Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuik over het bericht ‘Tilburg verliest strijd tegen drugsindustrie’, is alarmerende boodschap van 35 professionals’
Vragen van het lid Kuik (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Tilburg verliest strijd tegen drugsindustrie», is alarmerende boodschap van 35 professionals» (ingezonden 29 november 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 9 januari
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1100.
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «De Toekomst van Tilburg», waarin een groep van 35 Tilburgse
professionals aangeeft dat de strijd tegen de ondermijnende drugscriminaliteit in
Tilburg fundamenteel tekortschiet, en de berichtgeving hierover in het Brabants Dagblad?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Wat is uw reactie op het feit dat 35 professionals constateren dat de «huidige organisaties
en structuren niet daadkrachtig genoeg zijn om de aanzuigende werking van de drugscriminaliteit
op jongeren terug te dringen»?
Deelt u de mening van deze professionals dat de samenleving gaat vastlopen als we
niet effectief jongeren betere alternatieven aanbieden dan het snelle geld (en lange
ellende) van de drugswereld?
Antwoord 2 en 3
Ja. Voor jongeren die opgroeien in gezinnen met armoede, schulden en werkloosheid,
is de verleiding om snel geld te verdienen groot. Het is belangrijk dat deze kwetsbare
jongeren de verleiding weerstaan en kiezen voor het rechte pad. Daarom investeer ik,
samen met de Minister voor Rechtsbescherming, fors in een brede preventieaanpak voor
(georganiseerde en ondermijnende) jeugdcriminaliteit.
Dit om te voorkomen dat (toekomstige) kleine boeven grote criminelen worden. Ik heb
uw Kamer hier in mijn brief van 1 juli jl. over geïnformeerd.
Voorkomen dat jongeren de drugscriminaliteit in worden gezogen is, naast doorbreken
van criminele netwerken en verdienmodellen, bestraffen en beschermen, één van mijn
inhoudelijke prioriteiten. Wat ze in Tilburg aan het doen zijn, vind ik belangrijk.
Het maakt onderdeel uit van de lerende aanpak. Door met elkaar kennis en ervaringen
te delen, wordt de effectiviteit van de aanpak waar nodig verbeterd en versterkt.
Andere gemeenten kunnen hier lessen uittrekken om eventueel het eigen beleid aan te
scherpen. Het rapport De Toekomst van Tilburg scenariotraject in Tilburg en de beweging
die hiermee in Tilburg is gestart, is niet alleen gefinancierd met de incidentele
middelen die in 2020 zijn toegekend aan Tilburg (Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020,
29 911, nr. 281), maar ambtenaren van mijn ministerie hebben samen met andere partners ook actief
meegewerkt aan de totstandkoming van de 4 scenario’s. Het betreft de scenario’s «ingeslagen
weg», «rechte weg», « eigen weg» en «verbindingsweg».
Het is voor deze aanpak van groot belang dat gemeenten en professionals in deze gemeenten
een beter beeld krijgen van de problematiek en de voedingsbodem voor georganiseerde
en ondermijnende (jeugd)criminaliteit in hun eigen gemeente. Op basis daarvan wordt
lokaal een integrale aanpak vormgegeven om te voorkomen dat kwetsbare doelgroepen
de criminaliteit ingaan of daarin verder doorgroeien en om jongeren perspectief te
bieden op een bestaan buiten de criminaliteit. Het scenariotraject draagt bij aan
een duurzame aanpak in de gemeente Tilburg.
Vraag 4 en 5
Deelt u ook de verklaring dat er sprake is van gebrekkige samenwerking tussen de betrokken
instanties, blokkades voor het delen van informatie en een gebrek aan financiële middelen?
Zo ja, heeft u precies in beeld wat deze knelpunten zijn en welke acties u daar concreet
op wil inzetten?
Antwoord 4 en 5
Ja, daarom zetten we in op een domeinoverstijgende gebiedsgerichte aanpak. Dit houdt
in dat zorg- en veiligheidsprofessionals intensief samen gaan werken om te voorkomen
dat hulp versnippert en dat een gezin of jongere met te veel hulpverleners van doen
heeft. De brede integrale preventieve aanpak is een groeiende en lerende aanpak. Rijk,
gemeenten en betrokken partners gaan jaarlijks samen de voortgang monitoren. Daarnaast
worden ook zogenaamde learning communities ingericht en wordt de aanpak wetenschappelijk
onderzocht. Dit heeft als doel de lokale aanpakken zoveel mogelijk impact te geven
en de effectiviteit van de investeringen en interventies te vergroten, te meten en
zichtbaar te maken. Waar nodig kan er in de aanpak bijgestuurd worden.
Uit de inventarisatie bij overkoepelende organisaties ten behoeve van de motie Michon-Derkzen
cs, is het knelpunt van gegevensdeling ook naar voren gekomen. Het vraagstuk van gegevensdeling
kenmerkt zich door onder andere onbekendheid en of onzekerheid met wetgeving, wat
tot handelingsverlegenheid kan leiden, maar ook mogelijk beperkende wetgeving. Op
dit moment zijn wij bezig met het analyseren van de knelpunten. De komende periode
gaan wij samen met de relevante stakeholders de knelpunten nader uitwerken om te kijken
tot welke oplossingen wij kunnen komen. Zoals in de Kamerbrief van 4 november is aangegeven,
zal ik in het voorjaar van 2023 uw Kamer nader over de uitvoering van de motie Michon-Derkzen
cs informeren.
Vraag 6 en 7
Ziet u het belang van publiekscampagnes, in vergelijking met hoe men in Tilburg de
gevolgen van ondermijning bij bewoners onder de aandacht probeert te brengen? Zo ja,
op welke manier kan de zogenoemde «collectieve wijsheid van bewoners» een rol spelen
bij het tegengaan van ondermijning?
Vindt u het een goed initiatief dat op vijf plekken in Tilburg kolossale driedimensionale
schilderingen aangebracht worden en via www.ondermijnstad.nl waargebeurde verhalen uit de Brabantse drugsindustrie zijn te beluisteren? Zo ja, vindt u dat
dit op meer plaatsen in het land kan bijdragen aan de strijd tegen ondermijning?
Antwoord 6 en 7
In de brede preventieaanpak kijken we naar de lokale problematiek en voeren de gemeenten
de regie. Wat voor Tilburg werkt, is niet noodzakelijkerwijs ook het juiste voor andere
gemeenten. Wel onderschrijf ik dat bewustwording onder bewoners over wat ondermijnende
criminaliteit is, en betrokkenheid van bewoners bij de aanpak van groot belang zijn
voor de impact van de aanpak.
Meer in het algemeen weten we dat publiekscampagnes effectief kunnen zijn wanneer
ze heel gericht voor een specifiek doel en/of doelgroep worden ingezet, maar als een
generiek instrument zijn ze minder effectief of zelfs contra-effectief. Dus ik ben
niet van plan deze communicatie-uiting landelijk uit te rollen. Wel zullen we het
Tilburgse traject onder de aandacht brengen van de andere gemeenten in het kader van
eerder genoemde lerende aanpak, waarin we met rijk, gemeenten en andere betrokken
partners gaan onderzoeken welke interventies en aanpakken effectief zijn en welke
niet.
Vraag 8
Wilt u ingaan op de toekomstscenario’s die in het rapport worden geschetst? Welke
scenario’s kunnen volgens u concreet verder worden uitgerold?
Antwoord 8
De scenario’s schetsen een mogelijk beeld van de toekomst waar proactief op kan worden
ingespeeld met beleid en acties en zijn toegespitst op de Tilburgse situatie. De toekomstverhalen
dragen op die manier bij aan een effectievere aanpak van het probleem, omdat ze helpen
de blik van wat er mogelijk is te verbreden, en het urgentiegevoel bij alle betrokkenen
vergroten. Toekomstverhalen zijn echter geen voorspellingen, voorstellen of visies
en kunnen niet verder worden uitgerold. Het zijn verhalen die enkele mogelijke toekomsten
beschrijven om de partners in de strijd tegen ondermijning te helpen communiceren
met elkaar – om beter na te denken over de huidige situatie en hoe hierin te handelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.