Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Toorenburg en Van Dam over het bericht ‘Onverbeterlijke criminele asielzoeker heeft vrij spel’
Vragen van de leden Van Toorenburg en Van Dam (beiden CDA) aan de Staatssecretaris en de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Onverbeterlijke criminele asielzoeker heeft vrij spel» (ingezonden 6 maart 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Harbers (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 8 april
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2069
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Onverbeterlijke criminele asielzoeker heeft
vrij spel»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Is het waar dat criminele bewoners van azielzoekerscentra (azc's) eenvoudig ergens
anders «toeslaan als ze van azc wisselen» omdat ze vrij spel hebben omdat ze niet
worden gevolgd en geen dossiers over hen worden aangemaakt? Zo ja, waarom worden ze
niet gevolgd en waarom wordt niet aan dossiervorming gedaan?
Herkent u de vraag van de politie Kampen om een landelijke database zodat niet achteraf
maar vooraf maatregelen mogelijk zijn? Bent u bereid een dergelijke database in te
richten waardoor in elk geval van deze categorie gegevens kunnen worden bijgehouden
en gedeeld? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2, 3
De overlast die wordt veroorzaakt door een beperkte groep asielzoekers, is volstrekt
onacceptabel. Dit geldt voor overlastgevend gedrag op de COA-locaties, maar uiteraard
ook daarbuiten. Er zijn maatregelen getroffen om de ketensamenwerking te verbeteren.
Daarbij is ook het belang van goede informatie-uitwisseling en dossiervorming onderkend.
Dit betekent concreet dat informatie over een (overlastgevende) bewoner bij een overplaatsing
op de nieuwe COA-locatie bekend is; dat de politie incidenten op een zodanige manier
registreert dat kan worden nagegaan of de betrokkene een asielachtergrond heeft; dat
de IND en DT&V ten behoeve van de asielprocedure en het vertrekproces door middel
van een uittreksel van de justitiële documentatie nagaan of een asielzoeker eerder
met justitie in aanraking is geweest; dat bij overplaatsingen tussen asielzoekerscentra
dossiers worden overgedragen, en dat bij de zwaardere overlastgevende asielzoekers,
die in een EBTL worden geplaatst, ook de politie wordt ingelicht. Uit gegevens vanuit
de migratieketen blijkt dat personen uit de zogenoemde veilige landen relatief vaker
dan de gemiddelde asielzoeker overlastgevend en/of crimineel gedrag vertonen. Deze
aanvragen worden sneller afgedaan.
Tijdens het AO JBZ op 6 maart jl. heb ik aangegeven dat ik bereid ben te kijken of
een additionele databank meerwaarde heeft. Daarbij heb ik tegelijkertijd aangegeven
dat er al heel veel zaken worden geregistreerd. Deze registratie is op een aantal
punten inmiddels ook verbeterd. Het ontwikkelen van een additionele databank zal ook
lang duren. Om die reden is het voor de korte termijn van belang dat bestaande structuren
en systemen ten volle worden benut om belangrijke informatie uit te wisselen. Voorbeelden
hiervan zijn het Lokaal terugkeeroverleg,2 het Regionaal afstemmingsoverleg3 en het lokale driehoeksoverleg.4 Zo is er met diverse gemeenten gesproken over de noodzaak tot nauwere lokale samenwerking
om de aanpak van overlast van asielzoekers te doen slagen.
Vraag 4
Hebt u kennisgenomen van de stelling van Teamchef Ekker dat «met een volgsysteem met
incidenten van iedereen die zich in Nederland aanmeldt voor asiel» kan worden ingespeeld
op te verwachten overlast»? op welke wijze kunt u hieraan tegemoet komen?
Antwoord 4
Ja. Met het oog op de veiligheid op COA-locaties houdt het COA een registratie bij
van incidenten die op die locaties gebeuren en daarmee is betrokkenheid bij incidenten
inzichtelijk in de persoonsdossiers. Dit betekent dat informatie over een bewoner
bij een overplaatsing op de nieuwe locatie bekend is. Indien nodig vindt er ook telefonisch
contact plaats tussen de locaties ten behoeve van een warme dossieroverdracht. Daarnaast
is het zo dat de politie, met het oog op haar taak voor het bewaken van de openbare
orde, een registratie bijhoudt van incidenten, op een zodanige manier dat ook kan
worden nagegaan of de betrokkene een asielachtergrond heeft. Deze informatie is door
geautoriseerde politie-agenten raadpleegbaar. Dus ook als een asielzoeker wordt overgeplaatst
naar een nieuwe locatie.
Vraag 5
Herkent u het beeld dat de teamchef schetst dat het overplaatsen van asielzoekers,
en dus ook die van een kleine groep criminelen, het «rondpompen van het probleem»
is? Zo nee, waarom niet? Kunt u uitleggen waarom criminele asielzoekers niet naar
een extra begeleiding en toezicht locatie (ebtl) worden overgeplaatst maar elders
in een regulier azc worden ondergebracht?
Antwoord 5
Nee, dit beeld herken ik niet. De aanpak van criminele asielzoekers vindt in eerste
instantie plaats binnen de strafrechtketen. Dit kan vanaf elke COA-locatie en staat
los van het verplaatsen van een asielzoeker.
Op de COA locatie is de aanpak van overlastgevend gedrag gericht op optreden tegen
onaanvaardbaar gedrag en beïnvloeding van houding en gedrag van overlastgevenden ten
behoeve van de veiligheid en leefbaarheid op de locatie, alsook de directe omgeving.
Hier bestaat een set aan maatregelen voor, waaronder directe overplaatsing naar een
ebtl, overplaatsing naar een andere locatie om de groepsdynamiek te doorbreken en
onthouden van verstrekkingen. Er wordt altijd aangifte bij de politie gedaan indien
daartoe aanleiding is. Samenwerking tussen betrokken partners is daarnaast van groot
belang. Zie hiervoor het antwoord op vraag 6.
Vraag 6
Wat gaat u doen om de kern van de kritiek van de politie dat het Centraal Orgaan opvang
Asielzoekers (COA) informatie over criminele asielzoekers niet deelt wanneer deze
worden overgeplaatst, weg te nemen?
Antwoord 6
Er zijn maatregelen getroffen om de ketensamenwerking te verbeteren. Daarbij is ook
het belang van goede informatie-uitwisseling en dossiervorming onderkend. Het COA
is met de politie in gesprek om te bekijken hoe de samenwerking verbeterd kan worden,
aangezien het COA niet altijd op de hoogte is, dan wel wordt gesteld van de criminele
gedragingen van de asielzoeker. Verbetering is mogelijk ten aanzien van het delen
van informatie en elkaar informeren, binnen de wettelijke kaders van informatieoverdracht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.