Nota van wijziging (initiatiefvoorstel) : Tweede nota van wijziging
35 049 Voorstel van wet van het lid Van Meenen tot wijziging van de Wet kinderopvang teneinde te bevorderen dat ouders kunnen kiezen tussen kindercentra die wel of niet kinderen toelaten die niet deelnemen aan het rijksvaccinatieprogramma
Nr. 14
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 10 februari 2020
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I wordt voor de punt aan het slot van het voorgestelde artikel 1.49a, eerste
lid, ingevoegd «, voor zover medische redenen daaraan niet aantoonbaar in de weg staan».
B
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IA
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt binnen twee jaar na de inwerkingtreding
van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten
van deze wet in de praktijk.
Toelichting
Onderdeel A
Deze wijziging leidt ertoe dat houders van kindercentra het toelatingsbeleid waarop
het eerste lid van artikel 1.49a ziet, niet kunnen hanteren als grond om kinderen
te weigeren die om medische redenen geen deel kunnen nemen aan het Rijksvaccinatieprogramma.
Dergelijke redenen doen zich overigens erg weinig voor. Daarom zal deze uitzondering
hoogst zelden invloed hebben op de veiligheid in het betrokken kindercentrum.
Onderdeel B
De toevoeging komt tegemoet aan de behoefte om betrekkelijk snel na de inwerkingtreding
van de wet de doeltreffendheid en de gevolgen ervan te evalueren. Daaronder vallen
zowel de mate van verwerkelijking van de doelstellingen en de neveneffecten als de
evenredigheid, subsidiariteit, uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid, afstemming op andere
regelingen, eenvoud, duidelijkheid en toegankelijkheid.
Van Meenen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. van Meenen, Tweede Kamerlid