Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over het verbranden van persoonlijk beschermingsmiddelen (PBM) en de mondkapjes van de ’Sywert-deal’
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de berichtgeving over het verbranden van persoonlijk beschermingsmiddelen (PBM) en de mondkapjes van de «Sywert-deal» (ingezonden 28 november 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13 december
2022).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «20 miljoen mondkapjes van Sywert van Lienden
gaan definitief de verbrandingsoven in» van Follow The Money1?
Antwoord 1
Ja, dat heb ik.
Vraag 2
Hoe reflecteert u op het feit dat bijna 300 miljoen producten uit de voorraad PBM
die tijdens de coronacrisis is aangelegd als noodvoorraad voor de zorg nu niet meer
geschikt zijn voor gebruik en dus zullen worden vernietigd? Kunt u uitleggen hoe het
kan dat er kennelijk zo’n grove inschattingsfout is gemaakt bij het inkopen van PBM,
dat zo’n grote hoeveelheid producten achteraf niet nodig is gebleken?
Antwoord 2
Bij het uitbreken van de coronapandemie werd Nederland – net als vele andere landen
– begin 2020 geconfronteerd met een exploderende vraag naar persoonlijke beschermingsmiddelen
(PBM). Tegelijkertijd ontstond er een internationale verstoring van het aanbod daarvan,
waardoor er acute problemen ontstonden bij de levering van PBM aan de zorg. Het was
juist toen ook van groot belang dat de zorg kon beschikken over voldoende PBM van
de juiste kwaliteit. Daarom is destijds een centrale noodvoorraad van PBM aangelegd
om hiermee de zorg te kunnen voorzien.
De coronacrisis was een dusdanig uitzonderlijke periode dat het niet mogelijk was
om op dat moment een inschatting te maken voor welke periode en vervolgens hoeveel
producten redelijkerwijs ingekocht moesten worden.
Vraag 3
Kunt u aangeven hoe het mogelijk is dat er zo veel producten over de datum zijn gegaan?
Is bij de inkoop van alle PBM niet op houdbaarheidsdatum geïnventariseerd en uitgegeven
aan de zorg, ten einde zo efficiënt mogelijk met de voorraad om te gaan? Zo nee, waarom
is dit niet gebeurd?
Antwoord 3
Bij de uitgave van PBM aan de zorg is steeds gekeken naar de houdbaarheidsdatum. Middelen
met de kortste houdbaarheid gingen als eerste het magazijn uit. Middelen die uitgeleverd
werden aan de zorg moesten een houdbaarheidsdatum van minimaal een maand hebben. De
markt voor PBM heeft zich inmiddels al geruime tijd hersteld en zorgaanbieders kunnen
PBM bij hun reguliere leveranciers inkopen.
De centrale voorraad is dusdanig groot dat het niet mogelijk is gebleken om alle middelen
voor het verstrijken van de houdbaarheidsdatum uit te leveren aan de zorg of een andere
goede bestemming te geven via verkoop of donatie.
Vraag 4
Is het magazijnbeheer van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) na het rapport
van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) uit december 2020 herzien door processen
in te richten voor het monitoren van de conditie en bruikbaarheid van de producten
in de opslag? Zo ja, op welke manier en hoe kan het dan dat er nu alsnog zo veel producten
niet zijn ingezet en moeten worden vernietigd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ja, deze processen zijn ingericht en verbeterd. Deze inrichting zorgt ervoor dat er
volledig inzicht is in de voorraad, de bijbehorende houdbaarheidsdata en of de middelen
al dan niet geschikt zijn voor gebruik in de zorg.
De reden dat er middelen over de houdbaarheidsdatum zijn geraakt, heeft te maken met
de hoeveelheid PBM die is ingekocht aan het begin van de crisis. Toen de markten zich
hadden hersteld, raakte de wereldhandel verzadigd. Het Ministerie van VWS en LCH hebben
vervolgens geprobeerd om zoveel mogelijk middelen te verkopen en te doneren. In december
2021 en in het eerste kwartaal van 2022 zijn ruim 500 miljoen goederen buiten de EU
verkocht. Ook zijn er bijna 60 miljoen middelen gedoneerd aan verschillende landen
en instanties.
Vraag 5
Kunt u uitleggen waarom niet al eerder is geanticipeerd op het «over de datum» gaan
van deze producten en er daarop niet is ingespeeld, bijvoorbeeld door de producten
gratis aan ziekenhuizen en zorginstellingen/organisaties te verstrekken en/of deze
te transporteren naar andere/arme landen?
Antwoord 5
Zie antwoord op vraag 3 en 4. Bij de uitgave en bij het afbouwen van de voorraad is
rekening gehouden met de houdbaarheidsdatum. Er wordt alles aan gedaan om de middelen
zoveel mogelijk te verkopen en te doneren. Volgens de Wet Markt en Overheid mag de
overheid niet zomaar goederen weggeven aan zorginstellingen/organisaties. Dit leidt
tot marktverstoring en dat moet zo veel mogelijk worden voorkomen.
Vraag 6
Kunt u aangeven of uw departement er tijdens het sluiten van de deal met Relief Good
Alliance van Sywert van Lienden van op de hoogte was dat mondmaskers slecht gerecycled
kunnen worden en dat een groot deel van de mondkapjes van de zogenaamde «Sywert-deal»
binnen afzienbare tijd dus onbruikbaar zouden worden en zouden moeten worden vernietigd,
aangezien voorafgaand aan de deal al duidelijk was dat er op dat moment eigenlijk
al genoeg mondmaskers geregeld waren door het LCH?
Antwoord 6
Nee, op dat moment werd gekeken of de mondmaskers voldeden aan de op dat moment geldende
kwaliteitseisen voor de zorg en niet naar de recyclebaarheid.
Vraag 7
Zo ja, hoe verantwoordt u de mondkapjesdeal dan vanuit het duurzaamheidsbeleid van
het kabinet, aangezien het natuurlijk verre van duurzaam is om 20 miljoen mondkapjes
te vernietigen?
Antwoord 7
Er wordt op dit moment onderzoek gedaan naar het recyclen van mondmaskers. Uit de
tussentijdse resultaten blijkt dat de verwachting is dat een aanzienlijk deel van
de mondkapjes goed verwerkt kan worden tot een granulaat of composiet wat gebruikt
kan worden voor allerlei toepassingen. De definitieve resultaten zullen worden meegenomen
in een volgende aanbesteding. De mondmaskers van RGA vormen hierop geen uitzondering
en zijn dus deels recyclebaar.
Vraag 8
Kunt u uitleggen op welke manier u het gerechtvaardigd vindt dat grote sommen belastinggeld
met het vernietigen van de mondkapjes uit de Sywert-deal de facto verloren gaan en
wij in dit geval dus letterlijk kunnen spreken van «weggegooid geld»?
Antwoord 8
Aan het begin van de coronacrisis dreigden er in de zorg acute tekorten van PBM. Het
Ministerie van VWS heeft destijds een centrale voorraad aangelegd om de tekorten te
beperken. Het ministerie wilde daarmee voorkomen dat zorgverleners onbeschermd moesten
werken met het risico om ziek te worden. Het was op dat moment niet duidelijk hoe
lang de leveringsproblemen in de markt zouden aanhouden en hoe lang de crisis zou
duren.
Vraag 9
Aangezien het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten tijde van het sluiten
van de deal met Relief Goods Alliance al wist dat er geen mondkapjes meer nodig waren
en deze mondkapjes nu ook nog eens ongebruikt worden vernietigd, vindt u dan niet
dat er sprake is van diefstal van gemeenschapsgeld door de overheid? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 9
Destijds waren er nog zorgen over de beschikbaarheid van voldoende mondmaskers voor
de zorg.
Vraag 10
Waarom wordt in de aanbesteding voor de vernietiging van de PBM als voorwaarde gesteld
dat het winnende bedrijf slechts tien procent van het materiaal hoeft om te zetten
in een «herbruikbare grondstof»? Waarom is dat percentage niet hoger, aangezien het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport eerder beloofde de PBM bij vernietiging
duurzaam te zullen verwerken? Wat zijn dan nu de overwegingen om dat principe los
te laten?
Antwoord 10
Het principe van duurzaam verwerken maakt onderdeel uit van de aanbesteding. De eis
van 10% heeft betrekking op het perceel «Mondmaskers en dergelijke». Voor wat betreft
het perceel «Kunststofproducten» is als eis gesteld dat minimaal 75% omgezet dient
te worden in een herbruikbare grondstof. De beide percentages gelden als ondergrens.
Inschrijvers worden beloond voor het aanbieden van meer duurzame oplossingen. De gunning
van beide percelen wordt in belangrijke mate gebaseerd op duurzaamheid, namelijk 500
van de 1000 punten zijn door inschrijvers te verdienen op het onderdeel «verwerkingsproces».
Hierbij wordt onder meer gekeken naar: de mate waarin de inschrijver op concrete en
aantoonbare wijze bijdraagt aan een zo duurzaam mogelijke verwerking van het product.
Hierbij geldt hoe hoger de mate van nuttige toepassing hoe beter de beoordeling.
Vraag 11
Waarom wordt verkoop of donatie van de overtollige PBM beschouwd als «marktverstoring»
door de overheid? Waarom prevaleert marktwerking boven het duurzaam omgaan met betreffende
goederen en/of het helpen van arme landen die de producten nog wel zou kunnen/willen
gebruiken?
Antwoord 11
Er kan sprake zijn van marktverstoring indien de overheid goederen of diensten aanbiedt
op een markt waar ook andere partijen actief zijn onder de dan geldende marktprijs.
Met het schenken of verkopen van overtollige PBM begeeft de overheid zich op de markt
voor het aanbieden van PBM. Om te voorkomen dat de overheid met de haar ter beschikking
staande middelen marktverstorend handelt wanneer zij goederen of diensten op een markt
aanbiedt heeft zij zich te houden aan de wet Markt en Overheid (Hoofdstuk 4b Mededingingswet).
Er worden alleen PBM duurzaam verwerkt die over de datum zijn of kwalitatief niet
voldoen aan de gestelde eisen. Er werd en wordt zo veel mogelijk PBM verkocht of geschonken
maar zoals eerder aangegeven is de markt verzadigd.
Vraag 12
Kunt u aangeven aan welke criteria partijen die zich inschrijven voor de aanbesteding
voor de vernietiging van de PBM moeten voldoen? Op welke manier wordt gegarandeerd
dat niet opnieuw buiten de normale aanbestedingsprocedure een deal wordt gesloten,
zoals bij de Sywert-deal ook het geval was?
Antwoord 12
In de procedure, zoals bij elke Europese Aanbesteding, zijn een aantal uitsluitingsgronden
van toepassing. De bewijslast voor deze uitsluitingsgronden zijn onder meer een uittreksel
van het handelsregister, een verklaring van de Belastingdienst en een gedragsverklaring
aanbesteden. Daarnaast zijn in de aanbesteding een aantal geschiktheidseisen opgesteld.
Inschrijvers moeten voldoen aan geschiktheidseisen op het gebied van financiële en
economische draagkracht en technische bekwaamheid (referentieopdrachten, kwaliteitszorg
en milieuzorg). Inschrijvers dienen aan te tonen dat ze voldoen aan de gestelde geschiktheidseisen,
onder meer door het invullen van verklaringen of het overleggen van referenties. De
gehele procedure vindt plaats conform de Aanbestedingswet.
Vraag 13
Kunt u inzichtelijk maken hoe en op welke manier het vernietigen van deze grote hoeveelheid
PBM schadelijk is voor het milieu/klimaat?
Antwoord 13
Hier kunnen wij geen uitspraak over doen, de methode van verwerking is niet voorgeschreven
en is onderdeel van de aanbestedingsprocedure. Pas na gunning is bekend op welke wijze
de middelen duurzaam verwerkt gaan worden.
Vraag 14
Kunt u aangeven hoe groot de economische/financiële schade is van het nodeloos inkopen,
opslaan en vervolgens weer vernietigen van deze hoeveelheid PBM?
Antwoord 14
Het is niet mogelijk dit te berekenen, omdat de middelen op verschillende momenten
zijn ingekocht en met verschillende prijzen. Ook de opslagkosten zijn verschillend.
Het is niet mogelijk om nu inzage te geven in de te verwachten verwerkingskosten,
deze kosten zijn onderdeel van de momenteel lopende Europese Aanbesteding.
Vraag 15
Kunt u inzichtelijk maken hoeveel de overheid uitgeeft voor de aanbestedingsprocedure
voor het vernietigen van deze PBM?
Antwoord 15
Onderzoek wijst uit dat de kosten van een Europese Aanbesteding ongeveer 30.000 euro
per procedure bedragen. De kosten voor duurzame verwerking zijn bekend na gunning
van de aanbesteding.
Vraag 16
Kunt u aangeven hoeveel PBM de aangelegde noodvoorraad na vernietiging van de betreffende
producten nog bevat en op welke termijn dit niet langer houdbaar zal zijn? Wordt dit
inmiddels gemonitord? Gaat u actief proberen om de producten die op dit moment nog
bruikbaar zijn in te zetten en/of te verkopen/doneren? Zo ja, is daarvoor een plan
en kunt u dat openbaar maken?
Antwoord 16
Hier is geen eenduidig en eenvoudig antwoord op te geven. De middelen hebben diverse
houdbaarheidsdata, variërend van nu tot halverwege 2026. Er wordt al geruime tijd
uitvoering gegeven aan de goederen-exit-strategie noodvoorraad zoals uiteengezet in
de brief aan de Tweede Kamer op 10 december vorig jaar2.
Vraag 17
Kunt u aangeven hoeveel PBM er door andere bedrijven dan Relief Goods Alliance nog
geleverd zijn na het sluiten van de Sywert-deal en het moment dat LCH publiekelijk
bekend maakte dat er genoeg PBM waren? Zijn de lopende contracten met andere leveranciers
als gevolg daarvan herzien en is er geprobeerd deze te ontbinden, om ervoor te zorgen
dat de levering van overtollige PBM zou stoppen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 17
Na het sluiten van de deal met RGA zijn nog enkele contracten gesloten. Dit zijn contracten
geweest voor met name chirurgische maskers en handschoenen. Daarnaast zijn na het
aannemen van motie van het lid Van Kooten-Arissen3 in januari 2021 contracten voor het afnemen van FFP2-mondmaskers bij Nederlandse
leveranciers gesloten.
Vraag 18
Hoe strikt is de uiterste houdbaarheidsdatum bij de betreffende PBM? Is het mogelijk
de PBM te herevalueren en de houdbaarheidsdatum verantwoord aan te passen, zodat de
producten langer te gebruiken zijn? Zo nee, waarom niet? Zo, bent u bereid dit te
overwegen?
Antwoord 18
Na verloop van de houdbaarheidsdatum kan de fabrikant de wettelijk vereiste productkwaliteit
niet garanderen en kan het middel niet verantwoord ingezet/gebruikt worden. Aan de
productkwaliteit zijn wettelijke eisen gesteld. Het laten onderzoeken van de houdbaarheidsdatum
en vermelden van de houdbaarheidsdatum op de verpakking valt onder de verantwoordelijkheid
van de fabrikant. Bureau LCH is een distributeur en geen fabrikant en mag volgens
de Europees wettelijke vereisten geen wijzigingen maken aan de verpakking.
Vraag 19
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat over de mondkapjesdeal?
Antwoord 19
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.