Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake de evaluatie subsidieregeling kanker en werkzoekenden (Kamerstuk 29544-1083)
2021D50081 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties
de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de op 23 november 2021 ontvangen brief inzake
de evaluatie subsidieregeling kanker en werkzoekenden (Kamerstuk 29 544, nr. 1083).
De fungerend voorzitter van de commissie, Peters
De adjunct-griffier van de commissie, Van den Broek
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
3
II
Antwoord/Reactie van de Staatssecretaris
5
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de evaluatie subsidieregelingen
kanker en werkzoekenden. Deze leden herkennen de constatering dat het voor mensen
na een periode van ziekte erg lastig kan zijn om weer «gewoon» aan het werk te komen.
Deze leden zijn blij met de aandacht hiervoor en de zoektocht naar effectieve en doelmatige
oplossingen en initiatieven. Werk is immers zoveel meer dan een inkomen, het biedt namelijk
ook structuur, sociale verbinding en zingeving. Dat geldt voor iedereen, ook voor
mensen met een chronische ziekte. Deze leden hebben enkele vragen naar aanleiding
van de evaluatie.
De leden van de VVD-fractie onderschrijven het belang van maatwerk in de begeleiding
tijdens of naar werk. Zij vinden het goed dat wordt gekeken naar mogelijkheden om
maatwerk te kunnen leveren. Deze leden vinden dat in deze evaluatie een «nulmeting»
ontbreekt, c.q. een overzicht van eerder opgedane ervaringen en resultaten van re-integratie
van (ex-)kankerpatiënten door bijvoorbeeld Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
(UWV), arbeidsdeskundigen, etc. Wat is bijvoorbeeld de arbeidsparticipatie van kankerpatiënten
en mensen die genezen zijn van kanker? Is er onderzoek beschikbaar naar wat de belemmerende
factoren zijn in de re-integratie van deze groep werkenden en werkzoekenden? Wat vindt
de Staatssecretaris zelf dat als eerste aangepakt moet worden? De resultaten van de
enkele tientallen voorbeelden uit de brief zijn weliswaar interessant, maar bieden
een te beperkte blik op de toch al langer bestaande problematiek en oplossingen. De
Staatssecretaris geeft aan dat het UWV de mogelijkheid heeft om een gespecialiseerd
re-integratiebureau in te schakelen in samenspraak met een zieke werknemer. Kan de Staatssecretaris
aangeven hoe vaak van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt en of er verschillen
te zien zijn tussen de re-integratietrajecten waarbij wel of geen gespecialiseerd
re-integratiebureau wordt ingezet? Deze leden zien deze verschillen graag inzichtelijk
in kaart gebracht.
De leden van de VVD-fractie constateren dat de Staatssecretaris in de brief ook aangeeft
voornemens te zijn de klinische arbeidsgeneeskundige in meer ziekenhuizen een integraal
onderdeel te laten uitmaken van de reguliere oncologische zorg. Deze leden vinden
dit een sympathiek voornemen en zijn benieuwd naar wat de concrete doelstelling is,
hoe het traject eruitziet en met welk budget dit voornemen wordt gestart. Is de Staatssecretaris
het met deze leden eens dat dit, gezien de grote vraag naar professionals op het gebied
van arbeidsgeneeskunde, zoals bedrijfsartsen, problemen elders in het domein van re-integratie
kan opleveren? Hoe kan de Staatssecretaris voorkomen dat nieuwe initiatieven leiden
tot grotere druk en toenemende keuringsachterstanden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met grote belangstelling kennisgenomen van de brief
over de evaluatie subsidieregeling kanker en werkzoekenden en hebben daarover nog
enkele vragen.
De leden van de D66-fractie constateren dat de looptijd vrij kort was om de opbrengsten
goed in beeld te brengen. Denkt de Staatssecretaris dat een langere looptijd had geholpen
en is een jaar voldoende om bij deze ziektetrajecten de opbrengsten goed in beeld
te krijgen, zo vragen deze leden.
De leden van de D66-fractie constateren dat er vijf projecten subsidie hebben gekregen.
Bij welk van de vijf projecten heeft de Staatssecretaris zodanig waardering dat de
subsidie voortgezet zou moeten worden, zo vragen deze leden. Deze leden vragen zich
ook af of er mogelijk andere financieringsstromen zijn om deze projecten voort te
zetten.
Ten slotte constateren de leden van de D66-fractie, in de woorden van de Staatssecretaris,
dat UWV geen specifiek re-integratiebeleid voert ten aanzien van (ex-)kankerpatiënten.
Deze leden vragen zich af hoe de Staatssecretaris aankijkt tegen de huidige aanpak,
waarbij op incidentele basis een gespecialiseerd re-integratiebureau wordt ingeschakeld.
Is een systematischere aanpak vanuit het UWV wenselijk en uitvoerbaar, bijvoorbeeld
door middel van best practices, zo vragen deze leden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de evaluatie subsidieregeling
kanker en werkzoekenden. Deze leden hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de Staatssecretaris in zijn brief aan
de Kamer schrijft dat «veel kankerpatiënten hun baan verliezen en moeite hebben om
nieuw werk te vinden als ze zijn genezen». Zijn hier cijfers over bekend, vragen deze
leden zich af. Hoeveel kankerpatiënten raken werkloos en komen na genezing niet meer
aan de slag?
De leden van de CDA-fractie constateren dat in 2019 vijf projecten subsidie uit de
subsidieregeling Kanker en Werkzoekenden kregen. Zo lezen deze leden: wetenschappelijk
onderzoek naar Adolescent & Young Adults (AYA’s) met of na kanker, «Werk als medicijn»,
het (door)ontwikkelen van de matchingtool Talent Connector, en «Arbeidsparticipatie
als behandeldoel: AYA naar werk». Kan de Staatssecretaris aangeven voor welke andere
projecten wel een aanvraag is gedaan, maar geen subsidie is verstrekt? En met welke
reden(en)?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Staatssecretaris onder het wetenschappelijk
onderzoek naar AYA’s schrijft over de waardering voor Emma at Work, ter ondersteuning
van jongeren met een fysieke aandoening naar een zelfstandige toekomst, en Stichting
Tegenkracht, die kankerpatiënten sportbegeleiding op maat biedt. Deze leden zijn benieuwd
of een volledig(er) overzicht van initiatieven als Emma at Work en Stichting Tegenkracht
bestaat, zodat zij zich een beeld kunnen vormen van het huidige «aanbod» van ondersteuning
voor (ex)kankerpatiënten.
De leden van de CDA-fractie constateren dat om de effecten op het werkvermogen, vermoeidheid,
gezondheidstoestand en zelfvertrouwen van AYA’s met of na kanker te kunnen meten,
naar schatting een jaar extra tijd nodig is in de ondersteuning en evaluatie. Voorziet
de toegekende subsidie hierin, zodat het onderzoek kan worden voltooid, vragen deze
leden de Staatssecretaris.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de deelnemers aan de pilots uit het project
«Werk als medicijn» een re-integratietraject op maat volgden, met individueel advies
van een bedrijfsartsconsulent oncologie. Het komt deze leden voor dat bij de re-integratie
van (ex)kankerpatiënten maatwerk sowieso essentieel is. Wat zou nodig zijn om een
project als «Werk als medicijn» op grotere schaal uit te rollen?
De leden van de CDA-fractie constateren dat de matchingtool Talent Connector werkzoekenden,
hersteld van kanker, verbindt met werkgevers die hebben aangegeven open te staan voor
deze groep sollicitanten. Kan de Staatssecretaris duidelijk maken hoeveel werkgevers
hierbij zijn aangesloten? En wat voor bedrijven betreft dit? Is dit platform voldoende
bekend bij werkgevers en werkzoekenden hersteld van kanker dan wel bij partijen als
UWV/Regionale mobiliteitsteams (RMT’s) die werkzoekenden helpen? Als gevolg van de
coronacrisis is de lancering van de matchingtool uitgesteld en is vooralsnog niet
bekend hoeveel werkzoekenden een baan hebben gevonden via Talent Connector. Gaat dit
nog wel worden gemonitord, willen deze leden van de Staatssecretaris weten.
De leden van de CDA-fractie lezen dat een van de bevindingen uit het «Arbeidsparticipatie
als behandeldoel: AYA naar werk» is dat «de gekozen doelgroep zonder dit project geen
hulp zou hebben gekregen bij de terugkeer naar werk, aangezien de geboden hulp niet
wordt vergoed uit de Zorgverzekeringswet, door werkgevers, of door het UWV». Deze
leden vinden dit een belangrijke constatering. Hoe kijkt de Staatssecretaris hiernaar?
Ziet hij aanleiding hier vervolgstappen aan te verbinden? Waarom wel/niet?
De leden van de CDA-fractie lezen over de vijf gesubsidieerde projecten en deze leden
vragen zich af of het klopt dat de focus van deze projecten lag/ligt op de begeleiding
van Adolescent & Young Adults (AYA’s). In hoeverre is ook gekeken naar de re-integratie
van (ex)kankerpatiënten uit andere leeftijdsgroepen?
De leden van de CDA-fractie constateren dat de Staatssecretaris samen met het Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in overleg is met de beroepsverenigingen
van de klinisch arbeidsgeneeskundigen en de bedrijfsartsen over «hoe de klinisch arbeidsgeneeskundige
zorg in meer ziekenhuizen een integraal onderdeel kan worden van de reguliere oncologische
zorg en hoe deze zorg passend kan worden gefinancierd». Wanneer wordt de Kamer hierover
verder geïnformeerd?
De leden van de CDA-fractie constateren dat de Staatssecretaris verderop in zijn brief
vermeldt dat het UWV geen specifiek re-integratiebeleid voert om mensen in de Ziektewet
en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) met bepaalde ziektebeelden, zoals
kanker, te begeleiden en te re-integreren, maar wel gespecialiseerde re-integratiebureaus
kan inschakelen om maatwerk te leveren. Is de indruk van de Staatssecretaris dat deze
«route» naar passend werk voor (ex)kankerpatiënten thans optimaal wordt benut? Kan
hij dit motiveren? In hoeverre blijven (ex)kankerpatiënten langs de kant staan, omdat
zij niet tijdig de juiste hulp en begeleiding krijgen?
De leden van de CDA-fractie constateren dat de branchevereniging Algemene Bond Uitzendondernemingen
(ABU) zegt in de communicatie en in de trainingen voor haar leden regelmatig aandacht
te besteden aan de re-integratie van (ex)kankerpatiënten, om zo de bewustwording bij
uitzendwerkgevers te vergroten. Is bekend in hoeverre dit er in de praktijk ook daadwerkelijk
toe leidt dat meer (ex)kankerpatienten aan het werk komen bij uitzendwerkgevers? Wil
de Staatssecretaris hierover gegevens opvragen bij de ABU? En welke informatie is
bekend over zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) gediagnosticeerd met kanker?
In welke mate slagen deze zzp’ers erin na genezing terug te keren op de arbeidsmarkt?
Kan de Staatssecretaris dit nagaan bij bijvoorbeeld zzp-organisaties of hier aanvullend
onderzoek naar laten doen?
De leden van de CDA-fractie constateren dat de Staatssecretaris naar aanleiding van
subsidieregeling kanker en werkzoekenden concludeert dat «de projecten zonder deze
eenmalige subsidieregeling niet tot stand zijn gekomen» en «dat het aannemelijk is
dat de activiteiten een bijdrage hebben geleverd aan het bevorderen van de arbeidsparticipatie
van mensen die kanker hebben of hebben gehad». Hoe denkt de Staatssecretaris, naast
het incidenteel ondersteunen van afzonderlijke projecten en initiatieven, over meer
generieke instrumenten om de arbeidsparticipatie van (ex)kankerpatiënten te bevorderen,
bijvoorbeeld via financiële/fiscale prikkels of beschikbare informatie en goede voorbeeldinstrumenten?
Is al eens onderzoek naar gedaan naar de effectiviteit van dergelijke maatregelen?
Indien niet, is de Staatssecretaris bereid dit te initiëren? Wat doen andere landen
om de re-integratie van (ex)kankerpatiënten op de arbeidsmarkt te bevorderen? Zou
Nederland daar nog lessen uit kunnen trekken?
II Antwoord/reactie van de Staatssecretaris
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
E.E. van den Broek, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.