Schriftelijke vragen : De aangenomen noodwet van de Hongaarse president Orbán
Vragen van de leden Groothuizen en Sjoerdsma (beiden D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over de aangenomen noodwet van de Hongaarse president Orbán (ingezonden 31 maart 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat het Hongaarse parlement op 30 maart 2020 instemde
met de omstreden noodwet, die regeren per decreet voor onbepaalde tijd mogelijk maakt?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op het feit dat de Hongaarse regering nu voor onbepaalde tijd zonder
tussenkomst van het parlement besluiten kan maken en wetgeving buiten werking kan
stellen?
Vraag 3
Wat is uw reactie op de bepaling die het mogelijk maakt journalisten tot vijf jaar
gevangenis op te leggen wanneer zij nepnieuws of «onwaarheden» verspreiden die het
overheidsbeleid frustreren?
Vraag 4
Deelt u de mening dat ondanks dat de coronacrisis om uitzonderlijke maatregelen vraagt,
deze wet beginselen van de democratische rechtsstaat met de voeten treedt?
Vraag 5
Bent u van mening dat de huidige situatie in Hongarije voldoet aan de vereisten van
een democratische rechtsstaat zoals gesteld in artikel 2 van het Verdrag betreffende
de Europese Unie? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid uw zorgen over deze wetgeving
over te brengen aan uw Hongaarse ambtsgenoot en uw ambtsgenoot hierop aan te spreken?
Vraag 6
Bent u bereid deze zorgelijke situatie in de eerstvolgende Raad Algemene Zaken aan
de orde te stellen, samen met gelijkstemde landen?
Vraag 7
Kunt u toelichten hoe deze situatie de artikel 7-procedure tegen Hongarije beïnvloedt?
Vraag 8
Deelt u de overtuiging dat zogeheten conditionaliteit in de Europese meerjarenbegroting
moet worden ingevoerd, dat wil zeggen dat Europese subsidies kunnen worden ingetrokken
wanneer de rechtsstaat met de voeten getreden wordt? Kunt u toelichten hoe u zich
hiervoor ingezet heeft en welke stappen bent u van plan de komende tijd te zetten
om conditionaliteit in de begroting te waarborgen?
Vraag 9
Kunt u de stand van zaken toelichten met betrekking tot de jaarlijkse rechtsstatelijkheidstoets
die de Europese Commissie (COM (2019) 163 final) vorig jaar april heeft voorgesteld?
Hoe heeft u, gelet op de motie Paternotte/Omtzigt (Kamerstuk 21 501-02 nr. 2043), zich hiervoor ingezet? Klopt het dat deze toets dit jaar voor het eerst zal plaatsvinden?
Vraag 10
Wat is de vervolgstap in de Raad wanneer de resultaten van de rechtsstatelijkheidstoets
beschikbaar zijn? Wat is uw inzet hierbij? Hoe waarborgt u dat deze toets optimaal
gebruikt wordt?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Groothuizen, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
S.W. Sjoerdsma, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.