Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ronnes en Van Dam over het bericht ‘De Nederlandsche Bank laat bewust leemte in toezicht op witwaswet’
Vragen van de leden Ronnes en Van Dam (beiden CDA) aan de Ministers van Financiën en van Justitie en Veiligheid over het bericht «De Nederlandsche Bank laat bewust leemte in toezicht op witwaswet» (ingezonden 17 december 2018).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 16 januari 2019).
Vraag 1
Herinnert u zich uw antwoorden op de Kamervragen over het bericht dat De Nederlandsche
Bank (DNB) bewust leemte laat in het toezicht?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u een verklaring voor de grote verschillen tussen banken ten aanzien van meldingen
van ongebruikelijke transacties in de afgelopen jaren?
Antwoord 2
Zoals in de bovengenoemde eerdere beantwoording is aangegeven zijn de aantallen meldingen
van ongebruikelijke transacties van de banken niet goed met elkaar te vergelijken.
Het aantal meldingen hangt samen met de verschillen tussen banken, onder meer wat
betreft de grootte van de bank, het type en aantal klanten, het type dienstverlening
en de internationale context waarin een bank zich beweegt.
Vraag 3
Hebben deze verschillen de DNB ertoe bewogen te controleren hoe de banken hun systeem
van meldingen van ongebruikelijke transacties hebben ingericht? Zijn er bevindingen
geweest op basis waarvan ook aan andere banken dan ING signalen zijn afgegeven dat
hun proces tekortkomingen laat zien en dat verbeteracties nodig zijn?
Antwoord 3
Banken zijn op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
(Wwft) verplicht om maatregelen te nemen om witwassen en terrorismefinanciering tegen
te gaan. Banken moeten onder andere cliëntenonderzoek verrichten en ongebruikelijke
transacties melden bij de FIU-Nederland. Als banken deze verplichtingen niet naleven
kan DNB handhavend optreden. Het Openbaar Ministerie kan zo nodig in een dergelijk
geval strafrechtelijk optreden.
In 2016 heeft DNB thematisch onderzoek gedaan naar post-event-transactiemonitoring
bij banken. Dit onderzoek heeft aangetoond dat de onderzochte banken hun transactiemonitoringsproces
onvoldoende op orde hebben om risico’s van witwassen en terrorismefinanciering te
beheersen. Naar aanleiding van deze bevindingen heeft DNB «Post-event transactiemonitoringsproces»
guidance gepubliceerd om banken meer informatie en houvast te bieden over hoe zij
het transactiemonitoringsproces op een adequate en effectieve manier kunnen vormgeven.
In 2018 heeft DNB thematisch onderzoek gedaan naar de beheersing van het risico op
terrorismefinanciering bij verschillende financiële instellingen. DNB heeft daarbij
specifiek gekeken naar de werking van het transactiemonitoringsproces ter voorkoming
van terrorismefinanciering. De eerste bevindingen van dit nog lopende onderzoek laten
zien dat het transactiemonitoringsproces bij de onderzochte financiële instellingen
kan worden verbeterd. In het algemeen is geconstateerd dat de onderzochte instellingen:
– niet altijd adequaat onderzoek verrichten bij de acceptatie van een cliënt, waardoor
een goede risicoanalyse van de cliënt ontbreekt;
– te weinig (of te laat) de vraag stellen of het gebruik van de dienstverlening voldoet
aan de verwachting die de instelling bij acceptatie had van de cliënt;
– niet altijd de hen ter beschikking staande transactiemonitoringssystemen ten volle
benutten.
Als sprake is van wettelijke overtredingen zal DNB interventies plegen met zo nodig
gebruik van formele maatregelen.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de enorme stijging van het aantal meldingen bij ING in 2017 naar
aanleiding van het invoeren van een nieuw transactiemonitoringssysteem bij deze bank
en het onveranderde aantal meldingen bij de overige banken? Noopt dit tot controle
op de transactiemonitoringssystemen van de overige banken?
Antwoord 4
Zoals ik in de bovengenoemde beantwoording heb aangegeven, is naar aanleiding van
de grote stijging van het aantal meldingen in 2017 aan ING een toelichting gevraagd.
ING gaf aan dat de stijging deels verband houdt met het opnieuw inrichten van het
transactiemonitoringssysteem, hetgeen tot meer alerts en meldingen heeft geleid, en
deels met het feit dat ING in 2017 is gestart met het herbeoordelen van alerts en
meldingen in de jaren voor 2017. Dat laatste betreft meldingen die in eerdere jaren
hadden moeten plaatsvinden, maar nu in het jaar 2017 hebben plaatsgevonden. Zoals
in antwoord op vraag 2 is aangegeven, zijn de meldingen van de verschillende instellingen
niet goed met elkaar te vergelijken vanwege de specifieke diensten, cliënten en transacties
van de instelling. De stijging zegt dan ook vooral iets over de transactiemonitoring
bij ING zelf.
DNB houdt doorlopend risicogebaseerd Wwft-toezicht op banken, met inbegrip van de
effectiviteit van de transactiemonitoring. Aan de hand van instellingspecifiek en
thematisch onderzoek ter plaatse beoordeelt DNB de kwaliteit van de naleving van de
Wwft en treedt zij waar nodig handhavend op. Bij de beantwoording van vraag 3 is ter
illustratie toelichting gegeven op twee thematische onderzoeken uitgevoerd door DNB,
waarbij nadrukkelijk de effectiviteit van het transactiemonitoringproces van financiële
instellingen is onderzocht ter detectie en beheersing van risico’s op betrokkenheid
bij witwassen en terrorismefinanciering.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.