Schriftelijke vragen : Het bericht ‘ZiN-Rapport over de mondgezondheid van kinderen biedt onvoldoende basis voor beleidskeuzen’
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «ZiN-Rapport over de mondgezondheid van kinderen biedt onvoldoende basis voor beleidskeuzen» (ingezonden 5 februari 2019).
Vraag 1
Kent u het persbericht van het Ivoren Kruis «ZiN-rapport over de mondgezondheid van
kinderen biedt onvoldoende basis voor beleidskeuzen»?1 Wat is uw reactie daarop?
Vraag 2
Wat is uw oordeel over het onderzoek «Kies voor tanden: hoofdmeting 2017» van het
TNO? Wat is uw reactie specifiek op de representativiteit van de onderzochte populatie
en de selectieve respons?
Vraag 3
Deelt u de mening van het Ivoren Kruis dat de insteek van het Zorginstituut Nederland
om haar mondzorgbeleid alleen te baseren op het rapport «Kies voor tanden: hoofdmeting
2017» van het TNO niet juist is omdat de onderzochte populatie niet representatief
is voor de Nederlandse kinderen? Zo nee, waarom deelt u deze mening van het Ivoren
Kruis niet?
Vraag 4
Vindt u het van belang dat in het onderzoek ook kinderen die geen mondzorgprofessional
bezoeken meegenomen worden? Zo nee, waarom vindt u dat niet van belang? Zo ja, bent
u van mening dat het mondzorgbeleid gebaseerd kan worden op een rapport waarin de
gegevens van zo’n belangrijke groep niet zijn meegenomen?
Vraag 5
Herinnert u zich uw antwoord op Kamervragen over het Signalement Mondzorg 2018 waarin
u onder andere stelt:«ten aanzien van 5-jarigen is de algemene conclusie in het rapport
dat de mondgezondheid van kinderen van 5 jaar ook tussen 2011 en 2017 is verbeterd»?2 Wetende dat de onderzochte populatie niet representatief is, doet u dat twijfelen
aan deze conclusie?
Vraag 6
Waarom zijn de beschikbare resultaten van mondzorgonderzoek uit Rotterdam en gegevens
van zorgverzekeraars over kinderen die nooit of onregelmatig een mondzorgprofessional
bezoeken niet betrokken bij het voorstel van het Zorginstituut Nederland? Hadden deze
gegevens volgens u betrokken moeten worden?
Vraag 7
Deelt u de mening van het Ivoren Kruis dat beleidsmakers niet mogen concluderen dat
het beter gaat met de mondgezondheid van vijfjarige kinderen in Nederland aangezien
er genoeg signalen en gegevens uit het werkveld zijn die het tegenovergestelde suggereren?
Zo nee, kunt u uw antwoord toelichten? Zo ja, wat betekent dit volgens u voor het
Signalement Mondzorg 2018 dat het Zorginstituut Nederland u heeft aangeboden? Bent
u van mening dat het Signalement herzien moet worden?
Vraag 8
Heeft u net als het Ivoren Kruis zorgen over de toegang tot de mondzorg van grote
delen van onze bevolking en de gevolgen daarvan voor de mondgezondheid van onze bevolking?
Zo nee, waarom deelt u de zorgen van het Ivoren Kruis niet?
Vraag 9
Herinnert u zich uw antwoord op Kamervragen over het Signalement Mondzorg 2018 waarin
u stelt dat het niet langer nodig is om de monitor Signalement Mondzorg uit te brengen
omdat het signalement bedoeld was om na de pakketwijziging uit 1995 te bezien of de
mondgezondheid van de jeugdigen door de pakketwijziging niet zou verslechteren en
dat deze pakketwijziging na 20 jaar voldoende geëvalueerd is? Deelt u de mening dat
het Signalement Mondzorg een breder doel diende, namelijk ook inzicht geven in de
stand van zaken met betrekking tot de mondgezondheid in Nederland? Deelt u vervolgens
de mening dat inzicht in de mondgezondheid in Nederland van groot belang is? Zo ja,
op welke wijze zet u de monitoring van de mondgezondheid in Nederland voort en hoe
gaat u er daarbij voor zorgen dat de monitoring leidt tot representatieve resultaten
waarop beleid goed kan worden gebaseerd?
Indieners
-
Gericht aan
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg -
Indiener
H.P.J. van Gerven, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.