ISA)
In aanloopt van de vorige Transportraad hebben de leden van de VVD-fractie vragen(Kamerstuk
21 501-33, nr. 1071) gesteld over «Intelligente Snelheidsassistentie» (ISA), die vanwege EU-wetgeving
sinds 7 juli 2024 verplicht is in alle nieuwe auto’s en waarmee de bestuurder met
piepjes gewaarschuwd wordt als hij/zij 3 km/u of meer te hard rijdt. Deze EU-wetgeving
is ingevoerd om verkeersveiligheidsredenen. Een van de vragen die deze leden hebben
gesteld is of deze maatregel mogelijk contraproductief werkt. In het antwoord staat
te lezen dat het netto-effect op verkeersveiligheid naar verwachting positief is.
Wat is hierop de visie van de Staatssecretaris en hoe gaat hij de komende tijd verder
op dit dossier?
Toegang tot voertuigdata
De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen over de Europese ontwikkelingen ten
aanzien van wetgeving voor de toegang tot voertuigdata. Wat is de opvatting van de
Staatssecretaris over sectorspecifieke wetgeving op dit terrein en is hij voornemens
acties op dit terrein te nemen? Zo ja, welke?
NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie lezen dat de Minister de binnenvaartvloot optimaal wil
benutten om vervoer over water en de modal shift in de EU te stimuleren. Deze leden roepen in herinnering dat zijn voorganger in antwoord
op vragen van deze leden over een Nederlandse inzet voor een uitzonderingspositie
voor binnenvaartschepen van vóór 1976 schreef dat Nederland met andere lidstaten in
een trilateraal overleg is om met een gezamenlijk voorstel te komen, die zij kunnen
inbrengen tijdens het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart,
CESNI, (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1074). Deze leden vragen om een stand van zaken van dit overleg en ze vragen of de Minister
kan aangeven wanneer hij verwacht dit voorstel in te kunnen brengen bij het CESNI.
De leden van de NSC-fractie merken op dat de Minister schrijft dat hij zich inzet
voor het verbeteren van de concurrentiepositie van Europese luchtvaartmaatschappijen,
omdat deze te maken hebben met strengere milieu- en arbeidswetgeving dan hun concurrenten
van buiten de EU. Is de Minister het met deze leden eens dat deze inzet niet mag leiden
tot een afzwakking van de Europese en Nederlandse milieu- en arbeidswetgeving? Hiernaast
lezen deze leden ook terug dat de Minister zich bij de herziening van de Verordening
inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten binnen de EU
pleit voor meer prijstransparantie en nader onderzoek naar het verbieden van extreem
lage ticketprijzen vanuit milieuoverwegingen. Dit onderschrijven deze leden van harte.
Deze leden vragen of de Minister ook zal pleiten voor een naar afstand gedifferentieerde
vliegtaks op Europees niveau.
D66-fractie
De leden van de D66-fractie constateren dat er tijdens eerdere commissiedebatten herhaaldelijk
is gesproken over het internationale spoorvervoer, met name over prijstransparantie,
nieuwe verbindingen en een eenvoudig en uniform boekingssysteem. Wat is het standpunt
van de Staatssecretaris ten aanzien van deze onderwerpen? Welke concrete stappen gaat
de Staatssecretaris in de EU zetten op het gebied van internationaal spoorvervoer?
De leden van de D66-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat er gesproken wordt
over een gelijk speelveld bij de energietransitie in de luchtvaart. Is de Minister
het met deze leden eens dat dit geen excuus mag zijn om geen voortgang te boeken op
het gebied van milieu en klimaat in de Nederlandse en Europese luchtvaart, enkel omdat
derde landen vergelijkbare maatregelen niet treffen? Deelt hij de opvatting dat omwonenden
van luchthavens niet hoeven te wachten op strenger beleid elders in de wereld, en
dat de EU en Nederland een voortrekkersrol kunnen spelen in de
bescherming van deze omwonenden? Kan de Minister toelichten wat de inzet van Nederland
zal zijn voor de elektrificatie van de luchtvaart? Welke stappen worden hier op EU-niveau
al op gezet en hoe is Nederland daarbij aangesloten?
Daarnaast lezen de leden van de D66-fractie in de geannoteerde agenda over het verbieden
van extreem lage ticketprijzen vanwege milieuoverwegingen. Deze leden vragen wat de
Minister hier concreet onder verstaat. Wat beschouwt de Minister als extreem lage
prijzen, en op welke manier en op welk moment zal Nederland dit voorstel aan de orde
stellen?
BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie lezen dat de Minister het belangrijk vindt om te blijven
investeren in het TEN-T, en vragen de Minister om een indicatie te geven van de financiële
middelen die geïnvesteerd worden, waar die investeringen gedaan worden en of er een
investeringsplan is dat met de Kamer gedeeld kan worden.
De leden van de BBB-fractie lezen ook dat het bij investeren in infrastructuur in
veel gevallen gaat om onderhoud en vernieuwing van bestaande infrastructuur. Nederland
staat de komende jaren voor flinke investeringen die gedaan moeten worden in bestaande
infrastructuur. Kan de Minister nagaan hoe andere lidstaten hun infrastructuuronderhoud
spreiden en omgaan met een groot volume aan onderhoudsprojecten? Deze leden vragen
de Minister om te achterhalen of er in andere lidstaten voldoende technisch personeel
is voor het onderhoud, en hoe andere lidstaten omgaan met eventuele tekorten aan technisch
personeel. Daarnaast vragen deze leden of geschoold technisch personeel uit andere
lidstaten ingezet kan worden om onderhoudsklussen in Nederland uit te voeren.
De leden van de BBB-fractie zijn tevreden met de beschreven aanzienlijke positieve
ontwikkeling van het aantal nachttreinen en hogesnelheidstreinen over de grens. Kan
de Staatssecretaris aangeven welke positieve ontwikkelingen er in Nederland plaatsvinden?
Momenteel rijden er in Nederland treinen langzamer vanwege slechte infrastructuur.
Zou de Staatssecretaris daar aandacht voor kunnen vragen en na kunnen gaan of er EU-subsidies
beschikbaar zijn om acute infrastructuurproblemen met hogesnelheidstreinen aan te
kunnen pakken?
De leden van de BBB-fractie lezen over een vastgesteld vergroeningspakket voor goederenvervoer
en vragen de Minister om te achterhalen wat de algemene ervaringen van andere lidstaten
zijn, of die het haalbaar en betaalbaar vinden voor het bedrijfsleven en om aandacht
te vragen voor de realistische betaalbaarheid van grote investeringen voor mkb-bedrijven
om te voldoen aan het vergroeningspakket.
De leden van de BBB-fractie lezen over het emissiehandelssysteem ETS2, en de uitbreiding
daarvan voor de binnenvaart. In hoeverre is de voorgestelde werkwijze realistisch,
haalbaar en betaalbaar en hebben Nederlandse bedrijven een gelijk speelveld met bedrijven
uit het buitenland? Kan de Minister nagaan hoe andere lidstaten daarover denken, wat
hun ervaringen en posities zijn ten aanzien van het ETS2-systeem, en of ook andere
lidstaten oog hebben voor een haalbaar en betaalbaar systeem?
SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie lezen dat de Minister zich wil inzetten voor optimale
benutting van de binnenvaartvloot om vervoer over water en de modal shift te stimuleren.
Zij delen deze inzet en hebben hier twee vragen over. In de eerste plaats: betrekt
de Minister hierbij ook de kustvaart? In de tweede plaats willen deze leden wijzen
op het verdwijnen van kleine binnenvaartschepen, omdat aangescherpte technische voorschriften
voor bestaande schepen niet op te brengen zijn. Juist de kleine binnenvaartschepen
kunnen in de haarvaten van het vaarwegennet komen en zo bijdragen aan de modal shift.
De Europese richtlijn voor technische voorschriften (2016/1629) biedt ruimte voor
een groepsontheffing. Wil de Minister hierop inzetten?
De leden van de SGP-fractie horen graag wat de stand van zaken is met betrekking tot
de ratificatie van de Rotterdam Rules als opvolger van de Hague-Visby Rules (1924), een verdrag dat stamt uit een tijdperk dat er nog geen sprake was van containervaart
en computersystemen. Zet de Minister zich nationaal en op Europees niveau in voor
ratificatie van het genoemde verdrag, dat inspeelt op nieuwe ontwikkelingen op het
gebied van technologie en zeevaart?
De leden van de SGP-fractie horen graag of de Minister zich wil inzetten voor hogere
beprijzing van vliegbewegingen, waaronder vliegbewegingen binnen de Europese Unie,
ten behoeve van een eerlijkere milieubeprijzing, het stimuleren van vervoer per trein
en een gelijk speelveld binnen Europa.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.L. Postma, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
N. Wiendels, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.