Brief regering : Uitwerking regeling Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) voor energie-intensieve mkb-bedrijven
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 528
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2022
Hierbij informeer ik uw Kamer over de verdere uitwerking van de subsidieregeling Tegemoetkoming
Energiekosten (TEK) voor energie-intensieve mkb-bedrijven. In deze brief ga ik in
op de aangenomen motie van de leden Erkens en Grinwis om de regeling zo snel mogelijk
in te laten gaan door gebruik te maken van historische en/of modelmatige gegevens
(Kamerstuk 36 200, nr. 138). Aangezien er op dit moment nog belangrijke onderdelen van de TEK nader worden uitgewerkt,
moet deze brief worden gezien als een beschrijving op hoofdlijnen.
In deze brief zet ik het volgende uiteen:
i. Consequenties van het gebruik van modelmatige gegevens
ii. Doelgroep en randvoorwaarden
iii. Berekening van het energie-intensiteitspercentage
iv. Processtappen van de Tegemoetkoming Energiekosten
v. Uitvoering door RVO
vi. Beleidskeuzes uitgelegd
vii. Vervolgproces na deze Kamerbrief
i. Consequenties van het gebruik van modelmatige gegevens
Conform de strekking van de Kamermotie wordt ingezet om de TEK-regeling zo snel mogelijk
van kracht te kunnen laten gaan. Hiertoe wordt er gebruikgemaakt van een modelmatige
aanpak, waarbij het verbruik van de ondernemer niet op basis van daadwerkelijke gebruik
en actuele prijs berekend wordt, maar geschat wordt op basis van historische gegevens
en een gemodelleerde prijs. Dit heeft tot gevolg dat de TEK-regeling sneller open
kan voor aanvragen van mkb-ondernemers. Daarnaast heeft uitgaan van een gemodelleerde
prijs als consequentie dat dit kan afwijken van de werkelijke prijs die een mkb-er
betaalt. Maar dit geeft wel sneller duidelijkheid aan ondernemers over de tegemoetkoming
die zij zullen ontvangen. Daarnaast zullen er minder administratieve lasten zijn bij
zowel de ondernemer als voor de uitvoerder van deze regeling, Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO), omdat niet met facturen gewerkt hoeft te worden.
ii. Doelgroep en randvoorwaarden
Om in aanmerking te komen voor de TEK-regeling moet een ondernemer aan de volgende
eisen voldoen:
• De MKB-ondernemer voldoet aan de Europese mkb-definitie;1
• De MKB-ondernemer is in Nederland gevestigd en staat ingeschreven bij het Handelsregister
• Het betreft een MKB-ondernemer met een minimale energie-intensiteit van 7%.
Er is, conform mijn toezegging aan uw Kamer in het debat over het prijsplafond, geen
sprake meer van een minimale energieverbruiksdrempel. Uw Kamercommissie vraag naar
datacenter bij brief d.d. 1 december 2022. Ik kan u melden dat voor zover datacenters
door ondernemers worden geëxploiteerd die onder de mkb-definitie vallen, maken zij
volgens de overige voorwaarden van de TEK regeling aanspraak op een tegemoetkoming
voor hoge energiekosten.
iii. Berekening van het energie-intensiteitspercentage
De ondernemer voldoet aan de energie-intensiteitseis als de energiekosten (uitgedrukt
in het verwachte standaardverbruik of afname en de modelprijs) overeenkomen met minimaal
7% van de omzet. Om te bepalen of bedrijven aan de energie-intensiteitseis voldoen,
wordt hier op voorhand op getoetst. Dit wordt als volgt berekend:
Standaard jaarverbruik/afname
Het gas- en elektraverbruik wordt mede bepaald aan de hand van het standaard jaarverbruik gas in m3 en de standaard jaarafname elektriciteit in kWh. Dit zijn nauwkeurige prognoses van de netbeheerder voor het
verbruik van de komende 12 maanden, gebaseerd op basis van historisch verbruik en
verschillende projectiefactoren. De peildatum voor deze gegevens is 1 januari 2023.
Deze gegevens worden opgevraagd bij de netbeheerders.
Modelprijs 2022
Er wordt gerekend met een modelprijs voor 2022 voor gas en elektriciteit. Dit is het
gemiddelde van het vierde kwartaal van 2022 van de door het Centraal Bureau voor de
Statistiek (CBS) gepubliceerde gas- en elektraprijzen voor consumenten exclusief BTW
en inclusief EB en ODE. De modelprijs wordt in januari bekendgemaakt2.
Jaaromzet
De omzet wordt bepaald aan de hand van omzetgegevens over het jaar 2022. Voor de meeste
bedrijven geldt dat deze gegevens uiterlijk 31 januari 2023 beschikbaar zijn.
iv. Processtappen van de subsidieregeling Tegemoetkoming Energiekosten
De subsidieperiode loopt van 1 november 2022 tot en met 31 december 2023. De tegemoetkoming
kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd. Als er aan de toegangscriteria is
voldaan, kan de subsidieverstrekking worden aangevraagd, waarbij achtereenvolgens
de stappen aanvraag, verlening, bevoorschotting en vaststelling plaatsvinden. Hieronder beschrijf ik de stappen in de subsidieverlening per fase.
Aanvraag
RVO voert de subsidieregeling uit. De subsidieaanvraag wordt door ondernemers gedaan
in een digitaal loket van RVO. Vanaf het eerste kwartaal 2023 kan een aanvraag worden
ingediend. De precieze datum van openstelling wordt zo snel mogelijk bekend gemaakt.
De ondernemer dient één aanvraag in voor de periode van november 2022 tot en met december
2023. De aanvraag bevat ten minste gegevens over de aanvrager, de gas-/elektriciteitsaansluitingen
(EAN-nummers) van de aanvrager en de omzet over 2022. Op een aanvraag voor subsidieverlening
streeft RVO binnen acht weken na ontvangst een besluit te nemen.
In de aanvraagfase wordt een besluit genomen over de toekenning van de subsidie en
de uitbetaling van een voorschot op basis van het op dat moment verwachte verbruik
van de ondernemer en de maximale vastgestelde compensatie. Een ondernemer kan tot
zes weken na het besluit bezwaar aantekenen bij de RVO.
Verlening
Bij de verlening is sprake van een voorwaardelijk subsidiebedrag aangezien pas na
afloop van de regeling duidelijk is wat de prijs gedurende de subsidieperiode was.
Voor de berekening wordt in de rekenformule het standaard jaarverbruik/jaarafname
gebruikt in combinatie met een verwijzing naar de modelprijzen van 2023. Over de energiekosten
boven de drempelprijs wordt 50% subsidie verleend. Dit bedrag is exclusief BTW. Tevens
wordt een bedrag in de subsidieverleningsbeschikking opgenomen wat de aanvrager maximaal
kan krijgen. Hiervoor wordt de maximaal te vergoeden prijs van € 2,00 (€ 3,19–€ 1,19)
per m3 gas en € 0,60 (€ 0,95–€ 0,35) per kWh elektriciteit gebruikt in combinatie met de
SJA en SJV. Ook voor dit bedrag geldt dat 50% als subsidiabele kosten worden aangemerkt.
Het verbruik dat valt onder het prijsplafond voor kleinverbruikers wordt in mindering
gebracht op het standaardjaarverbruik. Hiermee wordt voorkomen dat ondernemers voor
een deel van het verbruik tweemaal worden gecompenseerd. Omdat ook subsidie wordt
verleend over de maanden november en december 2022 worden de subsidiabele kosten vermenigvuldigd
met 14/12.
Bevoorschotting
De ondernemer ontvangt direct na de beslissing tot verlening een voorschot van 60%
van de maximale subsidie. Met dit voorschot worden ondernemers zo snel mogelijk van
liquiditeit voorzien en wordt tegelijkertijd voorkomen dat er achteraf betalingsproblemen
komen door terugvorderingen. Nadat een besluit is genomen, staat de subsidie na ongeveer
vijf werkdagen op de rekening van de ondernemer.
Vaststelling
Tijdens de vaststelling wordt de definitieve hoogte van de subsidie bepaald. Hiervoor
wordt het standaard jaarverbruik/afname gebruikt met peildatum 1 januari 2023 en wordt
er een nieuwe modelprijs (modelprijs 2023) berekend aan de hand van de gemiddelde
gas- en elektraprijs in 2023 van de gegevens van het CBS. Als er sprake is van een
te laag uitgekeerd subsidiebedrag bij het voorschot dan wordt dat bijbetaald en te
veel betaalde gelden worden teruggevorderd.
v. Uitvoering door RVO
RVO streeft naar een snelle en rechtmatige afhandeling van de subsidieaanvragen. Hiervoor
ontwikkelt RVO een website met advies om ondernemers te helpen de juiste bewijsstukken
te verzamelen en te oefenen met het indienen van een digitale aanvraag. Binnen de
TEK-regeling moet een groot aantal aanvragen in korte tijd worden verwerkt. Er is
daarom gekozen voor een grotendeels geautomatiseerde uitvoering. Hiervoor richt RVO
een ICT-omgeving in waarin aanvragen automatisch kunnen worden behandeld. Daarnaast
kost het tijd om automatische gegevensuitwisselingen met verschillende externe partijen
op te zetten (onder andere netbeheerders en energieleveranciers).
vi. Beleidskeuzes uitgelegd
Op grond van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016 is verplicht om beleidsvoorstellen
met budgettair beslag van meer dan € 20 miljoen per jaar in een tabel toe te lichten.
Voor de Tegemoetkoming energiekosten is dit als volgt:
Beleidskeuzes uitgelegd
Onderbouwing doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie (CW 3.1)
1. Doel(en)
Het doel van de regeling is om energie-intensieve mkb-bedrijven te helpen bij de gestegen
energiekosten, zodat zij ruimte krijgen om zich aan te passen
2. Beleidsinstrument(en)
Er is gekozen voor een subsidieregeling waarbij ondernemers een deel van de gestegen
energiekosten vergoed krijgen. Op deze manier kunnen ondernemers in nood van financiële
ondersteuning worden voorzien.
3. A. Financiële gevolgen voor het Rijk
De uitgaven voor de TEK-regeling worden globaal geraamd op € 1,4 miljard. Dit is een
correctie met de brief van 9 november 2002. Dit komt door het aftrekken van het verbruik
van het prijsplafond voor gas en elektriciteit. In de raming wordt uitgegaan dat ongeveer
80% van de TEK-aanvragers een kleinverbruikersaansluiting heeft. De aangepaste raming
zal in de voorjaarsnota worden meegenomen.
B. Financiële gevolgen voor maatschappelijke sectoren
Niet van toepassing
4. Nagestreefde doeltreffendheid
Met de TEK neemt de overheid een deel van de gestegen energiekosten van het energie-intensieve
mkb over. Naar schatting worden 62.000 bedrijven hiermee geholpen.
De TEK-regeling dient nadrukkelijk als een tijdelijke tegemoetkoming tot eind 2023
en biedt gerichte steun aan het mkb én zorgt dat het blijft lonen om aanpassingen
te doen. Het lijkt onwaarschijnlijk dat de energieprijzen op korte termijn zullen
terugvallen naar de lage niveaus van ruim een jaar geleden. Het CPB heeft eerder geconcludeerd
dat te lang aanhoudende steun economische dynamiek een halt toeroept en het verdienvermogen
van Nederland schaadt. Met behulp van deze tegemoetkoming krijgt het energie-intensieve
mkb meer lucht om haar bedrijfsmodel toekomstbestendig te maken. De steun is van toepassing
op de periode 1 november 2022 tot en met 31 december 2023. Wanneer ook na 2023 energieprijzen
op een verhoogd niveau blijven, betekent dit niet dat deze regeling verlengd zal worden.
5. Nagestreefde doelmatigheid
De TEK-regeling stelt meerdere voorwaarden aan de ondernemingen die aanvraag met als
doel deze zo gericht mogelijk te maken.
Deze voorwaarden zijn:
a) Het mkb bedrijf voldoet aan de Europese mkb-definitie.1
b) Het mkb bedrijf is in Nederland gevestigd en staat ingeschreven bij het Handelsregister.
c) Het betreft een energie-intensief mkb bedrijf waarbij minimaal 7% van de omzet
bestaat uit energiekosten.2
d) 50% van de extra kosten worden door de overheid vergoed.
e) Maximaal € 160.000 van de kosten worden vergoed.
Daarmee betreft het een gerichte regeling voor ongeveer 62.000 ondernemingen. Daarnaast
zal de steun van toepassing zijn over de periode 1 november 2022 tot en met 31 december
2023.
Dit maakt dat de steun voor een beperkte periode beschikbaar is.
6. Evaluatieparagraaf
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland zal een monitoringsprogramma uitvoeren voor
de regeling. De regeling wordt na beeindiging ervan geevalueerd.
X Noot
1
Volgens de EU-definitie heeft een mkb-onderneming minder dan 250 werknemers en bedraagt
de jaaromzet minder dan € 50 miljoen en/of is het balanstotaal minder dan € 43 miljoen
euro. De onderneming is zelfstandig en de voornoemde criteria zijn van toepassing
op de totale onderneming inclusief partnerondernemingen en verbonden ondernemingen.
X Noot
2
We gaan hierbij uit van het jaar 2022.
vii. Vervolgproces na deze Kamerbrief
Winstcriterium
Zoals in de Kamerbrief van 14 oktober jl. aangegeven (Kamerstuk 32 637, nr. 507), bekijkt het kabinet of er voorwaarden gesteld kunnen worden aan de TEK op basis
van bijvoorbeeld omzetgroei of winstgevendheid. Dit om ervoor te zorgen dat de steun
zo gericht mogelijk gegeven kan worden aan bedrijven die het nodig hebben.
Opstellen definitieve regeling inclusief toelichting
Er is een concept van de regeling opgesteld. Zodra alle openstaande punten zijn geadresseerd
kan de regeling worden gefinaliseerd. Op dat moment kan gestart worden met het voorleggen
aan ATR, Raad voor de Rechtspraak en de Europese Commissie. Deze stappen kunnen parallel
lopen.
Adviescollege toetsing regeldruk (ATR)
Wetgeving met gevolgen voor regeldruk voor bedrijven moeten aan het Adviescollege
toetsing regeldruk (ATR) worden voorgelegd. ATR zal over de regeldruk van de regeling
advies uitbrengen als de regeling significante gevolgen heeft voor de regeldruk van
bedrijven. De regeling kan aan ATR worden voorgelegd zodra deze zich in de afrondende
fase bevindt. ATR heeft een termijn van vier weken vanaf het moment van de aanvraag
om een advies uit te brengen. Heeft de regeling geringe regeldruk tot gevolg dan wordt
de aanvraag ambtelijk afgehandeld en wordt de termijn van vier weken flink verkort.
Adviesaanvraag Raad voor de Rechtspraak
Om te voorkomen dat uit de regeling veel rechterlijke procedures voortkomen heeft
de Raad voor de Rechtspraak verzocht om naar de regeling te mogen kijken en hierover
advies uit te brengen. Dit betekent dat we een vergevorderd concept van de regeling
moeten voorleggen voor advies. Dit zal ongeveer 4 weken in beslag nemen. Dit kan langer
zijn als de regeling n.a.v. het advies van de Raad moet worden aangepast.
Pre-notificatie en notificatie Europese Commissie.
De regeling valt onder het Tijdelijk crisiskader van de EC. Deze regeling zal dan
ook moeten worden voorgelegd bij de EC. De EC moet de regeling eerst hebben goedgekeurd
alvorens de regeling kan worden vastgesteld. In de week van 12 december zal er worden
gelegd met de EC en zal de regeling schriftelijk worden toegelicht. Dit zal de formele
notificatieprocedure bespoedigen. De formele notificatieprocedure kan gestart worden
zodra de regeling zich in de afrondende fase bevindt.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.