Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Valstar over het bericht ‘Pentagon suspends F-35 deliveries over Chinese alloy in magnet’
Vragen van het lid Valstar (VVD) aan de Staatssecretaris van Defensie over het bericht «Pentagon suspends F-35 deliveries over Chinese alloy in magnet» (ingezonden 9 september 2022).
Antwoord van Minister Ollongren (Defensie) en van Staatssecretaris Van der Maat (Defensie)
(ontvangen 21 oktober 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023,
nr. 195.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Pentagon suspends F-35 deliveries over Chinese alloy
in magnet»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat landen die een offensief inlichtingenprogramma tegen Nederland
hebben, niet thuishoren in de productie- en toeleveringsketen van wapensystemen voor
de Nederlandse krijgsmacht?
Antwoord 2
Het is bekend dat buitenlandse mogendheden, waaronder China, zich actief inzetten
om in Nederland technologische en andere wetenschappelijke kennis te verwerven.2 Het voorkomen van ongewenste toegang tot gerubriceerde informatie of wapensystemen
via inlichtingenprogramma’s of via andere weg, is van groot belang voor de nationale
veiligheid. Het Defensie Beveiligingsbeleid (DBB) stelt daarom eisen aan bedrijven
waarmee Defensie relaties aangaat alsmede aan de producten die deze bedrijven leveren.
Het DBB schrijft voor dat bij gerubriceerde opdrachten de Algemene Beveiligingseisen
voor Defensieopdrachten (ABDO)3 moeten worden gehanteerd teneinde ongewenste toegang tot gerubriceerde informatie
of wapensystemen te voorkomen. Voor ongerubriceerde opdrachten is het gebruik van
de ABDO niet standaard verplicht, maar indien een risicoanalyse daartoe aanleiding
geeft, kan Defensie ook bij zulke opdrachten de ABDO hanteren.
Het Bureau Industrieveiligheid (BIV) van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
(MIVD) beoordeelt en toetst vooraf en periodiek of opdrachtnemers van Defensie en
hun onderaannemers zich aan de ABDO of andere specifieke internationale regelingen
(kunnen) houden.
Ook kunnen bedrijven worden geweerd uit opdrachten op basis van specifieke eisen binnen
die opdracht. In voorkomend geval beslist de behoeftesteller over het weren van specifieke
bedrijven. Het effect waarnaar hier wordt gevraagd, de uitsluiting van bepaalde landen,
wordt daarmee behaald door ongewenste bedrijven en producten te weren.
Vraag 3
Worden landen die een offensief inlichtingenprogramma tegen Nederland hebben op dit
moment geweerd uit de productie- en toeleveringsketen van wapensystemen voor de Nederlandse
krijgsmacht? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke mechanismes bestaan er om deze toeleveringsketens
te monitoren en bedrijven aan te zetten tot due diligence?
Antwoord 3
Nederlandse wet -en regelgeving sluit niet bij voorbaat landen uit ten aanzien van
de productie- en toeleveringsketens van wapensystemen voor de Nederlandse krijgsmacht.
De toepassing van de geldende regelgeving heeft echter als de facto effect dat bedrijven
uit bepaalde landen slechts in zeer beperkte mate, of geen, onderdeel uit kunnen maken
van de productie- en toeleveringsketens van wapensystemen voor de Nederlandse krijgsmacht
omdat zij niet kunnen voldoen aan de eisen die worden gesteld. Zie ook het antwoord
op vraag 2.
Vraag 4
Bij hoeveel bedrijven of specifieke casussen is er besloten om onderdelen te weren
uit de productie- en toeleveringsketen van wapensystemen voor de Nederlandse krijgsmacht?
Antwoord 4
Specifieke casussen kan ik vanwege het gevoelige en vertrouwelijke karakter van deze
informatie niet langs deze weg met uw Kamer delen. Ik kan wel meegeven dat de beoordeling
c.q. toetsing in het kader van de ABDO zorgvuldig wordt uitgevoerd en in de praktijk
leidt tot weigeringen waar nodig. Tevens blijkt in de praktijk dat bedrijven vaak
al geen aanbieding doen als ze weten dat ze niet door de ABDO toets heen zullen komen.
Het aantal geweigerde ABDO-autorisaties door BIV staat vermeld in de openbare jaarverslagen
van de MIVD. Het ging de afgelopen jaren om de volgende aantallen: 46 geweigerde autorisaties
in 2019, 41 in 2020 en 57 in 2021.4
Vraag 5
Klopt het dat de Verenigde Staten regelgeving hebben, zoals onder meer vervat in de
Defense Federal Acquisition Regulation Supplement, om Chinese onderdelen te weren
uit de productie- en toeleveringsketen van wapensystemen?
Antwoord 5
Ja, de Verenigde Staten hebben regelgeving die specifiek de aankoop verbieden van
speciale metalen die buiten de VS zijn geproduceerd voor toepassingen c.q. gebruik
in Amerikaanse wapen(systemen), dus ook uit China. Een afzonderlijke wet uit 2006
verbiedt ook de aankoop van onderdelen en/of componenten die dergelijke speciale metalen
bevatten. Sinds augustus van dit jaar wordt ook het speciale metaal «tantalium« afkomstig
uit een aantal specifieke landen, waaronder China, geweerd uit de Amerikaanse productie-
en toeleveringsketen van wapensystemen. Daarmee worden niet alle Chinese onderdelen
geweerd, maar alleen de voor de VS relevante onderdelen.
Vraag 6
Hoe verhouden de Nederlandse regels zich op dit terrein tot de Amerikaanse regels?
Antwoord 6
Zoals gemeld in de antwoorden op vraag 3 en vraag 4, richt de Nederlandse regelgeving
zich op bedrijven en producten. Defensie kan ongewenste toegang tot gerubriceerde
informatie of wapensystemen voorkomen door toepassing van de ABDO en door aanvullende
eisen te stellen aan bedrijven en het te leveren product in een behoeftestelling.
Daarnaast is de wet Veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Vifo) dit
voorjaar door uw Kamer en de Eerste Kamer behandeld en aangenomen.5 Deze wet moet voorkomen dat ongewenste investeerders via investeringen, fusies en
overnames invloed krijgen op ondernemingen in Nederland die actief zijn op het gebied
van sensitieve technologie zoals opgenomen in de dual-use en militaire goederenlijst
van de EU. De wet biedt de mogelijkheid om bij vermoeden van een risico voor de nationale
veiligheid investeringen tot 8 september 2020 met terugwerkende kracht te toetsen.
Verder wordt momenteel door de Ministeries van EZK en Defensie gewerkt aan een sectorale
investeringstoets voor de defensie-industrie, waarover uw Kamer midden 2021 is geïnformeerd.6 Deze investeringstoets is specifiek gericht op de beheersing van risico’s voor de
nationale veiligheid als gevolg van investeringen, overnames en andere verwervingsactiviteiten
gericht op ondernemingen uit de Nederlandse Defensie Technologische en industriële
Basis (NL DTIB) die essentieel zijn voor de uitvoering van de hoofdtaken van de Nederlandse
krijgsmacht.
Voor de specifieke regelgeving van de Verenigde Staten op dit gebied wil ik verwijzen
naar het antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Bestaan er binnen de instrumenten voor defensiesubsidies binnen de Europese Unie,
zoals het Europees Defensiefonds, regels om China of andere landen met een offensief
inlichtingenprogramma tegen de Nederlandse en Europese belangen te weren uit productie-
en toeleveringsketens?
Antwoord 7
Ja. Deze regels staan beschreven in art. 9 van de verordening van het Europees Defensiefonds
(EDF). De ontvangers van financiering uit het EDF en de bij het project betrokken
onderaannemers dienen te zijn gevestigd in de EU of in een geassocieerd land.7 China is geen geassocieerd land van de EU. Bij uitzondering kan worden samengewerkt
met partijen van buiten de Unie, mits dit niet in strijd is met de veiligheids- en
defensiebelangen van de Unie en de lidstaten. Deze partijen kunnen geen aanspraak
maken op financiering uit het EDF.
Ook mogen partijen die zijn gevestigd in de EU of in een geassocieerd land niet onder
zeggenschap staan van een niet-geassocieerd derde land of van een entiteit uit een
niet-geassocieerd derde land. Bij wijze van uitzondering kunnen deze partijen deelnemen
indien het land waarin deze is gevestigd garanties afgeeft dat betrokkenheid van deze
entiteit de veiligheids- en defensiebelangen van de Unie en haar lidstaten niet schaadt.
De Commissie informeert de lidstaten over deze betrokkenheid.
Dergelijke regels zijn ook voorzien in de conceptverordening inzake versterking Europese
defensie-industrie door gemeenschappelijke aanbestedingen, waarmee € 500 mln. beschikbaar
wordt gesteld uit EU-budget om gezamenlijke aanschaf van defensiematerieel te stimuleren.8
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.