Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Groothuizen en Voordewind over de Rapportage Vreemdelingenketen januari-juni 2018
Vragen van de leden Groothuizen (D66) en Voordewind (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de Rapportage Vreemdelingenketen januari–juni 2018 (ingezonden 21 december 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Harbers (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 12 maart
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1203.
Vraag 1
Wat is de huidige stand van zaken in december 2018 als het gaat om het nationale quotum
van 750 hervestigingen per jaar? Hoeveel mensen zijn er tot nu toe geselecteerd en
hoeveel zijn er tot nu toe aangekomen?
Antwoord 1
Het nationale quotum waarnaar wordt gevraagd maakt deel uit van het meerjarig beleidskader
hervestiging 2016–2019. In dat verband is van belang op te merken dat, met de nieuwe
balans in het regeerakkoord, het kabinet het quotum van 2018 heeft vastgesteld op
de 610 in dat jaargeselecteerde zaken, en het quotum van 2019 verlaagd van 750 naar
500 zaken.
Het nationale quotum gaat uit van het aantal voor hervestiging geselecteerde vluchtelingen
plus eventueel in Nederland aangekomen nareizende familieleden. Het betreft vluchtelingen
die zijn geselecteerd tijdens hervestigingsmissies in landen van opvang (zie antwoord
vraag 2) en individuele urgente zaken die op dossierbasis worden geselecteerd.
In 2018 zijn ongeveer 590 vluchtelingen geselecteerd.1 Verder heeft Nederland 20 vluchtelingen van het schip de Lifeline geselecteerd en
naar Nederland overgebracht, dit aantal wordt eenmalig meegeteld onder het nationale
hervestigingsquotum. In 2018 was daarmee sprake van in totaal 610 geselecteerde vluchtelingen
onder het nationale beleidskader.2
Dit aantal is lager dan 750, onder meer omdat Nederland een tweede missie naar Niger
voor de hervestiging van uit detentie in Libië geëvacueerde vluchtelingen heeft moeten
doorschuiven naar 2019. Als gevolg van de veiligheidssituatie in Libië zijn de evacuaties
een periode stopgezet waardoor er onvoldoende zaken waren om voor te dragen voor hervestiging.
Verder kan de afhankelijkheid van externe partners voor de uitvoering van hervestiging
ertoe leiden dat niet altijd de meest ideale planning kan worden gevolgd voor het
selecteren van voldoende vluchtelingen in een jaar. Daarnaast zijn fluctuaties in
het aantal voordrachten en acceptaties per missie weliswaar gebruikelijk, maar niet
exact voorspelbaar.
Mede om die reden hanteert Nederland een meerjarig beleidskader zodat het mogelijk
is om een in het ene jaar kleiner of groter aantal hervestigingselecties te compenseren
in de navolgende jaren.
Tussen de selectie tijdens de missies en aankomst van de vluchtelingen in Nederland
zit een tijdsbestek van ongeveer zes maanden. Een groot aantal van de in 2018 geselecteerde
vluchtelingen zal daarom pas in 2019 in Nederland arriveren. In 2018 zijn ongeveer
530 vluchtelingen in Nederland aangekomen die zijn geselecteerd op grond van het nationale
beleidskader.3
Naast het nationale quotum hervestigt Nederland ook Syrische vluchtelingen uit Turkije
op grond van de Europese migratieafspraken met dat land. Hiervoor is het aantal vluchtelingen
dat in Nederland is aangekomen het uitgangspunt. De stand van zaken van deze hervestiging
leest u in het antwoord op vraag 4.
Vraag 2
Hoeveel hervestigingsmissies zijn er in 2018 uitgevoerd en waar naar toe? Hoe staat
het met de capaciteit van de hervestigingsunit binnen de IND op uw ministerie en in
hoeverre wordt hierin geïnvesteerd? Is de capaciteit toegenomen na de Nederlandse
pledge van 1.250 plaatsen onder het nationaal beleidskader en 1.750 op grond van Europese
migratieafspraken, voor de gehele periode 2018 tot en met oktober 2019?
Antwoord 2
In het kader van de invulling van het nationale quotum hebben hervestigingsmissies
plaatsgevonden naar Jordanië, Niger, Egypte, Libanon en Oeganda. Voor de hervestigingsmissies
en inzet in het kader van EU migratiesamenwerking met derde landen (EU Turkije Verklaring)
verwijs ik u naar het antwoord op vraag 6.
De capaciteit van de afdeling hervestigingszaken binnen de IND is op orde en voldoende
toegerust voor het uitvoeren van de EU pledge van 3.000 zaken tot en met oktober 2019.
Vraag 3
Wat is de planning voor hervestigingsmissies in 2019? Indien het quotum van 750 in
2018 niet gevuld is qua aankomsten en selecties, zijn er dan extra missies gepland
in 2019 teneinde de gemiste plaatsen in 2018 alsnog te vullen?
Antwoord 3
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 hanteert Nederland een meerjarig beleidskader
(2016–2019). Met de nieuwe balans in het regeerakkoord heeft het kabinet het lopende
meerjarig beleidskader (2016–2019) aangepast zoals aangegeven in het antwoord op vraag
1. Compensatie van het lagere aantal vluchtelingen dat in 2018 voor hervestiging is
geselecteerd is hierdoor niet aan de orde. In 2019 wordt beoogd om 500 zaken te selecteren.
Het aantal missies is gericht op het uitvoeren van dit aantal zaken.
In beginsel worden in 2019 ongeveer dezelfde missiebestemmingen bezocht als in 2018.
Het ligt in de planning om in het kader van het nationale quotum Jordanië, Egypte
en Niger te bezoeken voor hervestigingsmissies. De uiteindelijke planning en invulling
van de bestemmingen is -zoals gebruikelijk- mede afhankelijk van verschillende factoren,
waaronder de jaarlijkse UNHCR Projected Global Resettlement Needs, relevante ontwikkelingen in het Europese en multilaterale kader, het bredere nationale
migratiebeleid en ook de veiligheidssituatie en mogelijkheden van externe uitvoeringspartners
ter plekke.
Daarnaast zal Nederland ook in 2019 Syrische vluchtelingen hervestigen uit Turkije
op grond van de EU-Turkije Verklaring, welke inzet ik nader omschrijf in antwoord
op vraag 8.
Vraag 4
Wat is de oorzaak van de daling in het aantal hervestigingen vanuit Turkije van 1500
naar 540 (p. 24)?
Antwoord 4
Er is geconstateerd dat de cijfers inzake hervestiging in de Rapportage Vreemdelingenketen
over de eerste helft van 2018 niet correct zijn.4
In plaats van de genoemde 540, zijn er in de eerste helft van 2018 uit Turkije namelijk
190 vluchtelingen afkomstig uit Syrië op grond van de EU-Turkije verklaring hervestigd.
In totaal zijn er in 2018 730 vluchtelingen afkomstig uit Syrië uit Turkije op grond
van de EU-Turkije verklaring in Nederland hervestigd.5 In mijn brief aan uw Kamer begin oktober 20186 zijn wel correcte cijfers opgenomen evenals in de Asylum Trends waarin door de IND
maandelijks wordt gerapporteerd over onder meer het aantal hervestigingszaken.
Wat betreft de verschillen in het aantal in Nederland aangekomen hervestigde vluchtelingen
uit Turkije in de eerste helft van respectievelijk 2017 en 2018 kan het volgende worden
gezegd.
In de eerste plaats is sprake van verschillende toezeggingen in welk kader in 2017
en 2018 hervestiging uit Turkije is uitgevoerd.
In 2017 stond de hervestiging uit Turkije volledig in het teken van het zoveel mogelijk
invullen van de aan Nederland toebedeelde EU herplaatsingsreserve van ongeveer 3.100
plaatsen.7 Hiertoe zijn in 2017 in totaal 9 hervestigingsmissies uitgevoerd naar Turkije, waarbij
de geselecteerde vluchtelingen ongeveer twee tot drie maanden na selectie in Nederland
aankwamen.
Vanaf 1 januari 2018 voert Nederland de hervestiging uit Turkije uit in het kader
van het EU pledge programma ten behoeve van 50.000 hervestigingsplaatsen EU breed.
Het kabinet heeft in dat kader voor de periode 2018 tot en met oktober 2019 in totaal
1.750 plaatsen gereserveerd voor hervestiging op grond van Europese migratieafspraken,
in dit geval Turkije. De uitvoering hiervan is gestart per 1 januari 2018 en gebeurt
door middel van een grote hervestigingsmissie per kwartaal, waarbij de geselecteerde
vluchtelingen grofweg een kwartaal later in Nederland aankomen.
Naast het verschil in toezeggingskaders en toegezegde aantallen, draagt derhalve ook
het verschil in planning bij aan het door de leden geconstateerde verschil.
Vraag 5 en 6
Herinnert u zich de geannoteerde agenda voor de JBZ-raad op 7 en 8 december 2017 verstuurd
op 28 november 2017 waarbij u aangaf dat de Nederlandse pledge voor de gehele periode
2018 tot en met oktober 2019 neerkomt op 1.250 onder het nationaal beleidskader en
1.750 op grond van Europese migratieafspraken? Hoe staat het met de 1.750 op grond
van Europese migratieafspraken? Hoeveel hervestigingen van de 1.750 zijn op dit moment
geselecteerd en hoeveel zijn er tot nu toe aangekomen?
Hoeveel missies hebben er in 2018 plaatsgevonden naar Turkije in het kader van de
EU-Turkije verklaring?
Antwoord 5 en 6
Genoemde geannoteerde agenda en de Nederlandse pledge voor de periode 2018 tot en
met oktober 2019 zijn mij bekend.
In 2018 is ieder kwartaal een grote hervestigingsmissie uitgevoerd naar Turkije, derhalve
vier in totaal.
In 2018 zijn 730 hervestigde Syrische vluchtelingen uit Turkije in Nederland aangekomen.8 Dit betreft de vluchtelingen die zijn geselecteerd in de missies in het eerste en
tweede kwartaal. Een deel van de vluchtelingen die zijn geselecteerd in het derde
kwartaal en degenen die zijn geselecteerd in het vierde kwartaal van 2018 komen verspreid
in het eerste kwartaal van 2019 in Nederland aan. Deze aankomsten kan uw Kamer nagaan
in de Asylum Trends van de komende maanden.
Vraag 7
Welk percentage van de voordrachten vanuit UNHCR wordt afgewezen tijdens het selectieproces?
Zijn er nog geselecteerde vluchtelingen die zich terugtrekken na een positieve selectie
door Nederland? Zo ja, hoe hoog is dit percentage?
Antwoord 7
De door u gevraagde percentages zijn niet te genereren uit het datawarehouse (Metis)
van de IND omdat deze gegevens niet in het beslissysteem van de IND worden geregistreerd.
Dit betekent dat de door u gevraagde gegevens niet kunnen worden geleverd.
In het kader van de hervestiging uit Turkije heb ik uw Kamer naar aanleiding van vragen
in reactie op een artikel in de Volkskrant gemeld dat een percentage van ongeveer
20% dossiers dat door Nederland aan UNHCR wordt teruggeven, wordt herkend.9 Dat percentage betreft alle redenen die ten grondslag kunnen liggen aan het afwijzen
van een dossier, dus asiel gerelateerd (geloofwaardigheid, openbare orde, nationale
veiligheid, 1F Vluchtelingenverdrag et cetera) en gerelateerd aan het integratie-/vestigingsprofiel.
Daarnaast kan ook sprake zijn van afvallers door terugtrekking door betrokkenen zelf,
intrekking van het hervestigingsverzoek door UNHCR, no-show, of de hervestigingsvoordracht
voldoet niet aan het 1:1 kader en wordt vervolgens aan UNHCR teruggegeven.
Ook leidt het afvallen van één gezinslid ertoe dat het hele gezin niet wordt geaccepteerd
en soms ook tot het afvallen van aan het gezin gelinkte zaken van familieleden. Per
missie kan dit enorm verschillen.
Vraag 8
Hoeveel missies worden er in 2019 nog gepland in dit verband?
Antwoord 8
In 2019 zullen in ieder geval nog twee hervestigingsmissies naar Turkije worden
uitgevoerd gericht op het toegezegde aantal aankomsten van 1.750 Syrische vluchtelingen
uit Turkije voor 31 oktober 2019. Indien nodig om de toezegging gestand te doen, kan
een derde missie naar Turkije worden uitgevoerd.
Vraag 9
Wanneer wordt verwacht dat het beloofde aantal in dit verband is behaald?
Antwoord 9
In het kader van de EU pledge moeten betrokkenen uiterlijk 31 oktober 2019 in Nederland
zijn aangekomen, bestaande uit 1.250 aankomsten op grond van het nationaal beleidskader,
en 1.750 aankomsten in het kader van EU migratie afspraken met derde landen. De inzet
blijft er op gericht om, ook in de nieuwe situatie, de EU pledge zo veel mogelijk
te vervullen voor deze datum, al zijn we hier deels afhankelijk van eerder genoemde
uitdagingen qua planning, fluctuaties in voordrachten, en mogelijke tegenslagen in
uit te voeren missies.
Vraag 10
Deelt u de mening dat het van groot belang is dat Nederland zijn bijdrage blijft leveren
aan hervestiging van vluchtelingen? Welke andere stappen onderneemt u daar op dit
moment concreet voor?
Antwoord 10
Het bijdragen aan hervestiging is concreet onderdeel van de integrale migratieagenda
die dit kabinet uitvoert.
Naast de uitvoering van hervestiging als zodanig investeert Nederland in uitwisseling
van kennis en expertise in Europees en internationaal verband betreffende hervestiging.
Dit doet Nederland bijvoorbeeld door actieve deelname aan het AMIF project EU-FRANK
dat als doel heeft om de uitvoering van hervestigingsmissies te ondersteunen en vergemakkelijken.
Met het project worden lidstaten ondersteund bij (het opzetten van) hun hervestigingsproces,
inclusief het voorbereiden van vluchtelingen op hun komst naar Nederland en het managen
van verwachtingen door middel van culturele oriëntatietrainingen, op welk gebied COA
bijzondere expertise heeft opgebouwd.
Ook is Nederland actief betrokken bij de onderhandelingen inzake het voorstel van
de Europese Commissie voor een verordening voor de oprichting van een Europees hervestigingskader,
welke verordening er onder meer toe moet leiden dat meer lidstaten vluchtelingen gaan
hervestigen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.