Brief regering : Geannoteerde agenda Milieuraad d.d. 27 maart 2025 te Brussel
21 501-08 Milieuraad
Nr. 975
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN VAN DE MINISTER
VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 maart 2025
Hierbij doen wij u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
en de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, de geannoteerde
agenda van de Milieuraad van 27 maart toekomen. Het kabinet is voornemens deel te
nemen aan deze Milieuraad. De inhoud van deze geannoteerde agenda geeft de meest recente
stand van zaken weer.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Ch.A. Jansen
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
I. GEANNOTEERDE AGENDA MILIEURAAD
Tijdens de Milieuraad in Brussel op 27 maart 2025 staan er vooralsnog vier items op
de agenda: een gedachtewisseling over de milieuaspecten van de Clean Industrial Deal
en een gedachtewisseling over mondiaal milieubeleid. Onder diversenpunten staat een
terugkoppeling van de 16e Conferentie van Partijen van het VN-biodiversiteitsverdrag (CBD COP16) geagendeerd,
alsook een presentatie over de milieugevolgen van de Russische agressie in Oekraïne.
Milieuaspecten van de Clean Industrial Deal
Op 26 februari jl. heeft de Europese Commissie de Clean Industrial Deal (CID) gepubliceerd.1 De CID-mededeling schetst in grote lijnen wat de Commissie de komende jaren wil bewerkstelligen
om de Europese industrie en haar concurrentievermogen te verbeteren en tegelijkertijd
op één lijn te brengen met de EU’s klimaat- en milieudoelstellingen. Op het moment
van schrijven wordt er nog een kabinetsappreciatie opgesteld voor de CID via het reguliere
BNC-proces. De Kamer zal via de gebruikelijke termijnen worden geïnformeerd over de
kabinetspositie op de CID met een BNC-fiche. De bespreking in de Milieuraad, onder
Pools EU-voorzitterschap, richt zich op de milieuaspecten van de CID. De CID zal ook
in andere Raadsformaties worden besproken.
Inzet Nederland
Het kabinet zal aangeven dat er nog geen formele positie is vooruitlopend op het BNC-fiche.
Gezien de waarde van de bespreking zal het kabinet wel deelnemen aan de discussie.
Het kabinet zal aangeven de CID te verwelkomen en de meerwaarde te zien van een overkoepelende
groeistrategie die de ambities op het gebied van concurrentievermogen, weerbaarheid
en verduurzaming samenbrengt. Zo kan de CID bijdragen aan het oplossen van knelpunten
in de uitvoering en versnelling van de transitie. Dit is belangrijk om invulling te
kunnen geven aan de Europese klimaatdoelen.
In de CID is circulaire economie een prioriteit, omdat duurzame productiewijzen en
consumptiepatronen de Europese strategische onafhankelijkheid vergroten, het Europees
concurrentievermogen versterken, de klimaatopgave en een schone leefomgeving ondersteunen
en leiden tot innovatieve oplossingen. Met het oog op de internationale concurrentiepositie
van het bedrijfsleven en een gelijk speelveld, geeft het Kabinet de voorkeur aan de
ontwikkeling van Europese wet- en regelgeving. De impact, reikwijdte en haalbaarheid
van maatregelen is doorgaans groter op Europees- dan op nationaal niveau. Zoals eerder
met de Kamer gedeeld, heeft het kabinet in Brussel gepleit voor bindende instrumenten
die circulariteit bevorderen en de strategische afhankelijkheid van de EU verminderen,
zoals duurzaam ontwerp, substitutie, hergebruik van grondstoffen en het gebruik van
duurzame biogrondstoffen.2
Het vervangen van fossiele grondstoffen door duurzame grondstoffen (recyclaat, duurzame
biogrondstoffen en CO2) in de chemische sector is van groot belang om deze sector te verduurzamen en groene
groei te stimuleren. In dit kader heeft het kabinet in juni 2024 het joint statement
«European Sustainable Carbon Package»3 aangeboden aan Eurocommissaris Hoekstra. Het kabinet zal blijven pleiten voor een
Europees beleidspakket voor duurzame koolstof, bestaande uit marktcreatie door productregulering,
een aanbodstrategie voor duurzame koolstofbronnen en instrumenten voor een gelijk
speelveld. Het kabinet hecht er waarde aan dat de voorgestelde maatregelen in lijn
zijn met de internationale verplichtingen van de EU.
Zoals eerder met de Kamer gedeeld zet het kabinet in op verduurzaming in de brede
zin, waarbij een «schone industrie» niet alleen gedecarboniseerd is, maar circulair
en in lijn met de nulverontreinigingsambitie van de EU. De transitie van de Europese
industrie moet op een manier worden uitgevoerd die de sector toekomstbestendig maakt
op alle aspecten, zoals de impact op klimaat, leefomgeving en milieu. Hierin speelt
carbon capture and storage (CCS) ook een belangrijke rol.4 Het kabinet zal tevens aandacht vragen voor het verder verbeteren van de veiligheid
en duurzaamheid van chemische stoffen die op de markt worden gezet.
Indicatie krachtenveld
Op het moment van schrijven is nog onduidelijk hoe de verschillende lidstaten tegen
de Clean Industrial Deal aankijken. Er is wel een algemeen besef dat het concurrentievermogen
en de weerbaarheid van de Europese industrieën versterkt moet worden, dat dit samen
moet gaan met de verduurzamingsopgaven en dat de EU zich moet inzetten voor het creëren
van een gelijk speelveld. Het is daarom de verwachting dat de meeste lidstaten de
doelstellingen van de Clean Industrial Deal zullen ondersteunen.
Mondiaal milieubeleid
Tijdens de Milieuraad zal een gedachtewisseling over het mondiaal milieubeleid plaatsvinden,
ingeleid door een presentatie van de directeur van het United National Environmental Programme (UNEP). Het is momenteel nog onduidelijk waar de discussie precies over zal gaan.
Naar alle waarschijnlijkheid zullen na een korte schets van het werk van UNEP in de
context van de geopolitieke ontwikkelingen de volgende onderwerpen aan bod komen:
de voorbereiding en verwachtingen voor de 7e Milieu Assembly in december (UNEA-7),5 de onderhandelingen over de oprichting van een wetenschappelijk beleidspanel over
chemicaliën, afval en het voorkomen van vervuiling (SPP)6 in juni a.s. en de onderhandelingen over een wereldwijde overeenkomst tegen plasticvervuiling
(INC-5.2) in augustus a.s.
Inzet Nederland
Het kabinet onderschrijft het belang van het normatieve werk van UNEP. Met name de
inzet op kritieke grondstoffen, voedselzekerheid, water, circulaire productie en consumptie,
en het versterken van een gelijker speelveld op mondiaal niveau sluiten goed aan bij
de koers van Nederland. Het werk van UNEP is gericht op het beschikbaar stellen van
kennis en relevante instrumenten voor beleidsvorming, en het faciliteren van internationale
discussies die bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering, biodiversiteitsverlies,
landdegradatie en vervuiling. Gegeven het veranderende mondiale speelveld, zal het
kabinet in EU-verband nog nader bepalen op welke onderwerpen tijdens UNEA-7 kan worden
ingezet, en met welke inbreng.
Het kabinet ziet het belang van een mondiale aanpak van de negatieve effecten van
chemicaliën en afval en het voorkomen van vervuiling (algemeen en specifiek op plastic).
De gezondheids- en milieuschade van deze effecten en vervuiling overstijgt de limieten
en gaat over landsgrenzen heen. Tegelijkertijd zijn chemicaliën en plastics belangrijk
voor de Nederlandse en Europese economie, mits goed gemanaged. In Nederland en Europa
is er daarom strenge regelgeving op het gebied van plastics, chemicaliën en afval.
Mondiale afspraken om (plastic) vervuiling en de negatieve gevolgen van chemicaliën
en afval tegen te gaan, dragen bij aan het verbeteren van de concurrentiepositie van
de Europese en Nederlandse industrie en zorgen voor een gelijk speelveld. Het kabinet
steunt daarom de inzet op een internationale overeenkomst over plasticvervuiling.
Beleidsinzet op deze onderwerpen moet gebaseerd zijn op gedeelde wetenschappelijke
inzichten; om deze reden werkt Nederland mee aan de oprichting van een wetenschappelijk
beleidspanel voor chemicaliën, afval en het voorkomen van vervuiling, vergelijkbaar
met de panels over klimaatverandering (IPCC) en biodiversiteit (IPBES).
Indicatie krachtenveld
De EU-lidstaten zijn over het algemeen eensgezind over de relevantie van UNEP. Ook
zien zij het belang van de bijdrage van het werk van UNEP ter bescherming van gezondheid
en milieu ten behoeve van de beschikbaarheid van voedsel en water. Daarnaast is de
inzet van UNEP van belang op kritieke grondstoffen, circulaire productie en consumptie,
en het versterken van een gelijker speelveld op mondiaal niveau. Voor de onderhandelingen
over plastics (INC-5.2) en het wetenschappelijk beleidspanel (SPP) zullen de EU en
lidstaten dan ook een gezamenlijk standpunt ontwikkelen. Het mondiale speelveld wordt
beïnvloed door uiteenlopende belangen, zo zijn er landen die hun economie hebben ingericht
op de productie en verhandeling van plastics of de belangrijkste grondstof daarvoor
(olie), zoals diverse Golfstaten, die alleen akkoord zullen gaan met mondiale afspraken
als daar rekening mee wordt gehouden. De afnemende bereidheid van landen om financieel
bij te dragen aan ontwikkelingshulp en daarmee de financiering van het VN-milieuprogramma
zal mogelijk ook door de directeur van het VN-milieuprogramma worden benoemd.
Diversen
– Terugkoppeling recente internationale bijeenkomsten
Het voorzitterschap zal een terugkoppeling geven van de 16de Conferentie van Partijen van het VN-biodiversiteitsverdrag (CBD COP16), dat plaatsvond
op 25–27 februari 2025.
– Milieugevolgen Russische agressie in Oekraïne
De Oekraïense Minister van Milieubescherming en Natuurlijke Hulpbronnen zal een presentatie
geven over de impact van het Russische geweld in Oekraïne op het milieu.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.