Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over strategische afhankelijkheden in het energie-domein
2021D08148 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de ministers van Buitenlandse
Zaken en van Economische Zaken en Klimaat over de brief van beide ministers d.d. 9 februari
2021 inzake strategische afhankelijkheden in het energie-domein (2021Z02711).
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De griffier van de commissie, Van Toor
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
II
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
2
III
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
4
IV
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
7
I Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief over
strategische afhankelijkheden in het energie-domein. Zij hebben een aantal vragen.
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd te lezen dat er actief wordt ingezet op
de diversificatie van leveranciers, energiedragers en aanvoerroutes. De genoemde leden
hechten grote waarde aan de strategische onafhankelijkheid van Nederland, ook op het
gebied van energie. Voor de toevoer van energie mogen Nederland en Europa niet volledig
afhankelijk zijn van één ander machtsblok.
Investeren in doordachte duurzaamheid is nodig voor strategische onafhankelijkheid.
De leden van de VVD-fractie zijn daarbij van mening dat kernenergie hierin een onmisbaar
element is. Deze leden vragen zich af of het kabinet deze analyse deelt en zo ja,
welke stappen gezet kunnen worden. Hoe wordt hier binnen de Europese Unie over gedacht?
De genoemde leden zouden ook graag zien dat kernenergie een Europese classificatie
als duurzame energiebron krijgt. Deelt het kabinet deze opvatting en zo ja, welke
stappen kunnen hiertoe gezet worden?
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het feit dat het
kabinet ook oog heeft voor de afhankelijkheid in de aanvoer van uranium. Verwacht
het kabinet dat ook in de toekomst het aanbod van uranium voldoende divers zal blijven
om strategische onafhankelijkheid te garanderen, ook als de (benodigde) import van
uranium in ons land en in Europa groter wordt?
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd te lezen dat de productie van hernieuwbare
energie in de komende jaren toe zal nemen. Deze leden hechten belang aan het nakomen
van de klimaatafspraken uit het Verdrag van Parijs. De leden lezen dat er vanaf 2025
meer import van elektriciteit kan plaatsvinden. Is daarbij sprake van hetzelfde of
een ander aandeel «groene» energie?
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de bredere discussie
over strategische autonomie in een geopolitieke context. Deze leden erkennen de belangrijke
rol van de Europese Unie en de interne markt hierin. Zij vragen welke onderscheidenlijke
rol het kabinet hierin ziet voor Nederland en de Europese Unie, en of in dit kader
ook wordt samengewerkt met gelijkgezinde landen elders in de wereld.
II Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennis genomen van de brief over de strategische
afhankelijkheden in het energie-domein. Deze leden hebben nog enkele vragen aan het
kabinet.
Inleiding
De leden van de D66-fractie staan positief tegenover het diversificatiebeleid. Op
wat voor energiebronnen, naast zon, wind en biomassa wordt verder geïnvesteerd? Is
er binnen de Green Deal ook budget voor gezamenlijk Europese innovatieprojecten?
De leden van de D66-fractie constateren dat Nederland nog een lange weg te gaan heeft
en alles behalve voorop loopt als het gaat om hernieuwbare energie. Het is goed nieuws
dat onze energiebehoefte langzaam aan het afnemen is, geldt dit voor de hele Europese
Unie? Of stijgt het energieverbruik van de Europese Unie nog steeds?
Energie-afhankelijkheden
Importafhankelijkheid gas
De leden van de D66-fractie vinden de ontkoppeling tussen het politieke beleid van
de EU met Rusland en het economische beleid niet meer van deze tijd. Kan het kabinet
uiteenzetten hoe het zijn steun aan Nord Stream 2 verantwoordt in het licht van de
recente acties rondom arrestatie van Alexei Navalny en het onbehoorlijk behandelen
van de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie Josep Borrell? Is het kabinet het
met deze leden eens dat het onwenselijk is dat Nord Stream 2 druk legt op de geopolitieke
verhoudingen binnen de Europese Unie, het continent meer afhankelijk maakt van Russisch
gas? Hoe wordt energie-onafhankelijkheid gewaarborgd in de Europese Unie en op welke
manier zet het kabinet zich hier voor in? Wat zijn de ambities van het kabinet om
in Europees verband toe te werken naar een gezamenlijk systeem van waterstofproductie
en distributie, waar de energy valley in Groningen nu een begin mee maakt?
Importafhankelijkheid olie
De leden van de D66-fractie lezen dat Nederlandse havens vaak worden gebruikt om grote
hoeveelheden olie door te voeren. Deze leden vragen in hoeverre dit milieuschade of
milieurisico’s met zich meebrengt? En als dit het geval is, gaat hierbij ook het Europese
principe van de vervuiler betaalt op? Betekent de grote diversificatie aan olieleveranciers
ook dat Nederland in zijn oliebeleid met verbeterde milieueisen of eisen op het gebied
van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) zou kunnen gaan werken?
Importafhankelijkheid steenkool
De leden van de D66-fractie zijn content met de «wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie».
Pleit het kabinet bij zijn Europese collega’s ook voor het sluiten van kolencentrales
in de rest van de Europese Unie? Naast het goede voorbeeld geven dient er op dit gebied
bij de overige lidstaten ook klimaatactie en klimaatwetgeving te komen.
Geopolitieke context
Energierelatie met Rusland
De leden van de D66-fractie vragen in hoeverre er gesproken kan worden van «functionele
samenwerking» met Rusland als Rusland bij alle politieke thema’s weigert mee te werken?
Ziet het kabinet Nord Stream 2 niet als een noodzakelijk kwaad? In hoeverre is Nederland
actief bezig de import van vloeibaar gas vanuit uit te breiden om de afhankelijkheid
van pijplijn-gas te verminderen? Wat is het kostenverschil tussen pijplijn-gas en
vloeibaar gas? Werkt het kabinet scenario’s uit waarbij Nord Stream 1, Nord Stream
2, of Russische gasleveringen in z’n geheel stil vallen? Wordt er tegelijkertijd gewerkt
met Rusland om het aanzienlijke verlies van gas in hun gas-infrastructuur te verminderen?
De energietransitie
De leden van de D66-fractie lezen dat er Europese ambities zijn om de elektriciteitsnetwerken
beter aan elkaar verbinden en daarbij ook de gezamenlijke capaciteit voor energieopslag
te vergroten. Kan het kabinet ingaan op de concrete projecten die hier voor zijn gepland
of reeds zijn gestart? De leden van de D66-fractie lezen dat de energietransitie geopolitieke
verschuivingen teweeg zal brengen. Op wat voor geopolitieke verschuivingen doelt het
kabinet hier?
Beleid inzake voorzieningszekerheid en de energietransitie
Europees perspectief
De leden van de D66-fractie lezen dat de Trans-Adriatische pijpleiding in gebruik
is genomen. Wat is de verwachte afname van Azerbeidzjaans gas voor het gehele Europese
energieverbruik? Hoe groot is het percentage aan gas dat Nederland hiervan afneemt?
Voor hoeveel jaren kan de EU gebruik maken van Azerbeidzjaans gas?
Rol van de NAVO
De leden van de D66-fractie vinden het goed om te lezen dat de NAVO betrokken wordt
bij de bescherming van de kritieke (energie)infrastructuur. Op welke manier doet de
NAVO dit? Wordt hierbij ook het Europees Defensie Agentschap (EDA) betrokken?
Nationaal perspectief
De leden van de D66-fractie lezen dat Nederland extreme aanbodverstoringen op de gasmarkt
voor een langere periode goed kan opvangen. Hoe lang kan Nederland zo’n aanbodverstoring
dan opvangen? De LNG-terminal in Rotterdam is begrensd. Wordt er gekeken of andere havens zoals Amsterdam
of Delfzijl niet ook een LNG-terminal moeten aanleggen, dan wel de huidige infrastructuur
verbeteren?
III Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsbrief Strategische
afhankelijkheden in het energie-domein. Zij waarderen de uitgebreide uiteenzetting
van de visie van het kabinet hierop, maar hebben er wel de volgende vragen en opmerkingen
over.
Energie-afhankelijkheden
Importafhankelijkheid gas
De leden van de GroenLinks-fractie begrijpen dat mede gezien de afname van gaswinning
uit het Groningenveld onze afhankelijkheid van buitenlandse bronnen stijgt. Tegelijkertijd
constateert het kabinet ook dat vanaf 2030 het importvolume voor gas voor de EU zal
dalen, mede als gevolg van de energietransitie. Deze leden vragen in dat licht wat
naar de mening van het kabinet de toegevoegde waarde is van de Nord Stream 2 pijpleiding, die nu al niet nodig is, maar zeker na 2030 niet nodig lijkt te zijn voor
Europese gasimport? Deze leden zijn van mening dat gezien de grotere gasafhankelijkheid
van Rusland in ieder geval het komende decennium, het van uiterst belang is zwaarder
in te zetten op diversificatie van gasbronnen. Deze leden vragen het kabinet in welke
mate er perspectief bestaat om méér gas te halen uit landen als Noorwegen, het Verenigd
Koninkrijk, de Verenigde Staten en Canada? Is het kabinet bereid zich in te zetten
voor concrete doelstellingen aan deze gasdiversificatie? Zo nee, waarom niet? De leden
van de GroenLinks-fractie zijn positief over het voornemen meer in te zetten op duurzame
waterstof als gedeeltelijke vervanger van aardgas. Deze leden vragen hoe het kabinet
zich precies in gaat zetten voor de ontwikkelingen rond de opkomende wereldhandel
voor duurzame waterstof?
Geopolitieke context
De leden van de GroenLinks-fractie zijn het met het kabinet eens dat het nastreven
van volledige autonomie op energiebied onrealistisch en niet nastrevenswaardig is.
Toch missen zij een voldragen geopolitieke analyse van energiebeleid zoals deze is
geschetst in deze kabinetsbrief. Zij vragen allereerst naar de geopolitieke aspecten
van energiepolitiek in relatie tot landen in het Oostelijk Partnerschap als Oekraïne,
maar ook Polen en de Baltische Staten, die met de inwerkingtreding van Nord Stream
2 eenvoudig kunnen worden omzeild met de gastransit en gastoevoer vanuit Rusland naar
de EU. Welke huidige en toekomstige politieke en veiligheidsrisico’s moeten naar de
mening van het kabinet worden geadresseerd in de landen zelf en door de EU?
Energierelatie met Rusland
Kan het kabinet schetsen welke concrete risico’s het ziet bij een te grote afhankelijkheid
van energieleveranties uit Rusland, zoals het zelf erkent?1 De leden van de GroenLinks-fractie erkennen dat er sinds de leveringsstop van gas
in 2006 en 2009 stappen zijn gezet om de gevolgen van gasdisrupties binnen de EU te
verbeteren, onder andere met reverse flows tussen oost en west en optimalisering van LNG-terminals. Kan het kabinet uiteenzetten
in welke mate Oost-Europese lidstaten nu beschermd zijn tegen mogelijke gasdisrupties
vanuit Russische zijde? Zijn deze risico’s naar de mening van het kabinet voldoende
afgedekt of moeten hier nog extra mitigerende maatregelen voor genomen en zo ja welke?
Wat is de visie van het kabinet op de gezamenlijke brief van Polen en Oekraïne, waarin
zij oproepen te stoppen met het Nords Stream 2 project?2 In welke mate heeft het kabinet contact met Polen en Oekraïne om de terechte zorgen
omtrent Nord Stream 2 te adresseren en te bespreken? Kan het kabinet uitleggen welke
boodschap het overbrengt aan deze landen en hoe deze dialoog eruit ziet?
Voorts vragen de leden van de GroenLinks-fractie wat in de ogen van het kabinet de
gevolgen zijn van de sterk uiteenlopende standpunten binnen de EU over dit gasproject,
voor zowel de energieveiligheid van de EU als de gevolgen voor het EU-handelen op
buitenlandse politiek? Erkent het kabinet de schade voor het handelingsperspectief
voor de buitenlandpolitiek, met name richting Rusland maar ook de Verenigde Staten,
van de EU als hier geen eensgezind en duidelijk standpunt over is? Kan het kabinet
tot slot aangeven hoe de toetsing van de Gasrichtlijn bij Nord Stream 2 precies vormgegeven
gaat worden en in welke mate Nord Stream 2 nu voldoet aan de eisen van de nieuwe Gasrichtlijn
met betrekking tot tarifering, ontvlechting van eigendom en toegang van derden?
De leden van de GroenLinks-fractie blijven het afkeuren dat het kabinet een neutrale
positie ambieert op de geopolitieke kwestie Nord Stream 2, waarbij het primair als
commercieel project wordt beschouwd. Deze leden zijn net als het kabinet tevreden
dat er een contract voor de gastransit tussen Rusland en Oekraïne is afgesloten tot
2024, maar zij vragen wel een appreciatie over een lange termijnoplossing, zeker gezien
het contract al over drie jaar afloopt. Kan het kabinet uiteenzetten wat dan de strategie
zal zijn om Oekraïne en andere landen van het Oostelijk Partnerschap zoveel mogelijk
te beschermen tegen mogelijke stop in gasleveranties of gastransit van Russische zijde?
Deelt het kabinet in ieder geval de mening van de leden van de GroenLinks-fractie
dat er een mechanisme moet worden ontwikkeld zodat, indien Rusland na 2024 gebruik
maakt van Nord Stream 2 om een land als Oekraïne te straffen, de gastoevoer door Nord
Stream 2 wordt stilgelegd zodat Rusland adequaat wordt gesanctioneerd?3 Is het kabinet bereid een dergelijk voorstel te agenderen in relevante EU-gremia,
zodat er ook een oplossing kan komen voor het diplomatieke conflict met de Verenigde
Staten inzake deze kwestie? Heeft het kabinet enige aanwijzing dat de Verenigde Staten
akkoord zou kunnen gaan met een dergelijk mechanisme, of ambiëren de Verenigde Staten
nog steeds een volledige stop van de Nord Stream 2 gaspijpleiding? Wat is tot slot
de visie van het kabinet op de gaspijpleiding Turkish Stream, die de geostrategische mogelijkheden voor energiepolitiek van Rusland nog verder
verstevigt en naar mening van de leden van de fractie van GroenLinks nadelig is voor
de energieveiligheid van de EU en de Balkan?4
Beleid inzake voorzieningszekerheid en de energietransitie
Europees perspectief
De leden van de GroenLinks-fractie zijn wel zeer blij met het voornemen van de Hoge
Vertegenwoordiger en de Europese Commissie eind dit jaar te komen met een nieuwe strategie
voor de energiesamenwerking met de landen buiten de EU5, waar de leden van de GroenLinks-fractie al eerder om hebben gevraagd. Zij vragen
het kabinet naar de mogelijkheid van Nederland om input te geven bij de vormgeving
van deze nieuwe strategie, en of het kabinet daartoe bereid is? Zo ja, is het kabinet
bereid om in deze strategie met de hoogst mogelijke ambitie in te zetten op vergroening
en diversificatie voor met name landen van het Oostelijk Partnerschap, om ter bevordering
van hun strategische autonomie hun gas- en olieafhankelijkheid van Rusland te verminderen,
en daar eventueel harde doelstellingen met financiële prikkels aan te verbinden?
Deelt het kabinet de mening van de leden van de GroenLinks-fractie dat de Raad Buitenlandse
Zaken voortvarend betrokken moet blijven bij dit onderwerp, gezien de (buitenland)politieke
implicaties ervan? Kan het kabinet tevens uiteenzetten met hoeveel financiële middelen
steun wordt geboden aan infrastructuurprojecten die bijvoorbeeld de verbindingen met
de EU en het aandeel hernieuwbare energie in de energiemix ten goede komen? Deze leden
vragen tot slot om een overzicht van de gasdiversificatie van EU-lidstaten, en of
er progressie wordt geboekt bij de gasdiversificatie van landen die nu slechts afhankelijk
zijn van één of twee verschillende landen voor de gasimport?
Rol van de NAVO
De leden van de GroenLinks-fractie onderstrepen de rol die de NAVO heeft bij het bevorderen
van energieveiligheid. Zij vragen wel waarom er geen concreet handelingsperspectief
voor de NAVO op het gebied van energieveiligheid is? Zij wijzen op eerdere antwoorden
op Kamervragen van de leden Van Ojik en Van der Lee (beiden GroenLinks) waarin wordt
vermeld dat aanbevelingen over het vergroten van strategisch bewustzijn, beschermen
van de kritieke energie-infrastructuur en vergroten van de energie-efficiëntie van
de strijdkrachten zijn goedgekeurd maar nog nader worden uitgewerkt. Wat is de stand
van zaken bij dit proces en wanneer wordt de Kamer hierover geïnformeerd?6
Nationaal perspectief
De leden van de GroenLinks-fractie onderstrepen dat energie-efficiëntie maatregelen
kunnen bijdragen aan het vergroten van de autonomie. De Nederlandse beschikbaarheid
van CO2-vrij regelbaar vermogen is essentieel voor het borgen van de energie-autonomie
van Nederland in periodes waar de zon niet schijnt en de wind niet waait en voor verduurzaming
van sectoren waarvoor elektrificatie op korte termijn geen optie is. Deze leden vragen
of de gemaakte analyse van energie-afhankelijkheden aanleiding geeft om aanvullende
maatregelen te nemen om groene waterstof en andere vormen van CO2 vrij regelbaar vermogen (zoals demand side response, opslag) te stimuleren? Is het
kabinet van plan aanvullend te investeren in energie-infrastructuur, zoals in de waterstofbackbone
en interconnectie, in het kader van autonomie of om aanvullende maatregelen te nemen
die tijdige aanleg van energie-infrastructuur die nodig is voor verduurzaming te bespoedigen?
Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Tot slot vragen deze leden naar aanleiding van de inzet van het kabinet op (no-regret)
isolatiemaatregelen en hybride oplossingen voor wijken die nog niet aan de beurt zijn
in de wijkgerichte aanpak voor het aardgasvrij maken van woningen, of de analyse van
de energie-afhankelijkheden aanleiding vormt om extra maatregelen te nemen om energie-efficiëntie
in de gebouwde omgeving te vergroten via zowel de wijkgerichte als individuele aanpak?
Zo ja, welke zijn deze? Zo nee, waarom niet?
IV Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennis genomen
van de brief «Strategische afhankelijkheden in het energie-domein». Zij hebben daarover
enkele vragen.
Kan het kabinet aangeven of het aandeel van LNG in de gasimport groeiend is, en wat
het aandeel van Amerikaans gas hierin is? Is dit aandeel groeiend?
De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat de bewindspersonen schrijven dat
de Nord Stream 2-gaspijpleiding geen verschil betekent voor de Europese energieafhankelijkheid,
maar wel voor de Oekraïense inkomsten uit de gastransit. Is het kabinet het echter
eens met deze leden dat deze pijpleiding Ruslands geopolitieke invloed over de Oekraïne
wel vergroot en daarmee de kans verder verkleint dat Rusland zich aan de afspraken
gaat houden ten aanzien van het conflict in Oost-Oekraïne? En dat de pijpleiding daarmee
ook van invloed is op de mogelijkheden voor de Europese Unie om deze situatie in de
gewenste richting te beïnvloeden? Indien het kabinet het hier niet mee eens zijn, zouden deze leden dit graag
uitgebreid toegelicht krijgen.
Kan het kabinet tot slot de veiligheidsimplicaties van energie-afhankelijkheid verder
toelichten en aangeven wat hieraan volgens het kabinet te doen is?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. (Pia) Dijkstra, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
T.J.E. van Toor, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.